Kunst op Zondag | Bad

Kunst als een warm bad. Een eigenaardige omschrijving die bewonderaars hanteren als ze een tentoonstelling hebben doorlopen en voldaan en gelouterd een museum verlaten. Eigenaardig, want waarom zou je van kunst ook  niet de koude rillingen kunnen krijgen? In de kunstgeschiedenis diende het bad vooral als excuus om schone nymfen af te beelden en het naakt door de censuur te krijgen. Laten we eens beginnen met de badkuip. Niet te verwarren met het in september geopende (Stedelijk) museum als badkuip, waarvan architect Mel Crouwels in het NRC zei: “Toen we het materiaal gekozen hadden en de vorm bepaald, dachten we: Amsterdammers gaan als het goed is dit gebouw een bijnaam geven. Dus laten we het zelf maar verzinnen”. Onder het motto ‘Dat verzin je niet” een selectie badkuipen.

Door: Foto: rocor (cc)

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.