Welvaartsongelijkheid in de V.S.
VISUALISATIE - Een vergelijking tussen de ideale situatie, hoe men denkt dat het is en de werkelijkheid.
Hoe sterk is de relatie tussen economische gelijkheid en geluk? Onlangs publiceerde opiniepeiler Gallup (via) de resultaten van een wereldwijd onderzoek naar emotioneel welbevinden. Wat blijkt? Latijns-Amerikaanse landen behoren tot de meest positief ingestelde landen ter wereld – en dat terwijl we net hadden gehoord dat de inkomensongelijkheid nergens zo groot is als in Latijns-Amerika. Nu valt er heus het nodige af te dingen op dit onderzoek. Het is gebaseerd op één enkele vraag en respondenten zijn deels ondervraagd via de telefoon. Daarnaast hebben opiniepeilers doorgaans de gewoonte om vaste lijnen af te bellen in plaats van mobiele nummers (die natuurlijk niet in een telefoongids zijn opgenomen) en is het ook nog eens zo dat in armere landen rijken zijn oververtegenwoordigd onder de bezitters van met name vaste telefoontoestellen. Wellicht nog overtuigender is dat ondanks hun grote mate van gemeten geluk, grote aantallen Latijns-Amerikanen ieder jaar op zoek gaan naar een beter leven in de rijkere, westerse wereld.
VISUALISATIE - Een vergelijking tussen de ideale situatie, hoe men denkt dat het is en de werkelijkheid.
In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.
ACHTERGROND - Journalisten zouden er goed aan doen de rekenmodellen van bijvoorbeeld het CPB niet kritiekloos te slikken. Maar ook relatief eenvoudige economische indicatoren, die doorgaans eveneens in ‘vertrouwenwekkende’ getallen worden uitgedrukt, geven soms een vertekend beeld van de werkelijkheid.
Woensdagochtend besprak columnist Peter de Waard in de papieren versie van de Volkskrant de grote bezitsongelijkheid die volgens hem in Nederland zou bestaan. Ongelijkheid in bezit of inkomen wordt vaak uitgedrukt in de zogenaamde Gini-coëfficiënt. De Italiaanse statisticus (en tevens fascistisch ideoloog) Corrado Gini (1884-1965) ontwikkelde een wiskundige formule die, als alle vermogens of inkomens in een land gelijk zouden zijn, het getal 0 oplevert. Als slechts één persoon alles bezit of verdient, is de uitkomst het getal 1. Kortom: hoe hoger de Gini-coëfficiënt, hoe groter de ongelijkheid.
Volgens De Waard is de Gini-coëfficiënt voor inkomens in Nederland weliswaar een heel bescheiden 0.21, maar is de Gini-coëfficiënt voor bezit maar liefst 0.82, wat op een wel heel erg grote vermogensongelijkheid zou duiden. Zodoende merkt De Waard op dat ‘als Nederland wil nivelleren […] dat beter [zou] kunnen door de vermogens aan te pakken dan de inkomens.’
Zo op het eerste gezicht lijkt er weinig mis met met deze redenering, maar er zitten de nodige haken en ogen aan. Allereerst omdat er tegenwoordig uiteenlopende manieren bestaan om de Gini-coëfficiënt te berekenen. Volgens Eurostat is de Nederlandse Gini-coëfficiënt bijvoorbeeld 0.26, terwijl de Wereldbank en het CIA World Factbook een getal van 0.31 aanhouden. Een Gini-coëfficiënt geeft dus hooguit een indicatie van de daadwerkelijke ongelijkheid. Een nog serieuzer probleem is dat een Gini-coëfficiënt, door zijn formule-achtige totstandkoming, lang niet altijd een juiste indicatie geeft van de complexe werkelijkheid.
Waarin de auteur de factcheck door Nieuwsuur van Samsom’s uitspraken over geluk en inkomensgelijkheid zelf checkt.
Nieuwsuur factcheckte gisteren de volgende uitspraak van Diederik Samsom: “We zijn een land waar de inkomensverschillen relatief klein zijn. Er zijn maar een paar landen die gelukkiger zijn en dat zijn landen waar de inkomensverschillen nog net iets kleiner zijn.” Die uitspraak beoordeelde de Nieuwsuur-redactie als “half waar”, omdat er zowel landen zijn met kleinere inkomensverschillen (Denemarken) als grotere verschillen (VS en Australië) waar men tevredener is dan in Nederland. Het is vooral de welvaart die gelukkig maakt, aldus de redactie. Maar is deze factcheck zelf wel waar?
