Met enige regelmaat biedt Sargasso ruimte voor gastredacteuren. Vandaag een stuk van MG, een van de vaste reaguurders.
Het is een veel te grote storm in een piepklein glas water en nog op de verkeerde plaats ook: “GPD-gate”. Journalisten die zich als bloedhonden op hun prooi werpen en de mooiste grote woorden gebruiken om maar te laten blijken dat ze het allemaal maar heel erg vinden. Is het allemaal wel zo verschrikkelijk? Loopt de persvrijheid gevaar en zo ja: wie is daarvan dan de schuldige? Ligt er niet een ander probleem aan de basis van het GPD-verhaal?
Woordvoerders, persvoorlichters, voor elke rechtgeaarde journalist zijn het muren waar je doorheen moet. Wil je een organisatie in dan struikel je over deze drempel. Persvoorlichters zijn de mensen die het bedrijf moeten beschermen tegen lastige vragen. Een verkeerde uiting kan immers koppen doen rollen of, nog erger, miljoenen kosten. Persvoorlichter is dan ook eigenlijk per definitie een verkeerde omschrijving.
De “voorlichter” zie ik dan ook als iemand die tot taak heeft de informatie die de organisatie verlaat te controleren, censureren. Daarom ook dat menig bedrijfsprotocol over contacten met de pers begint met: “Parkeer de journalist netjes, geef koffie en waarschuw direct de dienstdoende persvoorlichter!”. Dit gevolgd door telefoonnummers van thuis, de mobiel, het vakantieadres, de pieper en van de schoonmoeder van de betreffende persoon.
Voor de journalist is het natuurlijk de truc om die barrière te mijden. Je krijgt namelijk alleen te zien en te horen wat de voorlichter je wil laten zien en horen. Gelukkig is de journalist goed geschoold, kent hij de trucjes en (gespreks)technieken om daar te komen waar hij wil wezen: bij de waarheid.