Moorddadige identiteiten

Amin Maalouf is in 1949 geboren in Libanon. Sinds zijn ouders in 1976 vluchtten voor het religieus geweld in hun land woont hij in Frankrijk. Zoals zoveel immigranten kreeg hij vervolgens jarenlang de vraag voorgelegd met welk land hij zich het meest verbonden voelde. Maalouf verklaarde dan altijd zijn liefde voor beide landen als onderdeel van zijn identiteit. 'Identiteit valt niet op te delen, noch in helften, noch in derden, noch in hokjes. Ik heb niet meerdere identiteiten, ik heb er slechts één, opgebouwd uit al die facetten die me hebben gevormd, volgens een unieke dosering die bij iedereen anders is.' Dit schreef hij meer dan twintig jaar geleden aan het begin van zijn boek Moorddadige Identiteiten dat nu opnieuw is uitgebracht in de serie Davidsfonds Essays. Een terechte heruitgave van een nog steeds actueel betoog van een ervaringsdeskundige over de heilloze weg van identiteitspolitiek. Met een hartstochtelijk pleidooi voor diversiteit en humanisme. Maalouf schreef zijn verhaal in de nadagen van de burgeroorlog in Joegoslavië en van de genocide in Ruanda. Hij ziet mensen in reactie op de voortschrijdende mondialisering terugvallen op hun eigen gemeenschap of religie met alle risico's op gewelddadige conflicten. Zoals in zijn geboorteland waar de maatschappij cultureel en institutioneel is opgedeeld in streng van elkaar gescheiden religieuze groepen. Dat 'tribalisme' ziet hij in het westen groeien. En het zet hem aan het denken over de betekenis van identiteit en diversiteit. Identiteit is volgens Maalouf het individuele resultaat van tal van achtergronden, invloeden en groepen waartoe een mens behoort. Waar het mis gaat is als mensen één aspect van de individuele identiteiten in hun gemeenschap als uitgangspunt nemen voor een tribale identiteitspolitiek. Met verwijzing naar de titel van zijn essay zegt Maalouf dat het reduceren van identiteit tot één enkele achtergrond er voor zorgt dat mensen een partijdige, sektarische, intolerante, overheersende, soms suïcidale houding aannemen en hen niet zelden in moordenaars verandert of in volgelingen van moordenaars. Migranten ondervinden al snel de nadelen van de ideologie achter de identiteitspolitiek, schrijft Maalouf uit eigen ervaring: 'Als er maar één achtergrond is die meetelt, als er perse moet worden gekozen, wordt de migrant als het ware gespleten, verscheurd, veroordeeld om ofwel zijn land van herkomst te verraden, ofwel het land waar hij woont, een verraad dat hem onvermijdelijk vol bitterheid, vol woede zal verteren.' Hier ligt de basis voor angst (om afgewezen te worden), woede, frustratie en conflict. Het is allemaal erg herkenbaar wat Maalouf aankaart. Het tragische is dat er sinds hij dit twee decennia geleden opschreef bijzonder weinig van is geleerd, integendeel, de enkele achtergrond is een uitgangspunt geworden van een dominant politiek discours dat mensen verdeelt en tegen elkaar opzet. Het nieuwe komt van elders Eind jaren negentig was Moorddadige identiteiten een waarschuwing. Nu geldt de waarschuwing nog steeds maar met des te meer kracht. We kunnen nu nog beter dan twintig jaar geleden begrijpen wat er gebeurt en waarom dat gebeurt. In plaats van de veelbesproken religieuze grondslag van conflicten tussen het westen en de islamitische wereld wijst Maalouf op eenzijdige moderniseringsprocessen die  zich over de gehele wereld hebben afgespeeld. Het grote verschil tussen het westen en de rest van de wereld is dat die modernisering uit het westen komt, iets van onszelf is, en dat het nieuwe overal elders van buiten komt. Voor iedereen, behalve voor de bevolking in het westen, Europa en de VS, heeft modernisering altijd betekend dat mensen een deel van zichzelf moesten opgeven, vrijwillig, maar ook vaak gedwongen. Dat is vaak gepaard gegaan met een gevoel van vernedering en verloochening - met een