Resultaten onderwijsprogramma Rotterdam

De gemeente Rotterdam publiceerde onlangs de vierde “Staat van het Onderwijs”, een rapport het nieuwe Rotterdamse onderwijsbeleid “Leren Loont” cijfermatig ondersteunt. Ook staan er gegevens in over het bereiken van doelstellingen van twee programma’s. In Rotterdam is in 2010 het actieplan "Beter Presteren" gestart. Daarin stonden streefcijfers voor de cito-eindscores, waarover resultaatafspraken zijn gemaakt met scholen en besturen. Dat lijkt een beetje linke soep, want cito-schoolgemiddelden bewegen zich binnen een smalle brandbreedte. In 2010 was de gemiddelde cito-score landelijk 535,4, en in Rotterdam 531,2. Streefcijfer voor eind 2014 was 534. Dat is niet gehaald: de score in 2014 was 532,2. De hoogste score werd behaald in 2012, met 532,5. In 2013 was de score weer een stuk lager.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
Foto: cybrarian77 (cc)

Docenten voelen zich langdurig verwaarloosd door de politiek

OPINIE - Iedere politicus met een camera voor de neus beweert dat het onderwijs zijn of haar dagelijkse aandacht geniet. Toch ervaren docenten een gebrek aan aanzien en erkenning. Dit komt voor een deel doordat de politiek de onderwijzers langdurig heeft verwaarloosd.

Door docenten een te laag salaris te bieden en hen een te grote werkdruk op te leggen is uitgelokt, dat men niet meer kiest voor het docentschap. Het resultaat hiervan is dat er ernstige tekorten ontstaan aan docenten. Dit is een kwantitatieve benadering, bij een kwalitatieve benadering zullen de tekorten aan goede docenten nog ernstiger blijken.

Maar het onderwijsveld draagt zelf ook schuld: wij accepteren de structuren waarin wij werken en wij laten ons deels kenmerken door een gebrek aan lef om onze stem te laten horen. Dit gebrek aan lef levert op dat wij toezien hoe het onderwijs verslechtert, maar zelf niet ingrijpen. In een land als Nederland dat stelt een kenniseconomie na te streven, accepteren wij het ontstaan van een tekort van 4300 fte in het VO in 2015 – 2016. Wanneer het onderwijsveld wel constateert, maar zelf niet ingrijpt, blijven wij die arme sneeuwpop die telkens maar roept: ‘volgens mij ruik ik peen’.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: woodleywonderworks (cc)

Zwakke scholen bepalen onderwijsbeleid

COLUMN - Nederlandse leerlingen moeten beter leren rekenen. Daar is iedereen het bijna wel over eens. Maar over de manier waarop verschillen de deskundigen en de politiek nogal van mening. De kritiek op de verplichte rekentoets voor eindexamenleerlingen van staatssecretaris Sander Dekker is niet mals. Onderwijsorganisaties vinden het opnemen van de rekentoets in de zak- en slaagregeling disproportioneel en onaanvaardbaar. Net als het verlagen van de norm om het slagingspercentage op te krikken. Leerlingen mogen volgens hen ook niet de dupe worden van overhaaste regelgeving, slechte toetsen en onderwijs dat onder de maat is.

Vooral de laatste constatering is zorgwekkend. Als onderwijsorganisaties al toegeven dat het Nederlandse onderwijs niet altijd even goed is, is het dan niet zaak om daar iets aan te doen? De kwaliteit van het onderwijs bepaalt uiteindelijk toch ook de kwaliteit van diegenen die dit onderwijs hebben genoten. Zwakke scholen leveren doorgaans zwakke leerlingen af. Ik denk ook niet dat het invoeren van alleen een rekentoets daar verandering in brengt. Ik vermoed dat het veel leerlingen ook ontbreekt aan andere vaardigheden om eindexamen of een geschikte vervolgopleiding te kunnen doen. Met spelling en begrijpend lezen zal het toch niet veel beter zijn gesteld, dus waarom alleen een rekentoets?

