Kunst op Zondag | Statue dressing

‘Window dressing’, vrij vertaald ‘de etalage pimpen’, is alom bekend als term voor dingen beter doen lijken dan ze werkelijk zijn. Het bekende dikke woordenboek zegt: “maatregelen om iets mooier voor te stellen dan het is”. Minder bekend is ‘statue dressing’: een standbeeld opleuken. Dat kan hét antwoord worden op de vraag of standbeelden die een lelijke geschiedenis vertegenwoordigen uit het straatbeeld verwijderd moeten worden of niet. Waar ‘window dressing’ allerlei lelijkheid wil verdoezelen, kan ‘statue dressing’ juist een nare geschiedenis zichtbaar maken. Hew Locke is daar op zijn manier al jaren mee bezig. Al ruim twintig jaar speelt hij met ideeën om vooral standbeelden die refereren aan de Victoriaanse periode ‘aan te kleden’. Hij beseft goed dat hij daar lang niet altijd toestemming voor zou krijgen en voelt er weinig voor dan maar in het holst van de nacht en op zijn hoede voor de politie aan het werk te gaan. Dus maakte hij in 2007 foto’s van allerlei standbeelden en werd het ‘photo-of-statue-dressing’. Op onderstaande foto’s, uit de serie ‘Restoration’ (2006), links slavenhandelaar Edward Colston. Rechts Edmund Burke, een politicus die  propageerde dat zonder religieuze instellingen de morele stabiliteit van de staat in gevaar zou komen. Locke boorde gaten in de foto’s en bevestigde er gouden medaillons en juwelen aan. Symbool voor de rijkdom die de Britten aan hun koloniaal verleden hebben te danken. En symbool voor hoe die rijkdom de schaduwkanten van die periode aan het oog onttrekken. Een ideetje  voor de ‘Fourth Plinth’ (Trafalgar Square, Londen) haalde het plein niet. Het ontwerp werd wel tentoongesteld: een replica van een standbeeld van Sir George Stuart White, die het Victoria Cross kreeg voor zijn bijdrage aan de Tweede Brits-Afghaanse Oorlog. Het beeld heet ‘Sikandar’. Bedekt met medailles, gaat hij gebukt onder de geschiedenis van militaire campagnes in Afghanistan. Wat wel is gerealiseerd: Lockes ‘statue dressing’ van een standbeeld van koningin Victoria in Birmingham. Ter gelegenheid van de Gemenebestspelen 2022 (de ‘Olympische Spelen’ van het Britse imperium). In ‘Foreign Exchange’ heeft Locke het standbeeld plaats laten nemen in een boot. De koningin wordt vergezeld door kleinere replica’s van haarzelf. Ze dragen helmen en onderscheidingen die verwijzen naar veldslagen die geleid hebben tot de totstandkoming van het ‘Britse rijk’. ‘Statue dressing’ met andere bedoelingen is al ouder dan de weg naar Rome. Onderzoekers van het British Museum ontdekten dat een Egyptisch beeldje van de god Horus gekleed was in het uniform van een Romeinse keizer. Lees daar meer over op dit blog van het British Museum (2012). Elk jaar, op 29 juni, vieren de katholieken het hoogfeest van de heiligen Petrus en Paulus. Voor die gelegenheid wordt een in de Sint Pieterbasiliek (Rome) het standbeeld van Petrus aangekleed met pauselijke attributen. Petrus wordt door de katholieke kerk gezien als de eerste paus. Het Brusselse ‘Manneken Pis’ heeft ondertussen een kledingkast met meer dan duizend kostuums. Aangekleed omdat een of ander club wat heeft te vieren. Bijvoorbeeld het Universitair Medisch Centrum Sint-Pieter. Tegenwoordig is ‘statue dressing’ soms een blijk van solidariteit. Met vluchtelingen of met Oekraïne. Maar verder is ‘statue dressing’, behalve stof tot discussie,  vooral commercie, spotternij en leut. Terug naar Hew Locke. Momenteel is zijn werk te zien in de groepstentoonstelling ‘In the black fantastic’ (Londen, Hayward Gallery, tot 18 september). Die tentoonstelling is vanaf 19 november te zien in de Kunsthal Rotterdam. Van Locke zullen onder andere zijn ‘Ambassadeurs’ te zien zijn. Volgens Locke: “gezanten die boodschappen uit het verleden naar de toekomst brengen. In een tijd waarin de zwarte geschiedenis over het hoofd werd gezien, herinneren deze ambassadeurs aan de inhoud van de geschiedenis”.

Door: Foto: Tim Ellis (cc)
Foto: copyright ok. Gecheckt 28-02-2022

Loveboat naar ons Indië

RECENSIE - In de roman De passagiers van ‘De Rembrandt’ (1919) van Thérèse Hoven (1860-1941) is een verpleegster openlijk uit op een one-nightstand. Ze manipuleert een knappe officier naar een afgezonderde ruimte, maar als blijkt dat hij verliefd is op een ander wordt ze kwaad:

En ’t pleegzustertje is woedend en uit eenige invectieven, niet bepaald complimenteus voor haar onwilligen cavalier, maar evenmin getuigende van een goede opvoeding of een liefderijk gemoed. […] ‘Hè, wat een mispunt! Zoo’n ongelikte beer! Ik had juist zoo’n dollen zin in een beetje pret. ’t Is een miserabele reis. Hè, toen wij uitgingen, die Deli-planter! Ik wou, dat ik er weer zoo een ontmoette.

