DATA - Na een relatief goede winter van 2013 naar 2014 ging de bijensterfte afgelopen winter weer omhoog in Nederland. Uit recent onderzoek blijkt opnieuw dat bestrijdingsmiddelen met neonicotinoïden een belangrijke factor zijn in deze sterfte. Het gedeeltelijke moratorium hierop in de EU zal nader beschouwd moeten worden.
Afgelopen week verscheen de nieuwste rapportage van het Nederlands Centrum Bijenonderzoek (NCB) over de wintersterfte over 2013/2014. De sterfte dook voor het eerst sinds deze metingen onder de 10%. De 10% is significant, omdat die gezien wordt als het normale gemiddelde van voor de tijd dat de bijensterfte sterk toenam begin deze eeuw.
Van de onderzoeksleiding van NCB kregen we ook de voorlopige cijfers voor afgelopen winter. Daarin zien we echter weer het hogere niveau van de laatste jaren.
Het verloop vanaf 2005 ziet er dan als volgt uit:
Uit recent onderzoek in de VS komt opnieuw naar voren dat de aanwezigheid van neonicotinoïden direct bijdraagt aan de kans op sterfte van bijenvolkeren. En een nog breder Nederlands onderzoek, vorige week gepubliceerd, komt tot dezelfde conclusie.
In het Nederlandse onderzoek komt ook naar voren dat ook de aanwezigheid van de varroamijt een grote, negatieve rol speelt, alsmede grote koolzaad- en/of herikvelden. Op die velden mogen geen neonicotinoïden gebruikt worden, maar wel andere pesticiden.