Op de overgang van oud naar nieuw ligt de drempel van de tijd. Is de drempel een barrière of een brug? Terwijl de laatste uren van het jaar wegtikken, kijken we naar drempels in de kunst.
Aan dat stukje rechthoek wordt veel betekenis toegekend. De drempel is een symbool. Wie er over struikelt, valt over een illusie. Het is natuurlijk prettig als je een misstap jezelf niet hoeft aan te rekenen, maar aan een theosofisch of occult verschijnsel dat op of in de drempel woont.
Arthur Bowen Davies – Dweller on the Threshold, 1915.

De drempel is een haast ongrijpbare overgang. Bijvoorbeeld van rust naar turbulentie. Paul Klee observeerde de Nijl en zette de overgang van rustig naar wild stromend water op een rijtje.
Paul Klee – In the Current Six Thresholds, 1929.

Die mystieke, niet te bevatten grens boezemt sommigen angst in voor het ongewisse dat achter de drempel ligt. Nu zijn sommige mensen gauw bang, zoals bleek toen in 1986 een angsthaas Barnett Newmans ‘Who’s afraid of Red, Yelllow and Blue III’ met ene mes aanviel. Voor Cecil King misschien een reden om zowel de angst voor een kleur met die voor de drempel te combineren?
Cecil King – Threshold Orange, 1975.

Een journalist noemde in 1931 de havenstad Liverpool de ‘drempel naar het einde van de aarde’. Stephen Broadbent verwerkte dat in deze sculptuur.
Stephen Broadbent – Threshold to the ends of the earth, 2006.