Uit de archieven diepte de leraar Nederlands Coen van ’t Veer tientallen romans op zoals De passagiers van ‘De Rembrandt: boeken waarin de boottocht tussen Nederland en Nederlands Indië een belangrijke rol speelde en die verschenen tussen 1850 (ongeveer het moment waarop die reis een intree doet in de Nederlandse letterkunde) en 1940 (rampspoed geboren).

Het resultaat van dat onderzoek is een boeiend proefschrift, De kolonie op drift, dat door uitgeverij Verloren voorbeeldig is vormgegeven: een boek dat laat zien hoe Nederland zijn koloniale samenleving verbeeldde in de vorm van romans over de kleine koloniale kosmos die zo’n schip was.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Quote du Jour | Completely ignorant about the empire

Dr Mukulika Banerjee, director of the South Asia Centre and associate professor of anthropology at the London School of Economics, talks of British students who “arrive at university completely ignorant about the empire, that vital part of their history.”

“When we talk of Syria today, they have no knowledge of Britain’s role in the Middle East in the last century. When discussing burning political questions today, they have no historical context to  draw on that links Britain’s own past with those events. Similarly, they have no clue about the history of the immigration. They don’t understand why people of other ethnicities came to Britain in the first place. They haven’t learned any of it at school. So, in their second year at university, when my students discover the extent of their ignorance, they are furious.”

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De kolonieman

RECENSIE - © UItgeverij Balans, boekomslag De kolonieman van Angelie SensIndië heeft de staat gered,’ zo schreef Johannes van den Bosch in de herfst van 1836 aan zijn zoon Jan. En dat was niet ver bezijden de waarheid.

Als vertrouweling van koning Willem I was Van den Bosch goed op de hoogte van de staat van ’s lands financiën sinds de rampzalige Belgische oorlog van 1830. Als hoogste bestuurder van Indië (eerst als gouverneur-generaal, daarna commisaris-generaal, met grotere volmachten) wist Johannes van de Bosch exact wat ‘zijn’ kolonie elk jaar weer bijdroeg aan de Rijksbegroting. Die bijdrage was substantieel én groeiende. Dat was voor een belangrijk deel zijn verdienste.

Niet dat hij zich daarvoor op de borst ramde; dat was niet zijn stijl. In een verslag uit 1834, mede bestemd voor Willem I, wijst hij op ‘eenen zamenloop van gelukkige omstandigheden’ en uiteraard was daar ook ‘de zegen van Hem, die alle dingen regelt en bestuurt.’ Maar in Indië was het toch écht Van den Bosch die regelde en bestuurde. Het is niet onterecht te stellen dat zónder Van den Bosch en Indië de kansen op een succesvolle ‘doorstart’ van het koninkrijk Nederland na de breuk met België veel en veel ongunstiger waren geweest.

Foto: Stefano Cannas (cc)

Nederlanders hebben (te) weinig kennis over zwarte bladzijden uit de eigen geschiedenis

ONDERZOEK - Nederlanders weten niet alleen weinig over de zwarte bladzijden van onze geschiedenis. Als ze meer informatie krijgen verandert ook hun houding tegenover de betrokken bevolkingsgroepen, ontdekte de Utrechtse sociologe Sabrina de Regt

Een van de speerpunten van het nieuwe kabinet is meer aandacht voor de Nederlandse cultuur, identiteit en geschiedenis. Meer specifiek staat in het regeerakkoord: “We vinden het belangrijk de kennis over onze gedeelde geschiedenis, waarden en vrijheden te vergroten. Deze maken ons tot wat we samen zijn. … Het is van groot belang dat we die historie en waarden actief uitdragen (p. 19)”.

De vier regeringspartijen hebben ook nagedacht over hoe ze dit willen bereiken. Zo lezen we in het regeerakkoord dat alle kinderen op school het Wilhelmus moeten leren, inclusief de context ervan. Ook willen ze dat alle kinderen tijdens hun schooltijd het Rijksmuseum en het parlement bezoeken. Verder wordt de nationale canon uitgereikt aan jongeren die de leeftijd van 18 jaar bereiken en aan personen die het Nederlanderschap verwerven.

In het regeerakkoord wordt echter met geen woord gerept over de “beladen” kanten van de nationale geschiedenis. Het AD suggereerde eerder op basis van uitgelekte stukken dat D66 heeft gepleit voor lessen over kolonialisme en slavernij, maar daar is in het regeerakkoord niets over terug te vinden. Uiteraard is de totstandkoming van een regeerakkoord een kwestie van geven en nemen. Zeker wanneer het min of meer een “gedwongen huwelijk” betreft tussen verschillende partijen zoals de VVD, het CDA, D66 en de CU. Toch is het erg spijtig dat juist dit punt het niet gehaald heeft in de onderhandelingen. Dit omdat, zoals ik hieronder zal laten zien, 1) Nederlanders weinig kennis hebben van dit deel van onze “gedeelde geschiedenis” en 2) een focus op het beladen verleden kan zorgen voor meer cohesie in de samenleving.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.