COLUMN - Hoe vaak het wekelijkse mentorgesprekken over het schoon houden van de kamer gingen, weet ik niet. Maar dat het héél vaak was, weet ik wél.
Destiny woont nu een paar maanden op zichzelf. Ze is net achttien, zoals de meeste kinderen uit de jeugdzorg die op zichzelf gaan wonen. Omdat ze volwassen zijn en wettelijk gezien niet meer onder de jeugdzorg vallen, tenzij ze zelf aangeven er nog niet aan toe te zijn om zelfstandig te gaan wonen.
Destiny is de bemoeizucht van de hulpverlening zat en heeft urgentie aangevraagd bij de woningbouwvereniging. En gekregen. Drie maanden na haar inschrijving werd haar een flatje aangeboden.
Ze wilde nog wel een aantal maanden nabegeleiding, dus ik ga kijken hoe het met haar is. Als ik aangebeld heb en wacht tot ze opendoet, denk ik terug aan al die gesprekken.
Dat ging er soms pittig aan toe, want opruimen en schoonhouden vond ze niet zo nodig. Ze ging liever chillen met vriendinnen. Zelfs toen er ongedierte achter haar koelkast bleek te zitten, maakte ze zich niet druk. Soms was er nog nauwelijks vloerbedekking te zien. Ze moest over een berg wasgoed, stapels papieren en lege chipszakken manoeuvreren om bij haar bed te komen. Ik vraag me af of ze inmiddels een nieuwe rijstkoker heeft. De vorige moest ik weggooien. Na drie verzoeken die af te wassen, begon er schimmel in te groeien. En dat in een keuken waar ook andere jongeren moesten koken!