Het commonisme heeft de toekomst

Een alternatief voor het kapitalisme is te vinden in de ‘meenten’ (commons), schrijft Thijs Lijster in zijn boek Wat we gemeen hebben. De meent staat oorspronkelijk voor een gemeenschappelijk te gebruiken terrein in of vlak bij een dorp. Lijster tilt het begrip op tot een algemeen maatschappelijk principe en verplaatst het naar de hedendaagse maatschappij. De meent omvat kort gezegd alles wat ‘voor iedereen' is en 'van niemand’. Meenten zijn vandaag de dag te vinden, niet alleen in het gebruik van gemeenschappelijke grond, maar ook op het terrein van kennis, cultuur en de digitale informatievoorziening. In de herleving van de meent kunnen we een aanknopingspunt vinden om tegenwicht te bieden tegen het ongebreidelde kapitalisme dat is gebaseerd op privé-eigendom en individuele verrijking ten koste van de gemeenschap. Idealisme? Wacht tot je het boek hebt gelezen. Dat de oude meenten nu in beeld komen in kritische beschouwingen over het kapitalisme is niet zo vreemd. Het verdwijnen van de gemeenschappelijke weides voor het hoeden van schapen en de bossen waar iedereen vrij kon jagen, bessen of paddenstoelen kon plukken, had alles te maken met de opkomst van het kapitalisme. Wat oorspronkelijk van niemand was en door iedereen gebruikt kon worden is in de zestiende en zeventiende eeuw in Europa op veel plaatsen geprivatiseerd. Gemeenschappelijk gebied werd met steun van nieuwe wetten letterlijk omheind door machtige edellieden. De gebruikers bleven met lege handen achter en hadden op den duur geen andere keus dan hun arbeid te verkopen aan de nieuwe bezittende klasse. Daarvoor verhuisden ze in veel gevallen naar de steden om te gaan werken in de opkomende industrie, gefinancierd uit het grootgrondbezit. Even kort door de bocht gezegd. Lijster beschrijft deze geschiedenis uitgebreid en baseert zich onder andere op Elinor Ostrom (Governing the Commons, 1990) en Sylvia Federici (Caliban and the Witch, 2014). De laatste legt ook nog een interessante link tussen de onteigening van gemeenschappelijke gronden en de heksenprocessen in die dagen. Onteigening Maar het gaat Lijster in Wat we gemeen hebben niet om het verleden maar om heden en toekomst. Zijn boek is te zien als een principiële en filosofische kritiek op het hedendaagse neoliberalisme. Tegelijk wil hij laten zien dat er een alternatief is. Daarvoor moeten de vanzelfsprekendheden van het huidige economische en maatschappelijke systeem eerst wel inzichtelijk gemaakt worden. De vanzelfsprekendheid dat privatisering ook in het publieke domein altijd de voorkeur heeft. Dat alles koopwaar is en gebaseerd moet worden op verdienmodellen: wonen, zorgen, leren. Op alle levensterreinen zien we onteigening. Het consumentisme laat zien dat zelfs onze behoeftes en verlangens ‘steeds succesvoller worden geëxploiteerd door het kapitalisme’. En datzelfde geldt voor onze persoonlijke informatie, vriendschappen en sociale relaties. ‘Facebook is een goed voorbeeld van een nieuwe vorm van enclosure of onteigening’. Het boek analyseert drie gebieden die in de loop van de tijd onderworpen zijn aan onteigening maar waar tegelijkertijd ook tegen de verdrukking in bepaalde praktijken kenmerken van de meent in stand houden. ‘Universiteiten zijn misschien wel de prominentste overblijfselen van de traditionele meenten in onze hedendaagse samenleving’, schrijft Lijster. Ze bestaan bij de gratie van het delen en publiekelijk ter beschikking stellen van kennis. De sluipende onderwerping van het hoger onderwijs aan bedrijfskundige efficiëntiemodellen heeft het karakter van de meent voor een deel teniet gedaan. Maar de kritiek groeit en de open access beweging wint terrein. Ook het internet had aanvankelijk het karakter van een meent voor het delen en gemeenschappelijk gebruiken van informatie. Maar ‘het internet is stuk’, schreef Marleen Stikker bij het vijftigjarige bestaan. Het is inmiddels vrijwel volledig overgenomen, onteigend, zegt Lijster, door big tech monopolies. Digitale platforms kunnen onder het regime van het neoliberalisme niet anders dan als monopolies bestaan. Maar ook hier zien we nog iets van de meent-gedachte voortbestaan in Wikipedia en open source software. Disneyficatie van de stad Het derde gebied waar Lijster zowel onteigeningsprocessen als de kiemen van een meent ziet is de stad ‘als sociaal medium’. ‘Gentrificatie’ en ‘disneyficatie’ (toerisme) veranderen de stad als gemeenschappelijk verblijfsgebied in koopwaar bestuurd door de vastgoedsector en de bankiers. Tegen