KORT | Angst voor het examen

De centrale eindexamens voor het voortgezet onderwijs zijn alweer voorbij. Dat leerlingen met enige stress richting het examen gaan is niet verwonderlijk. Echter, ook docenten hebben redenen om met enige angst naar het examen te kijken. De lat moet omhoog en daarom zijn de slagingseisen flink opgeschroefd. Waar leerlingen tot voor kort een minder goed cijfer op het centraal examen konden compenseren met een goed cijfer voor het schoolexamen, is dat nu niet meer mogelijk. Gemiddeld moet een leerling nu een 5,5 halen en voor de vakken Nederlands, Wiskunde en Engels moet een leerling minimaal een 5 hebben om te slagen. Niks mis met bepaalde minimumeisen. Toch zal menig docent een bepaald gevoel van onbehagen hebben. De examens worden namelijk genormeerd naar een gemiddelde van iets boven de zes met 15 tot 35% onvoldoendes. Wordt een examen per ongeluk goed gemaakt? Dan wordt de normering aangepast door het College voor Examens. Bovendien mag het verschil tussen het schoolexamen en het centraal niet te groot zijn. Daar sta je dan als docent. Hoe goed je het ook doet, door een aanpassing van de normering kun je ineens het doelwit worden van de portefeuillehouder 'examenresultaten'. Gelukkig kun je hier als docent wat aan doen. Je normeert je eigen schoolexamens ook. Maar wie houdt nu eigenlijk wie voor de gek in dit circus?

Door: Foto: Kort - illustratie Sargasso

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Serge de Beer (cc)

Burgerbrieven aan OCW

ACHTERGROND - Kijk, dat vind ik nou leuke statistieken. OCW ontving in 2012 per dag gemiddeld 2600 brieven van burgers. In 2011 waren dat er nog 2100 per dag. Ik zie een hele grote postkamer voor me, maar de brieven kunnen ook in de vorm van e-mails binnenkomen.

Onder de term ‘burgerbrief’ wordt volgens de definitie van de Nationale ombudsman verstaan: Elk schriftelijk stuk dat een overheidsinstantie van een burger ontvangt. Het medium (brief, fax of e-mail) maakt daarbij niet uit. Ook het begrip burger is breed. Hieronder worden niet alleen individuele burgers verstaan, maar ook groepen burgers en organisaties.

In het rapport worden de soorten brieven verder toegelicht. Het aantal aanvragen is het sterkst gestegen, maar dat heeft te maken met een adminstratieve verandering bij DUO.

Bron: OCW (2013). DEPARTEMENTALE RAPPORTAGE BURGERBRIEVEN 2012.

Bij het beleidsdepartement OCW gingen de meeste vragen (de ‘top 10’) over:
1. Hoe dien ik een klacht in over een basisschool of een school voor voortgezet onderwijs?
2. Waarom moet ik een startkwalificatie hebben?
3. Wie houdt toezicht op de leerplicht?
4. Wanneer heb ik recht op studiefinanciering en een studenten ov-chipkaart?
5. Wanneer zijn de schoolvakanties?
6. Hoeveel collegegeld moet ik betalen als langstudeerder in het hoger onderwijs?
7. Waar dien ik een klacht in over een instelling voor beroepsonderwijs?
8. Mag ik mijn kind buiten de schoolvakanties mee op vakantie nemen?
9. Wat is de rol van de vertrouwensinspecteur in het onderwijs?
10. Waar vind ik een overzicht van erkende opleidingen?

Foto: copyright ok. Gecheckt 01-03-2022

Politiek mengt zich in eindexamenteksten

OPINIE - Rechtstreekse bemoeienis van politici met het eindexamen hoort niet thuis in een democratie.

Kamerleden laten graag van zich horen als ze ergens boosheid vermoeden. Met Kamervragen is het doorgaans eenvoudig scoren. Zeker als je kunt meeliften op de aandacht die de media toch al geven aan een gebeurtenis die veel emoties oproept bij het grote publiek. Soms vraag je je af of onze volksvertegenwoordigers niets beters te doen hebben dan bewindslieden te confronteren met het ‘gesundes Volksempfinden’.