Allereerst de cijfers over geluk/tevredenheid. Nieuwsuur zegt zich te baseren op OESO-cijfers, maar volgens de OESO-cijfers die ik ken staan de VS en Australië toch gewoon onder Nederland wat betreft “life satisfaction”. Wie rondneust in ander geluksonderzoek ziet dat Australië het inderdaad iets beter doet, maar dat Amerika het toch echt aflegt tegen Nederland – zeker als je kijkt naar het aantal gelukkige levensjaren, de geluksongelijkheid of het geluk van de jeugd waarbij Nederland wereldkampioen schijnt te zijn.
De grote vraag is natuurlijk wat de relatie is tussen inkomensongelijkheid en geluk. Ruut Veenhoven toonde (met veel slagen om de arm) in een onderzoek uit 2010 aan dat in westerse landen meer inkomensongelijkheid resulteert in minder geluk, maar dat in algemene zin inkomensongelijkheid een heel licht gunstig effect op het gemiddelde geluk lijkt te hebben.
De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.
In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.
De huidige mantra van groei, groei, groei is niet vol te houden. We zouden daarom onderscheid moeten maken tussen twee vormen van economische activiteit: kerneconomie en preteconomie. Een gastbijdrage van architect Aad Breed.
In de natuur komt ongebreidelde groei niet voor, behalve bij kanker. Alle organismen kennen een periode van groei, die stopt zodra de volwassenheid is bereikt. Toch zijn alle huidige regeringen gericht op ongebreidelde economische groei, in de overtuiging dat daarmee de armoede in de wereld kan worden opgeheven.
Nergens in de Universele Verklaring van Rechten van de Mens wordt echter vermeld, dat ieder mens recht heeft op economische groei. Wel staat er dat ieder mens recht heeft op voedsel, kleding, zorg en een fatsoenlijk onderdak. Waarom is geen enkele regering met deze vorm van globalisering bezig?
Economische groei
De huidige gerichtheid op economisch groei is uiteindelijk fataal voor de maatschappelijke stabiliteit. Door het voortdurend dreigen met banenverlies (en dus armoede), wordt iedereen momenteel gedwongen tot zijn 67e jaar te werken, louter en alleen om ten koste van de armen elders in de wereld de eigen nationale overvloed nog overvloediger te maken. In de overtuiging dat als het regent voor de bazen, het druppelt voor de knechten, moeten banken en grote bedrijven rijker worden dan ze al zijn. Alle heil moet komen van het ondernemerschap.
I watched this film, scifi fan that I am:
The movie was directed by Andrew Niccol who also directed Gattaca (which I really loved) and Lord of War (ditto). Now, the main plot is rather stupid and the main characters were poorly cast, in my view, but, as usual, I got more interested in the social background underlying the story.
For those of you who have not seen it, the story takes place in a dystopian future (aren’t they all?) where the dominant currency is time. People are genetically programmed to grow up until they reach 25, then, a clock embedded their arms starts and they have one year to live unless they can get extra years through labor, gambling, prostitution, or financial dealings. Everything is bought and paid for in time (minutes, hours, days, etc.). The whole language reflects the prevalence of time. When your clock gets down to zero, you just (literally) drop dead.
This society is highly stratified in a very Wallersteinian way. Financial investors are at the top of the social ladder and they live in wealthy (gated and highly secured) time zones that resemble Wallerstein’s core areas. There are middle time zones (the semi-periphery) and the ghettos (the periphery) where people are fully precarized in terms of time. They work for a few extra days, take out loans that deplete their clocks. The whole time system (financial system) is controlled by very large corporation, controlled by time-financiers who continuously extract time-value from the less wealthy time-zones (through labor, loans and control of the costs of living… when they need a time boost, the wealthy – in New Greenwich, a major core time zone – bump up the cost of living in the ghetto which extracts more time from the poor, that is transferred to the wealthy.
Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.
In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.