deze ontwikkeling in zien we in allerlei steden burgerinitiatieven om naar het principe van de meenten gebieden, gebouwen, terreinen in bezit te nemen voor gemeenschappelijk gebruik. Lijster noemt Napels en Barcelona, bij de boekpresentatie zagen we voorbeelden uit Antwerpen waar hij een tijdje onderzoek deed in het Culture Commons Quest Office van de Universiteit van Antwerpen. De grote uitdaging voor het bieden van tegenwicht tegen het hedendaagse hyperkapitalisme ligt in een andere manier van denken over individu en gemeenschap, schrijft de filosoof Lijster. In de neoliberale ideologie worden alle collectieve problemen teruggeworpen op het individu. Maar er is geen individu zonder collectief. Het gaat bij individuen niet om een losse verzameling elementaire deeltjes. ‘Er bestaat geen on-deelbare, in-dividuele identiteit, of althans, ik val nooit volledig met mijzelf samen (…) Wie ik ben is verdeeld over de relaties met al die identiteiten buiten mij’. Het probleem in die noodzakelijke omslag in het denken is dat wij in de loop van de tijd door en door geïnfecteerd zijn met een tegengestelde opvatting over onszelf: het autonome individu dat acteert als een ondernemer van zichzelf. Die verinnerlijking van de kapitalistische ideologie houdt het systeem in stand, hoe kritisch we er tegenwoordig ook over denken. Het probleem is dat we de meenten en de bijpassende ‘gemeenzin’ (Lijster vermijdt ‘gemeenschapszin’ vanwege de conservatieve connotatie) niet meer herkennen, in het westen nog het minst (elders nog wel zoals in het Afrikaanse concept van ‘ubuntu’: je bent wat je bent door je relaties met anderen). Maar juist in het westen heeft het precaire, kwetsbare bestaan van groepen wel bewegingen opgeroepen tegen het dominante systeem. Het concept van de meenten kan volgens Lijster veel van die verschillende bewegingen die nu onafhankelijk van elkaar opereren bij elkaar brengen. De meenten zijn ‘de bron  waaraan en de idee waarmee je zeer verschillende belangen, waarden en identiteiten, en verschillende vormen van politieke strijd met elkaar zou kunnen verbinden.’ Tegen Thatchers TINA Wat we gemeen hebben heeft als ondertitel Een filosofie van de meenten. Dat is het ook. Maar die filosofie resulteert, in navolging van Marx, in een duidelijke politieke boodschap gericht op verandering. Lijster citeert Gramsci’s opvatting over politiek: ‘de strijd om de hegemonie over de gemeenzin, dat wil zeggen over het vermogen om te bepalen wat mensen voor mogelijk en onmogelijk, realistisch en onrealistisch houden.’ De strijd tegen Thatchers TINA (There Is No Alternative). De strijd voor democratie ook. De meenten zijn onverbrekelijk verbonden met het idee van zeggenschap over de behartiging van gemeenschappelijke belangen. Lijster introduceert de term commonisme  om het centrale karakter van de commons in zijn filosofie te benadrukken. Hij neemt expliciet afscheid van het staatskapitalisme, de bureaucratie en repressie die de voormalige communistische landen kenmerkten. Het commonisme staat ook niet voor een heropleving van de sociaaldemocratische verzorgingsstaat. Minder markt en meer staat is niet de oplossing. Het gaat niet om een inrichting van de samenleving van bovenaf, maar van onderop. Economische democratie is dan ook een belangrijke vereiste. De zeggenschap over de materiële kant van de meent is van even groot belang als de onderlinge solidariteit, het gemeenschapsgevoel en het besef van elkaar afhankelijk te zijn. Hoe uniek die term commonisme (die mijn tekstverwerker blijft afwijzen) ook lijkt, de filosofie die er achter steekt is gebaseerd op het denken van een groot aantal oudere en recente filosofen die ons met een kritische analyse van de dominante economie en cultuur op het spoor zetten van een alternatief. Lijster vat hun ideeën samen in een zeer helder, prettig leesbaar betoog en voegt er zijn eigen inspirerende gedachten aan toe. In de inspiratie die hij biedt voor alternatieve denkrichtingen zit wat mij betreft de belangrijkste waarde van dit boek. Er zijn alternatieven voor het neoliberalisme. Ze liggen voor het oprapen als je bereid bent af te stappen van het dominante economische denken en het gemeenschappelijke denken en doen meer gaat waarderen. Thijs Lijster, Wat we gemeen hebben; een filosofie van de meenten. Uitgeverij De Bezige Bij, ISBN 9789403121116. 272 blz. Paperback, €24,99 Dit artikel is onderdeel van de Sargasso serie Een ander kapitalisme.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: Tyler Hewitt (cc)