Deze weken wordt de aandacht van veel jonge Nederlanders en hun ouders gedomineerd door het eindexamen. Opwinding daarover is altijd goed voor het nieuws. CDA-kamerlid Geurts dacht een graantje mee te kunnen pikken met Kamervragen over de havo-examentekst Nederlands. Dat was een tekst van hoogleraar Roos Vonk over vegetarisme. Volgens Geurts zat er een eenzijdig pleidooi in tegen vlees eten. En dat vindt Geurts niet goed, want hij meent dat leerlingen die lang met deze tekst bezig zijn hierdoor beïnvloed kunnen worden. Hij heeft aan staatssecretaris Dekker gevraagd of hij deze tekst acceptabel vindt. En hij vraagt of er geen melding gemaakt had moeten worden van de berisping van Vonk wegens onzorgvuldigheid.

Ik hoop dat Dekker antwoordt dat hij niet over eindexamenteksten gaat, dat de politiek dit moet overlaten aan de professionals in het onderwijs en dat hij het kritisch vermogen van HAVO-scholieren hoger inschat dan Geurts.

Doneer voor ¡eXisto!, een boek over trans mannen in Colombia

Fotograaf Jasper Groen heeft jouw hulp nodig bij het maken van ¡eXisto! (“Ik besta!”). Voor dit project fotografeerde hij gedurende meerdere jaren Colombiaanse trans mannen en non-binaire personen. Deze twee groepen zijn veel minder zichtbaar dan trans vrouwen. Met dit boek wil hij hun bestaan onderstrepen.

De ruim dertig jongeren in ¡eXisto! kijken afwisselend trots, onzeker of strak in de camera. Het zijn indringende portretten die ook ontroeren. Naast de foto’s komen bovendien persoonlijke en vaak emotionele verhalen te staan, die door de jongeren zelf geschreven zijn. Zo wordt dit geen boek óver, maar mét en voor een belangrijk deel dóór trans personen.

Foto: Serge de Beer (cc)

Follow the money bij OCW

ACHTERGROND - Zo kleurig als de uitgave Kerncijfers, zo sober is het Jaarverslag van OCW over 2012, dat op dezelfde dag verscheen. Zelfs de grafiek is in zwart/ wit.

Maar uiterlijk is schijn. Het huishoudboekje van OCW is interessant leesvoer, met veel details over de uitgaven van het ministerie en verantwoording over het gevoerde beleid. Wie wil weten wat OCW doet: “follow the money.”

Bron: OCW Rijksjaarverslag 2012.

Via Onderwijs in Grafieken.

Foto: nasa hq photo (cc)

Meer bèta-meisjes gezocht

ACHTERGROND - Nederland loopt achter wat betreft het aantal vrouwen dat afgestudeerd is in een béta-vak. Talloze initiatieven van de overheid en de sector moeten dat verhelpen, maar uiteindelijk spelen ook stereotypen en verwachtingspatronen een rol.

Nederland heeft een groot tekort aan mensen in de bètasector. Vorige week werd het techniekpact tussen overheid, werkgevers, werknemers en het onderwijs getekend om te zorgen dat meer mensen de techniek in gaan. Vooral vrouwen kiezen deze richting weinig en daar kunnen we wat aan doen.

Meisjes scoren over het algemeen even hoog als jongens op exacte vakken als natuurkunde en wiskunde, maar toch kiezen minder meisjes voor een bètastudie of bètaprofiel. Nederland heeft in vergelijking met andere Europese landen het laagste aantal vrouwelijke afgestudeerden in een bètarichting. Hoe kunnen we meisjes enthousiast maken voor technische beroepen? En waarom kiezen zo weinig meisjes op de middelbare school voor een technische richting?

