Bloot verkoopt, weet regelmatig GC-gastlogger Olivier van Beemen, die in het dagelijks leven correspondent is in Parijs voor onder meer Elsevier en het FD. Om zijn pas geleden verschenen eerste boek te vieren, In Parijs, verklapt hij hier het bestbewaarde geheim van Parijs.
Ik ben het afgelopen jaar niet alleen veranderd in een fanatiek hardloper, maar ben ook steeds vaker gaan zwemmen. Het levert ook een leuke nieuwe hobby op: zwembadtoerist. Parijs kent veel mooie zwembaden in verschillende buurten (38 in totaal). Ik schreef al over Edouard Pailleron in het negentiende arrondissement, ik zwem wel eens in Joséphine Baker in de Seine (25 meter, eigenlijk te klein) en ontdekte vorige maand het vijftig-meterbad Georges Vallerey in het twintigste arrondissement. Een openluchtzwembad voorzien van een schuifdak: ik was onder de indruk.
Een van mijn favoriete baden is Piscine Pontoise, uit de jaren dertig, met twee etages individuele badhokjes. De film Bleu met Juliette Binoche (van de trilogie Trois Couleurs) is er opgenomen. Dit 33-meterbad is één van de twee waarvoor ik een tienrittenkaart heb.
Het andere waar ik regelmatig kom is Piscine Suzanne Berlioux, op niveau -3 van winkelcentrum de Hallen. Normaal gesproken ben ik niet zo?n fan van les Halles, maar een 50-meterbad midden in de stad wilde ik een dikke maand geleden wel eens uitproberen. Ook zijn de ruime openingstijden (op maandag en woensdag tot elf uur 's avonds) zeer aantrekkelijk.