Empirische onderbouwing genegeerd in neoliberale wetgeving

ANALYSE - De neoliberale wetgeving van de afgelopen decennia bevoordeelt vooral sterke, onafhankelijke burgers, ten koste van de kwetsbaren. Dat concludeert hoogleraar Marijke Malsch bij nadere beschouwing van de empirische onderbouwing van diverse wetten en beleid.

Bij sommige wetten is het probleem waarop zij gericht zijn duidelijk en ligt ook de oplossing voor de hand. Dat is bijvoorbeeld het geval bij het rookverbod in cafés en de dodehoekspiegels bij vrachtwagens. Doelen en beoogde effecten van deze wetten zijn behoorlijk helder en zijn via empirisch onderzoek relatief eenvoudig vast te stellen. Maar er zijn ook wetten die veel gecompliceerder zijn en waarbij ook normatieve en rechtspolitieke vraagstukken een rol spelen.

Wetten maak je niet zomaar. Een wet is een ingrijpend middel. In de Aanwijzingen voor de regelgeving staat dat eerst andere maatregelen moeten worden geprobeerd.[1] En het Integraal toetsingskader beleid en regelgeving stelt dat een goede onderbouwing van wetsvoorstellen nodig is.[2] Als er empirisch onderzoek beschikbaar is dat relevant is voor een nieuwe wet, dan zou dat dus in een wetgevingstraject moeten worden betrokken.[3] De kans is dan groter dat de wet ‘werkt’ en geen of minder ongewenste neveneffecten heeft.

In dit artikel analyseer ik achtereenvolgens wetgeving en beleid over mensenhandel en prostitutie, over het spreekrecht voor slachtoffers en over het afbouwen van de ‘instituutszorg’.[4]

Foto: Abhi Sharma (cc)

Neoliberalisme, een Nederlandse geschiedenis

RECENSIE - gastbijdrage van Hans Custers

In 1993 trad het Verdrag van Maastricht in werking en een jaar later volgde een uitgebreide herziening van het GATT-akkoord. Beide verdragen hadden tot doel om de internationale vrijhandel te bevorderen. Bram Mellink en Merijn Oudenampsen beschrijven in hun boek wat er daarna gebeurde: er verscheen een artikel in NRC (betaalmuur) met de kop: ‘Nationale elite moet de economie redden.’ Het zag er somber uit voor de Nederlandse economie, die niet in staat was om te concurreren met het buitenland, was de waarschuwing.