identiteitscrisis als gevolg. Als mondialisering ervaren wordt als eenzijdige 'amerikanisering' roept dat verzet op. Als steeds meer onderlinge verschillen wegvallen gaan we met des te meer fanatisme de bestaande verschillen verdedigen. Sociale verandering Verdedigt Maalouf hiermee het conservatisme, de hang naar lokale tradities, in niet-westerse landen? Mij lijkt het vooral van belang dat hij wijst op kenmerken van sociale processen die we overal tegenkomen in een veranderende omgeving. De acceptatie van het nieuwe daalt naarmate gevoelens van 'capitulatie en zelfnegatie', al dan niet met opzet aangewakkerd, gaan domineren. Iets dergelijks zagen we in het boek Falend Licht van Krastev en Holmes over de populariteit van illiberale leiders in Oost-Europa. Het is, om nog dichter bij huis te komen, een voedingsbodem voor vreemdelingenhaat en nationalisme. Wat Maalouf ons leert, en dat geldt anno 2021 nog steeds, is dat je dit soort processen niet kunt negeren zonder conflicten op te roepen - in extremo gewelddadig terrorisme. En dat is wel wat er is gebeurd, helaas, sinds hij zijn boek schreef. In Frankrijk, in andere Europese landen, in de Verenigde Staten. Het is daarom jammer dat Moorddadige identiteiten, dat je ook kunt zien als reflectie op het einde van de Koude Oorlog, zoveel minder belangstelling heeft gekregen dan Fukuyama's Het einde van de geschiedenis en de laatste mens en Huntingdons's Botsende beschavingen. Wederkerigheid Wat stelt Amin Maalouf tegenover de botsende beschavingen? Tegenover zijn constatering dat elke gemeenschap die in een verandering 'de hand van de vreemdeling ziet' de neiging heeft om afstand te houden zet hij het principe van wederkerigheid. Wederzijdse erkenning en onderling respect zijn de sleutels voor een vreedzame omgang tussen mensen met verschillende identiteiten. 'Het zou voor iedereen mogelijk moeten zijn om met opgeheven hoofd, zonder angst of wrok aanspraak op zijn achtergronden te maken'. Hegemonie voedt wrok en verleidt degenen die zich niet erkend voelen om weg te kruipen in de slachtofferrol. Zonder aan universele waarden te willen tornen pleit Maalouf voor een wederzijdse erkenning van diversiteit als uitgangspunt voor een vreedzame samenleving. Ieder van ons zou moeten worden aangemoedigd zijn eigen diversiteit te accepteren, zijn identiteit te zien als de som van zijn verschillende achtergronden, in plaats van haar te verwarren met één enkele achtergrond die is verworden tot een soort opperwezen en een middel om andere uite te sluiten, en om soms oorlog mee te voeren. Taal Nee, Maalouf heeft geen concrete adviezen die we onmiddellijk praktisch kunnen toepassen om identiteitsgebonden conflicten in te dammen. Vanuit zijn Libanese achtergrond ('een voorbeeld hoe het niet moet') reflecteert hij in algemene zin op de grote trends van de huidige tijd. Voor een beter begrip daarvan zijn deze zeer vlot leesbare beschouwingen absoluut de moeite waard, ook na twintig jaar. Eén wat meer concreet advies wil  ik tot slot nog wel noemen. Meer dan religie is volgens Maalouf taal identiteitsbepalend. Iemand die veertig jaar in Israël zou wonen zonder een voet in de synagoge te zetten, zou zichzelf daarmee niet meteen naar de marge van de samenleving verbannen; je kunt niet hetzelfde zeggen van iemand die er veertig jaar zou wonen zonder Hebreeuws te willen leren. En terwijl godsdienst exclusief wil zijn is taal dat niet. Je kunt naast Hebreeuws Arabisch en andere talen spreken, maar tegelijk meerdere godsdiensten aanhangen is voor afzonderlijke religieuze gemeenschappen niet aanvaardbaar. Het veiligstellen van linguïstische diversiteit verdient volgens Maalouf daarom meer aandacht. Hij pleit gegeven de onvermijdelijke opmars van het Engels voor drie talen: de identiteitverschaffende taal, Engels en een tweede vreemde taal. [boeklink]9789002269332[/boeklink]

