De valse onderwijsbeloftes van Rutte II
OPINIE - Het klonk zo mooi bij de presentatie van het regeerakkoord: Het onderwijs is de enige sector waarop niet bezuinigd wordt, maar waarin zal worden geïnvesteerd. Ook de andere voornemens zijn boterzacht.
Het klinkt mooi: ‘Onderwijs en wetenschap in Nederland zijn van hoog niveau, maar onze ambitie reikt verder: wij willen tot de top vijf van de wereld gaan horen. De kwaliteit van de man of vrouw voor de klas of in de collegezaal is daarbij van doorslaggevende betekenis. En die kwaliteit staat of valt met opleiding en selectie van leraren en van directeuren en bestuurders die hun medewerkers stimuleren, belonen en zo nodig sanctioneren. Dit zijn de mannen en vrouwen van wie we het moeten hebben: in hen willen we investeren.’
Kijken we echter naar de harde feiten, dan komt er een aanzienlijk minder mooi beeld naar voren.
Stille bezuinigingen en nullijn
Wat de nieuwe regering gemakshalve vergeet te vermelden is dat het onderwijs geconfronteerd wordt met allerlei stille bezuinigingen. Een paar voorbeelden: Het niet compenseren voor stijgende pensioenpremies. Materiële kosten die niet worden geïndexeerd. De invoering van de functiemix die niet volledig wordt vergoed. Het kan een school zomaar een strop van bijna 1 miljoen euro opleveren. Geen klein bier dus. Verder staan al sinds 2010 de salarissen in het onderwijs op de nullijn. Goed voor een besparing van 1,47 miljard euro. Een van de gevolgen is dat jonge leraren niet in het onderwijs kunnen blijven.