De overblijf, het verzwegen ongemak van De Luizenmoeder

door Rineke van Daalen De overblijf is een van de ongemakkelijkste hoekjes van het schoolse leven, en krijgt onmiskenbaar de prijs voor het meest verzwegen onderwerp van school. Ook De Luizenmoeder weet er nog geen raad mee. 'Als ik je een keer moet helpen? Met overblijven bijvoorbeeld? Ik ben op woensdag altijd vrij.' 'Helpen? Op woensdag, bij de overblijf....' 'Ahh nee, dat kan natuurlijk niet.... Stom...' 'Nee, en als je nieuw bent, dan moet je toch echt van onderaf beginnen: luizenmoeder, lief-en-leed-moeder, groene-vinger-moeder, voorleesmoeder, overblijfmoeder, klassemoeder, schoolreismoeder, kampmoeder, medezeggenschapsraad, oudercommissie, ouderraad.' Dit mooie citaat uit De Luizenmoeder demonstreert verschillende dingen. Drukbezette, werkende moeders hebben er hun hoofd niet echt bij – overblijven op woensdag, ha ha ha. Ook lijkt het alsof het gewoon is dat moeders tussen de middag op de kinderen letten, dat de overblijf gewoon een van de zoveel 'moedertaken' is, of beter, een van de zoveel 'oudertaken'  – vaders doen natuurlijk ook mee, dat weten we toch.

Quote du Jour | Overend houden

Lo, we kunnen Postema niet overend houden. Iemand moet nu bellen dat hij eer aan zichzelf moet houden. Debat is slechts denkbare scenario voor ons. (En dat ligt niet aan Kirsten)

Gisteren kwam op een nogal knullige manier naar buiten dat Lilianne Ploumen wilde dat André Postema, bestuursvoorzitter van LVO én voorzitter van de Eerste Kamerfractie van de PvdA, de eer aan zichzelf zou houden als bestuursvoorzitter van LVO. In dat debat was Postema de gebeten hond:

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Fenneke (cc)

Waarom de elites houden van burgerschap

ANALYSE - Door Michael Merry, Geert Driessen

Het kabinet-Rutte III poogt burgerschapseducatie nieuw leven in te blazen. Om te beginnen moeten kinderen verplicht het Wilhelmus leren, een bezoek brengen aan de Tweede Kamer en aan het Rijksmuseum. Het zijn de waarden van een politieke en academische elite die zich niet realiseert dat zij zelf achter onderwijsbeleid staat dat uitsluitend en nationalistisch is.

Al decennia verdedigen liberale theoretici de stelling dat burgerschap de taak is van de school. Hoewel er onder hen substantiële meningsverschillen bestaan, delen ze allemaal hetzelfde geloof in zowel de plicht als capaciteiten van scholen om te doen wat hun theorieën voorschrijven.

Wij hebben alle begrip voor de gedachten achter deze theorieën; ze brengen namelijk idealen tot uitdrukking die wij na zouden moeten streven. Ze beschrijven niet de scholen die wij hebben, maar die we nodig hebben. Maar welke verdiensten deze geïdealiseerde liberale visies op burgerschapseducatie ook mogen hebben in een vergaderzaal, ze zijn niet overtuigend en bruikbaar. Simpelweg omdat ze onvoldoende rekening houden met de empirische realiteit van de bredere politieke context waarbinnen beleid op het gebied van burgerschapseducatie wordt ontwikkeld en geïmplementeerd.

Retoriek in een politieke realiteit van polarisatie en uitsluiting

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Linkse leraren

OPINIE - Een gastbijdrage van docent Nederlands Michelle van Dijk over de reactie van Thierry Baudet op een lesopdracht van docent Ivar Gierveld.

Dit is het werk van een leraar: je draait 27 lessen per week, dat kunnen bijvoorbeeld 250 leerlingen zijn in 9 klassen Nederlands en voor elke les heb je 25 minuten tijd voor voorbereiding én nakijkwerk. Nakijkwerk betekent in de piekweken 200 toetsen x 15 minuten (behalve voor die ene leerling die poppetjes tekende), in andere weken niets. Voorbereiding betekent dat je de dodelijk saaie theorie – ‘een cirkelredenering is een redenering waarbij standpunt en argument gelijk zijn, waardoor je, als het ware, in een cirkel redeneert’ – toepast op levendige, actuele voorbeelden, want ‘deze auto is heel mooi omdat hij er zo mooi uitziet’ is weliswaar een erg duidelijk voorbeeld, maar het is te simplistisch en kleuterachtig voor eindexamenleerlingen, dus je haalt mooie voorbeelden uit de politiek, je leest de krant elke dag, je kijkt het journaal en DWDD en verrek, je twittert ook nog wat, zo vind je nog meer mooie voorbeelden – en vergeet niet dat je ook nog recente romans moet lezen, want je kunt niet elke literatuurles weer over Max Havelaar beginnen en laten we eerlijk zijn, dat wil ook helemaal niemand.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Mbo’ers worden officieel studenten

Minister Ingrid van Engelshoven kondigt aan dat mbo’ers wettelijk ‘studenten’ gaan heten in plaats van ‘deelnemers’. “Deze verandering is geen woordspelletje. De wetswijziging gaat er hopelijk toe leiden dat mbo’ers terecht van dezelfde voordelen kunnen genieten als alle andere studenten”, aldus JOB.

