Zelfdoding doe je niet alleen
OPINIE - Zelfdoding is al jaren een heet politiek hangijzer. Veel liberalen zeggen: de keuze ligt bij het individu. Maar wat als de keuze niet echt vrij is?
Over hulp bij zelfdoding woedt de laatste jaren een felle maatschappelijke en politieke discussie. Het gaat over ouderen die hun leven ‘voltooid’ vinden of mensen die anderszins een einde aan hun leven wensen. Zeker als het gaat om zogeheten ‘laatstewilmiddelen’ die voor iedere particulier toegankelijk zouden moeten zijn, lopen de gemoederen hoog op. Onlangs nog schreef minister Hugo de Jonge (CDA, Volksgezondheid) een brief naar de kamer waarin hij stelde dat het kabinet wil voorkomen dat mensen dodelijke poeders kopen om zelf uit het leven te stappen. De onderliggende vraag is natuurlijk: in hoeverre mogen we zelf beslissen over ons levenseinde? In het eerste Filosofisch Café van dit seizoen ging filosoof Fleur Jongepier (RU Nijmegen) in gesprek met haar liberale onderbuik.
Liberale onderbuik en je toekomstig ‘ik’
Als het gaat om zelfdoding is de eerste neiging van een liberaal om te zeggen: de keuze ligt volledig bij mij, ik bepaal het zelf wel. Maar alleen als dat in lijn is met het vrijheidsprincipe van de filosoof John Stuart Mill, namelijk, dat de grenzen van je vrijheid daar liggen, waar je de vrijheid van anderen beperkt. Wanneer Jongepier dit principe toepast op de zelfdodingsproblematiek, stuit ze op een diepere, filosofische kwestie. Want wat bepaalt het ‘ik’ en wat bepaalt de ‘ander’? Is je toekomstige ‘ik’ niet eigenlijk een ander persoon? En schaad je die toekomstige ‘ik’ niet door nu een radicale keuze zoals zelfdoding te maken?