Foto: copyright ok. Gecheckt 18-10-2022

De blinde vlek van het neoliberale onderwijsbeleid

LONGREAD - Onderwijs wordt steeds meer een richtingenstrijd. Met in het ene kamp bestuurskundigen en neoliberale economen en in het andere kamp psychologen en onderwijskundigen. De strijd gaat over de vraag of menselijk gedrag en drijfveren teruggebracht kunnen worden tot verlies en winst, tot scores op ranglijstjes en tot onderlinge competitie. Of bestaat er nog zoiets als innerlijke drijfveren en een moreel kompas? Volgens hoogleraar Rob Martens heeft het neoliberale onderwijsbeleid een blinde vlek.

Ruim een jaar geleden voorspelde ik dat het gedoe over de Cito-toetsen zou blijven aanhouden. Omdat het namelijk al een heel lang een punt van debat is tussen onderwijshervormers en degenen die geloven in ‘afrekenende’ toetsen als een belangrijk instrument om de kwaliteit van onderwijs te verbeteren. En zolang beleidsmakers het fundamentele probleem van toetsing en de weerstand daartegen niet begrijpen, zal het gedoe onverminderd, jaar op jaar doorgaan, zo voorspelde ik.

Het probleem gaat echter verder dan alleen toetsen op de school zelf. Het gaat ook om de vergelijkingen tussen scholen op basis van toetsen, of bijvoorbeeld het circus rond de verkiezing van excellente scholen, waaraan sommige scholen in Noord-Brabant tot verbazing van de staatssecretaris weigeren deel te nemen. Er is namelijk een groep beleidsmakers die er oprecht van overtuigd is dat het de kwaliteit bevordert als je heldere criteria hanteert en transparant laat zien hoe iedereen in het onderwijs (leerling, leraar, school, onderwijssector, of zelfs het hele land in een internationale vergelijking) scoort. Daarnaast is er een ongeveer even grote groep mensen die hardnekkig blijft beweren dat dit doorgeslagen en zelfs schadelijk is.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

De twee verhalen in het onderwijs

De verhalen van de politici, economen, statistici, ambtenaren en opiniemakers schetsen een beeld dat helemaal niets heeft te maken met leren, maar met leren toetsen maken. Helaas bereiken we daarmee het tegenovergestelde van wat we willen betoogt Jelmer Evers, geschiedenisdocent bij Unic.

De examenperiode is een periode van blijdschap en verdriet. Achter elk cijfer zit een persoonlijk verhaal van leerlingen die boven zichzelf zijn uitgestegen of die door bijvoorbeeld persoonlijke omstandigheden het niet hebben gered. Ook dit jaar weer. Dit is de onderwijsrealiteit van mijn leerlingen, degenen waar het om draait. Vorige week heb ik weer afscheid mogen nemen van een lichting die zich op een fantastische manier heeft ontwikkeld. Lief en leed hebben we soms gedeeld. Niet alleen zij hebben veel geleerd en een ontwikkeling doorgemaakt, dat geldt ook voor mij. We spraken dat tijdens en na de diploma uitreiking ook naar elkaar uit. Het was een hele mooie avond en het is een mooie tijd geweest. Wat uiteindelijk echt telt is niet het papiertje maar de persoonlijke en intellectuele ontwikkeling die we allemaal doormaken. Dat is ons verhaal.

Aan de andere kant is er het “grote” verhaal van de cijfers en de statistieken. De verhalen van de politici, economen, statistici, ambtenaren en opiniemakers: het niveau holt achteruit, reken- en taal onderwijs klopt van geen kanten, twintig procent van de docenten functioneert niet, grote uitstroom van de academische Pabo. Er moet weer “orde op zaken” worden gesteld in het onderwijs. En laten we al die slappe en slecht opgeleide docenten eens tot de orde roepen. De pers werkt hier aan mee door hierin mee te gaan. Dat docenten niet de ruimte krijgen om goed onderwijs te verzorgen en leerlingen om te leren komt kennelijk niet bij journalisten op.