Iraki’s steunen aanslagen
Niet allemaal natuurlijk, maar volgens een nu niet meer zo geheim onderzoek van het Britse ministerie van Defensie blijkt wel dat ongeveer 65 procent van de Iraki’s de zelfmoordaanslagen tegen Amerikaanse en Britse troepen steunt. Ongeveer 1 procent vindt dat de aanwezigheid van Amerikaanse en Britse troepen helpt bij de wederopbouw van het land. Eindelijk lijkt er een goede verklaring voor de eindeloze stroom aanslagen. Want een van de basisregels van een gewapende opstand is immers dat er steun moet zijn onder de plaatselijke bevolking om een langdurige guerilla-oorlog te kunnen voeren.
Maar waar is het toch mis gegaan? Een overgrote meerderheid van de Iraakse bevolking wilde graag dat Saddam ging, en veel daarin vonden een Amerikaanse inmenging onvermijdelijk en behulpzaam.
Direct na de inval zijn er vele jihadstrijders van buiten Irak de slecht beveiligde grenzen over gestoken om de heilige strijd tegen de Amerikanen te voeren. De Iraki’s waren geen voorstander van deze buitenlandse inmenging, en wilden de Amerikanen en de Britten wel helpen om deze Jihadi’s weg te krijgen. Maar de strategie van de Amerikanen, door het Amerikaanse Slate prachtig verhaalt in een relaas over Operation Matador, zorgt ervoor dat de Iraki’s steeds vaker slachtoffer worden van slecht militair-strategisch inzicht van de kant van de geallieerden.