Vandalisme en plundering
ACHTERGROND - De zogenaamd Islamitische Staat lijkt te zijn verslagen. Een organisatie die met vandalisme en plundering nogal wat antiek erfgoed heeft vernietigd. Of toch niet? Een overzicht.
Syrië
De erfgoedschade in Syrië is vooral toegebracht door het regime. De zogenaamd Islamitische Staat heeft zich beperkt tot acties die eerder mediageniek waren dan schadelijk. Ik wil ze daarmee – dit schrijf ik met nadruk – niet bagatelliseren want de schade is reëel, maar het waren toch vooral de personeelsadvertenties van een terreurgroep en de westerse media hebben de taak van megafoon goed op zich genomen. Het beschadigen van oudheden was voor IS echter geen echt doel. Als dat zo zou zijn geweest, had het Resafa kunnen plunderen, maar het liet die stad ongemoeid.
Er is echter wel degelijk schade, zeker. Maar hoe onaantrekkelijk de vernietiging van de tetrapylon in Palmyra ook moge zijn geweest, het was een twintigste-eeuwse herbouw en hij wordt inmiddels opnieuw herbouwd. De schade aan de woestijnstad was al met al minder dan bijvoorbeeld die aan Apamea, waar vandalen een complete antieke stad systematisch omspitten. De satellietfoto’s waarop dat is te zien, tonen dat de kuilen zich uitsluitend bevinden op de archeologische site. De omringende akkers bleven onaangetast. Dat de plundering zich beperkte tot overheidsland, bewijst dat dit een operatie was van het Syrische leger.