De NOS rapporteerde onlangs over uitsluiting van mbo’ers bij bijvoorbeeld kroegen en clubs, zorgverzekeringen, sportclubs, introductieweken en kamers.

Foto: Broo_am (Andy B) (cc)

Tegen ongelijkheid doet Rutte III keer niks

Het zal niet verbazen dat Rutte III geen grootse plannen heeft om ongelijkheid te verminderen. Kansengelijkheid, steun aan de armste en kwetsbaarste groepen, mensenrechten: het is hier een beetje geven, daar een beetje nemen, of erger, een stap vooruit en twee stappen achteruit.

Aan de hand van mijn eerdere korte serie over de aanpak van ongelijkheid in de verkiezingsprogramma’s bespreek ik de aangekondigde maatregelen in het regeerakkoord op het gebied van onderwijs, inkomen, vermogen en rechten. Drie uitspraken die Rutte III niet waarmaakt:

1: “De voornaamste ambities van dit kabinet liggen in de bestrijding van kansenongelijkheid…”

Het woord ‘ongelijkheid’ komt sowieso maar één keer voor in het akkoord, in bovenstaande zin (blz.9). Maar erg ambitieus wordt het niet. Ja, in lijn met het SER-advies, gaat er 170 miljoen euro naar vroeg- en voorschoolse educatie, wat moet zorgen voor een aanbod van 16 uur per week voor achterstandsleerlingen (wens D66). Het budget voor het onderwijsachterstandenbeleid wordt verhoogd met 15 miljoen euro per jaar, maar dat bedrag is lachwekkend laag als je weet dat er sinds 2006 zoveel is bezuinigd dat de regering in de afgelopen jaren 100 miljoen euro heeft kunnen besparen.

Die bezuinigingen zijn steeds gelegitimeerd door de definitie van ‘achterstandsleerling’ zo bij te stellen waardoor het leek dat het aantal achterstandsleerlingen was afgenomen. Realiteit is dat zo’n twintig procent van de leerlingen die extra onderwijs en aandacht nodig hebben buiten de boot vallen. Het regeerakkoord belooft dat ‘de verdeling wordt geactualiseerd’: het is een stap, maar echt ambitieus was geweest de omvang van het probleem te erkennen en een adequaat budget vrij te maken.

Foto: Blondinrikard Fröberg (cc)

Status van beroep leraar

ACHTERGROND - Al een aantal jaren publiceert de AOb zeer interessante analyses over de status van het beroep leraar. Robert Sikkes, die naam maakte als onderwijsjournalist, schreef in 2015 nog een prikkelende analyse, met een mooi plaatje van de beroepenstatusladder. Daar laat hij zien dat de status van beroepen als hoogleraar, leraar gymnasium en leraar basisonderwijs sinds 1956 is gedaald.

Ondanks die overtuigende analyse, kan een beleidsmaker een dergelijke publicatie terzijde schuiven, simpelweg omdat de boodschapper een bepaald belang heeft. Een recenter rapport, uitgevoerd onder regie van de NRO door vier wetenschappers, is lastiger te negeren. En veel van de boodschappen van de AOb, komen in dit rapport terug.

In het onderzoek is vanuit diverse invalshoeken gekeken naar de status van het beroep. Naast subjectieve indicatoren, gemeten via enquêtes, is een aantal objectieve maatstaven onderzocht.

klik voor groter beeld

Bron: Cörvers, F., Mommers, A., Van der Ploeg, S. & Sapulete, S. (2017). Status en imago van de leraar in de 21ste eeuw. Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht en Ecorys, Rotterdam

Ook in het recente onderzoek zijn de figuren over de beroepenstatusladder zeer interessant. En de toelichting is op enkele punten behoorlijk hard:

Dat betekent dat lerarenberoepen redelijk wat maatschappelijk aanzien wordt toegedicht maar dat deze beroepen zeker niet tot de top behoren. Vergeleken met de meer klassieke professies als professionals in de gezondheidszorg of juristen (notariaat / advocatuur) staat de leraar in heel wat minder aanzien. De leraar basisonderwijs laat zich eerder vergelijken met een secretaresse, boekhouder of verzekeringsagent en een leraar in de bovenbouw van havo/vwo met een verloskundige of dominee.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Waaraan je kunt zien dat ons onderwijs terminaal ziek is

Columnist René Kneyber, zelf docent wiskund op een vmbo, somt in Trouw op waarom de hoge werkdruk fnuikend is voor goed onderwijs.

Werkdruk is de terminale ziekte van het onderwijs. Wie het onbekommerd door laat groeien, riskeert uiteindelijk een gezond onderwijssysteem te verliezen. In Nederland staan we in het primair onderwijs aan de rand van die afgrond.

Vorige Volgende