Er waren geen verklaarde tegenstanders van die vrijhandelsakkoorden aan het woord, die hun nederlaag niet konden accepteren. Integendeel, NRC citeerde topambtenaar van Economische Zaken Ad Geelhoed, econoom en PvdA-prominent Arie van der Zwan, Rabobankbaas en invloedrijke CDA’er Herman Wijffels, Philips-directeur Jan Timmer en VVD-leider Frits Bolkestein. Stuk voor stuk pleitbezorgers van een mondiale vrije markt. Ze waren het eens over de remedie: ‘ingrijpende veranderingen op het gebied van sociale zekerheid, belastingen en arbeidsverhoudingen.’ Met een doortastend beleid van een nieuw kabinet dat later dat jaar aan zou treden zou het goed kunnen komen, dacht Geelhoed: ‘Het is mogelijk, maar het kost wat in termen van gerief, van dingen waar we aan gewend zijn.’

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Wat is neoliberalisme (Lars Cornelissen)

ACHTERGROND - De Figurant is een online praatprogramma op defigurant.TV voor mensen die een kritische insteek missen in de reguliere, mainstream media. De Figurant is er voor kritische, milieubewuste en nieuwsgierige mensen die gelijkheid tussen mensen nastreven.

In deze aflevering (45 min.) van ‘De Figurant’: We leven in een ‘neoliberale samenleving’ maar er is bijna niemand die zichzelf een neoliberaal noemt. Wie zijn dan die bedenkers en ontwerpers van het neoliberalisme? Wat is de geschiedenis ervan? Waar hebben we het eigenlijk over als we erover praten? Hierover praat Mathijs van de Sande met Lars Cornelissen (ideeën historicus en gepromoveerd op de ideeëngeschiedenis van het neoliberalisme).

Foto: cc Emma Simpson via Unsplash.

Neoliberaal getinte ‘roze’ positieve gezondheidsbril verblindt

COLUMN - Rob Arnoldus en Mark de Koning

Welzijns-en gezondheidsinstanties omarmen schijnbaar gedachteloos het concept van positieve gezondheid. Met veerkracht, eigen regie en coping komt de zieke in beeld als een gezond mens. Het concept doet geen recht aan het lijden van ernstig zieke patiënten, aan de positie van groepen die over onvoldoende gezondheidsvaardigheden beschikken, en ook niet aan het recht op gezondheid.

In 2011 verschijnt een artikel van Machteld Huber en collega’s in het British Medical Journal waarin afscheid wordt genomen van het alledaagse denken over gezondheid en impliciet ook van het recht op (volledige) gezondheid – als tegenpool van ziekte. De auteurs nemen afscheid van definitie van de World Health Organization (WHO) waarin gezondheid wordt gezien als een toestand van compleet lichamelijk, psychisch en sociaal welbevinden – en niet alleen de afwezigheid van ziekte en gebrek. Volgens hen zou de WHO-definitie medicalisering in de hand werken, te veel de nadruk leggen op wat niet kan en daarmee (oudere) chronisch, zieke mensen definitief ziek kunnen verklaren.

In hun nieuwe positieve omschrijving wordt gezondheid benoemd als het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren in het licht van lichamelijke en sociale uitdagingen van het leven. Op de voorgrond staat het adaptievermogen: het vermogen van een individu om zich aan te passen aan een gewijzigde situatie. Sleutelbegrippen zijn veerkracht, eigen regie en coping.

Foto: 1911 postcard - pigs' tails spelling out the year copyright ok. Gecheckt 23-11-2022

Klaas Dijkhof de Goedmens

OPINIE - Wat een hoop goede bedoelingen weer van Klaas Dijkhof. Ja, hij lijkt wel een goedmens! Maar als hij dat echt was zou hij structurele maatregelen nemen en het niet laten bij lapwerk dat ik hem hier zie voorstellen:

Structureel is: strengere straffen voor overtreders, een goed gefinancierd controle apparaat dat echt onafhankelijk is en niet onder directe controle staat van het ministerie. Alleen door het regelmatig, onaangekondigd controleren van bedrijven, en door te niet schromen om in te grijpen als daar reden voor is, zullen bedrijven hun gedrag verbeteren. Dat is niet omdat er in slachthuizen slechte mensen werken maar omdat bedrijven die het wel goed willen doen het afleggen tegen concurrenten die de kantjes er vanaf lopen: zij kunnen immers veel goedkoper werken. (Dit, geheel terzijde, is een kern stuk in de leer van marktwerking. Vreemd dat de profeten van de markt dit nu juist niet zien.)

