‘Slow Tech’ van Andrew Price manifesteert zich als een pamflet tegen overdreven efficiënt denken, maar ontpopt zich vooral als een pleidooi voor robuust ontwerpen.
De overstromingsmaatregelen in New Orleans waren zeker efficiënt. Tegen zo gering mogelijke kosten waren dijken gebouwd die voldeden aan de normen voor het weerstaan van een storm die maar eens in de honderd jaar zou voorkomen. Een net wat sterkere storm arriveerde in 2005, toen de stad bovendien al meer dan verwacht onder haar eigen gewicht het moeras ingezakt was en dus lager lag dan waar de ingenieurs enkele decennia eerder van uitgingen. Die aanpak contrasteert nogal met de Nederlandse aanpak, waar stormvloedkeringen worden aangelegd, die misschien wel nooit van hun technische leven werkelijk in actie hoeven te komen.
Andrew Price, hoogleraar aan de University of Warwick, haalt het contrast aan het begin van zijn boek ‘Slow Tech’ aan, om aan te geven hoe denken in termen van efficiëntie vooral de korte termijn dient. Wie kijkt naar wat op langere termijn de meeste waarde voor je geld geeft, kiest voor robuustere ontwerpen. De initiële investering is misschien groter, maar de levensduur en effectiviteit van de oplossing maakt dat goed.
Het illustreren van die stelling met talloze cases, verdeeld over zeven thema’s, is de hoofdmoot van het boek. Binnen die thema’s, variërend van economische globalisering tot de tunnels van de Viet Cong, speelt milieu een terugkerende rol. De natuur is immers een aangelegenheid van de lange termijn, schade waaraan doorgaans niet wordt meegenomen in efficiëntieberekeningen. Het tij begint echter wel te kenteren.