Spelen met techniek

Minister Bussemaker kwam vorige week in het nieuws met haar hoofdlijnenbrief over het emancipatiebeleid, waarin ze ook in gaat op het verschil tussen jongens en meisjes in het onderwijs. Dat meisjes minder vaak kiezen voor technische opleidingen en jongens minder vaak voor opleidingen in de zorg, lijkt onder andere een gevolg te zijn van genderstereotypen. Om bètaprofielen populairder te maken kwam ze eerder al met een voorstel waarin kinderen al op de basisschool meer met techniek in aanraking komen. Techniek moet worden verweven in andere vakken, zodat de kinderen vaardigheden leren die voor wetenschap en techniek belangrijk zijn. Maar hoe geef je les in techniek als je zelf niet zo’n bètaknobbel hebt? Ook pabo-studenten moeten meer weten van techniek. Daarom wordt vanaf 2014 het vak ‘natuur en techniek’ ingevoerd, om ervoor te zorgen dat pabo-studenten genoeg kennis hebben om de bètakant van leerlingen te stimuleren en ze hier enthousiast voor te maken.

Foto: Pepijn Schmitz (cc)

Risicogestuurd toezicht in het onderwijs

ACHTERGROND - Kan de Inspectie van het Onderwijs aan de hand van informatie die zij heeft over scholen risicogestuurd toezicht in het onderwijs mogelijk maken?

Het Onderwijsverslag verscheen vorige week al en ik was van plan er een mooie grafiek uit te selecteren. Maar zoals wel vaker dwaalt mijn aandacht af, als er een interessante voetnoot bijstaat. In de webversie van het Onderwijsverslag staat een verwijzing naar een proefschrift uit 2012, van A. Timmermans.

Dat proefschrift gaat over de “toegevoegde waarde” indicator. Omdat scores aan het einde van een onderwijsloopbaan weinig zeggen over de kwaliteit van een school, is een “toegevoegde waarde” indicator in theorie veel geschikter om de kwaliteit van scholen te bepalen. De Inspectie heeft in diverse documenten aangegeven bezig te zijn met studies naar de bruikbaarheid van deze indicator. Het proefschrift “Value added in educational accountability: Possible, fair and useful?” van Timmermans geeft een goed overzicht van de theorieën, de beschikbare modellen en de obstakels bij het invoeren van een dergelijke indicator. Het is bovendien goed leesbaar en gericht op een actueel vraagstuk van maatschappelijk belang.

Het interessantste hoofdstuk vind ik aan het einde. Het gaat over het risicogestuurde toezicht dat de Inspectie hanteert.
Een simpele uitleg daarvan zag ik donderdagavond op televisie. Medici kunnen sinds vandaag op basis van een bepaalde formule uitrekenen hoeveel procent kans een hart- en vaatpatiënt heeft om in de komende tien jaar opnieuw gezondheidsklachten te ontwikkelen. Een aantal variabelen wordt daarbij gemeten: bijvoorbeeld de aard van voorgaande klachten en bloedwaarden. Het voorspellende model staat op een half A4-tje en schijnt revolutionair te zijn.

Foto: Gerard Bierens (cc)

In etnisch gemengde klassen wordt vaker gepest

ACHTERGROND - Pesten op school is van alle tijden. Uit onderzoek blijkt dat in een klas met meerdere etniciteiten weliswaar meer gepest wordt, maar dat etnische motieven daarbij geen rol spelen. Toch zou het zinvol zijn voor leerkrachten om oog te ontwikkelen voor de sociale relaties in de klas.

Onderzoekers als Lex Herweijer hebben aangetoond dat de etnische samenstelling van de klas nauwelijks gevolgen heeft voor de leerprestaties. Veel minder bekend is of de etnische samenstelling van de klas interetnische relaties beïnvloedt.

De idee is dat gemengde scholen bijdragen aan wederzijds begrip en aan de reductie van stereotypen waardoor vooroordelen en discriminatie – ook later in het leven – minder kans hebben. En het klopt dat de beeldvorming verbetert als er positieve relaties ontstaan in gemengde klassen. (zie Tobias Stark). Helaas blijven vriendschapsnetwerken op gemengde scholen voor een belangrijk deel gevormd langs etnische scheidslijnen (zie Anke Munniksma). Bovendien is interetnisch contact in de klas niet per se positief. Ook de mogelijkheden voor conflicten tussen etnische groepen nemen in gemengde klassen toe. Een duidelijk voorbeeld van negatief contact is pesten. Als er in gemengde klassen relatief vaak gepest wordt tussen etnische groepen, vormt dit een bedreiging voor de ontwikkeling van positieve interetnische relaties.

Rol van etniciteit bij pesten

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Vorige Volgende