Ik geloof graag dat hij het goed bedoelt. Maar wat ik van deze regering (en voorgaande, ook CDA, PvdA, CU en D66 dragen verantwoording) steeds zie is dat het altijd blijft altijd bij incidenteel optreden en brandjes blussen zoals in de Fipronil-Affaire. Als de crisis bezworen is gaat men gewoon door met het huidige landbouwbeleid, met een paar kleine tweaks hier en daar. Roos Vonk heeft er een dagtaak aan om de gevolgen te documenteren.

Foto: AntMan3001 (cc)

Wat kunnen we leren van Joker

COLUMN - Een gastbijdrage van Floris Schleicher. die ook schrijft op {tussenwoord} en Joop.nl.

De nieuwe hitfilm Joker bevat terechte maatschappijkritiek voor wie verder dan de oppervlakte kijkt. De analyse van Sid Lukkassen is exemplarisch in haar onvermogen dit daadwerkelijk te doen. Ze hangt van de halve waarheden en hele misvattingen aan elkaar. Het is belangrijk dat we de waarheden van de misvattingen onderscheiden en om over de waarheden verder te denken. 

Doorgeslagen individualisme

Volgens Lukkassen kunnen we in Joker een radicale kritiek zien op het moderne individualisme. Hiervoor biedt de film inderdaad aanknopingspunten. De analyse en oplossing die Lukkassen voorstelt kloppen echter van geen kant.

Gek genoeg ziet Lukkassen helder de maatschappelijke problemen in de film.

Hij stipt aan dat de film begint met enkele belangrijke scènes waarin we veel maatschappijkritiek herkennen. Neem de openingsscène: terwijl we kennismaken met het hoofdkarakter speelt op de achtergrond de radio. In het radioprogramma gaat het over de stakingen van onderbetaalde vuilnismannen en de chaos die daarop volgt. Het vuilnis hoopt zich op en er is inmiddels zelfs een superrattenplaag in de stad uitgebroken. Daarnaast komen we aan het begin van de film ook te weten dat op de geestelijke gezondheidszorg hard wordt bezuninigd.

Foto: Milieudefensie (cc)

Twijfel heeft de toekomst

RECENSIE - Waar gaat het heen met deze wereld?

Historicus en journalist Addie Schulte (1965) schreef een boek over doemdenken als reactie op actuele kwesties zoals migratie, klimaatverandering, neoliberalisme en robotisering. Hij is er aan begonnen, zoals hij zelf zegt ‘uit verbazing over de grote rol van doembeelden in het denken over de toekomst.’ Hij heeft niet de pretentie die beelden te bestrijden. Zijn doel is meer ze te beschrijven en te analyseren. Ook als er niets van klopt kan een doemscenario invloed hebben op het handelen, denken en voelen van mensen.

Ongeacht het onderwerp ziet Schulte in neergangstheorieën dezelfde ingrediënten (p.12): er gaat iets fundamenteel mis, dat kun je nu al zien, belangrijke waarden worden bedreigd en als de ontwikkeling niet gekeerd wordt komt een zinvol leven op de tocht te staan. Veel mensen willen de bedreiging niet erkennen, dat leidt tot allerlei spanningen. Maar het blijft een ontwikkeling die door mensen in gang is gezet en die dus ook door mensen gekeerd kan worden. Een betere toekomst blijft mogelijk. Veel doemscenario’s worden dan ook gekoppeld aan een positief toekomstbeeld. Angst en hoop liggen dichtbij elkaar.

De strijd om de toekomst verwijst naar een ideeënstrijd over de betekenis van het heden voor de toekomst. We krijgen dankzij Schultes belezenheid een mooi en prettig leesbaar overzicht van ideeën van een reeks van min of meer bekende publicisten en opinieleiders over thema’s die pakweg de afgelopen dertig jaar een belangrijke rol hebben gespeeld in het maatschappelijk debat. Een ‘feest der herkenning voor Sargassolezers’ durf ik wel te zeggen. Theorieën zou ik het niet allemaal willen noemen. Eigenlijk gaat het meer om ideologieën. En beschouwingen over ideologieën.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Volgende