Foto: Herman (cc)

Politiek bedrijven met een *

Christoph Ploß is een Duitse politicus uit Hamburg die namens de CDU in de Bondsdag zit en daarvoor in september weer verkiesbaar is. Hij keert zich in zijn campagne tegen genderonderscheidingen in het taalgebruik . Het ‘gendern’ moet in officiële  instellingen worden verboden, vindt Ploß. We moeten gewoon weer schrijven en spreken over Ärzten in plaats van „Ärztinnen und Ärzten“ of „Ärzt*innen“, „Ärzt_innen“ of „Ärzt:innen“. Taal moet verenigen, niet splijten. Ploß verzet zich tegen een politiek die niet langer gaat over het algemeen belang, maar alleen nog over de bijzondere belangen van verschillende identiteitsgroepen in een verdeelde samenleving.

Het gaat Ploß niet zozeer om de praktische, esthetische of taalkundige kant van het genderspecifieke taalgebruik. Achter de gendertaal gaat volgens hem een identiteitspolitiek wereldbeeld schuil. ‘En dat wereldbeeld wordt ons via taalvoorschriften dwingend opgelegd.’ Op scholen wordt het een beoordelingscriterium. Op ambtelijke burelen een nieuwe plicht. Hij wijst er op dat het onderscheidende taalgebruik in Frankrijk al in de ban is gedaan. Enquêtes wijzen uit dat een meerderheid van de Duitsers de dwingend opgelegde gendertaal afwijst.  Volgens Ploß brengt ‘gendern’ op geen enkele manier het belangrijke doel van gelijkheid dichterbij. ‘Als dat zo zou zijn, zou discriminatie van minderheden volkomen onbekend moeten zijn in landen met niet onderscheidende talen zoals Hongarije of Turkije.’

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Quote du Jour | Waarom is links zo klein?

..als culturele thema’s hoog op de agenda bij kiezers staan, scoren linkse partijen slechter. In het sociaal-conservatieve blok stemmen kiezers die aan die thema’s belang hechten, op rechtse partijen als PVV, VVD en CDA. In het sociaal-progressieve blok stemmen kiezers die culturele issues prioriteren, op progressieve middenpartijen als D66.

Waarom is links zo klein? Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1998 haalden de linkse partijen (PvdA, SP en GroenLinks) samen 61 van de 150 zetels. In 2017 waren dat nog 37 zetels en bij de afgelopen verkiezingen bleven daar nog 33 zetels van over; dat is als je de Partij voor de Dieren en BIJ1 meerekent.

Foto: risingthermals (cc)

Waarom identiteitspolitiek noodzakelijk blijft

ESSAY - van Katrien Schaubroeck (Universitair hoofddocent Universiteit Antwerpen)

Identiteitspolitiek is een scheldwoord geworden. Iets waar je liever niet aan doet, want dan krijg je een hoop rotzooi over je heen. Niets dat zo polariseert als een mening over identiteit. Maar zogenaamde identiteitsstrijden zijn in oorsprong gevechten tegen onderdrukking. Vanuit moreel opzicht is het dan ook merkwaardig dat daar zo veel ophef over is ontstaan.

De Zwarte feministen van het Combahee River Collective

Dat de term identiteitspolitiek een stevige ‘bad rap’ heeft gekregen komt doordat publieke intellectuelen zoals Francis FukuyamaGreg Lukianoff en Jonathan Haidt en dichter bij huis mensen als Sid Lukkassen zich de term identiteitspolitiek toegeëigend hebben om er hun cultuurkritiek op te bouwen.

Maar als we teruggaan naar de geboorte van het begrip, moeten we kijken naar het Combahee River Collective, een collectief van Zwarte feministen dat in de jaren zeventig actief was in Boston. In de missieverklaring van het collectief, gepubliceerd in 1977, lezen we dit:

“This focusing upon our own oppression is embodied in the concept of identity politics. We believe that the most profound and potentially most radical politics come directly out of our own identity, as opposed to working to end somebody else’s oppression.”

Foto: Alex Proimos (cc)

Identiteitspolitiek onder het mes

RECENSIE - Elma Drayer heeft een allergie voor slachtofferschap, schreef een recensent in de NRC. Kan me daar iets bij voorstellen. Tot voor kort was ze nogal eens te horen bij Tijs van den Brink’s radioprogramma ‘Dit is de dag’, dat bij mij vaak aanstaat als ik aan het koken ben. Elma hield zich daar bepaald niet in als mensen zich in haar ogen ten onrechte benadeeld of slecht behandeld voelden. Ze vond veel klachten overdreven, zeker als ze van links kwamen. Ik vond haar niet altijd even sympathiek, vooral door de manier waarop ze mensen die oprecht tegen onrecht opkwamen afzeikte. Maar ze had soms wel gelijk vanwege de onhandigheid waarmee iemand gevoelige kwesties in de openbaarheid aan de orde stelde.

In ‘Witte Schuld’ gaat Drayer helemaal los over de kwalijke kanten van de identiteitspolitiek, een uit de Verenigde Staten overgewaaide trend, zoals die tot uitdrukking komt in de standpunten van veel fanatieke antiracisten. Het boek bevat een aaneenschakeling van incidenten en uitspraken over zwart en wit die laten zien hoe het openbare debat in de afgelopen jaren te lijden heeft gehad onder moralistische, politiek correcte ingrepen die de vrijheid van meningsuiting ernstig hebben aangetast. Met als gevolg een ongezonde polarisatie in de openbare meningsvorming. In herinnering aan haar radio-optredens begon ik met enige scepsis aan haar boek. Maar ik moet zeggen dat ze bij een aantal aspecten van het actuele racismedebat de spijker op de kop slaat. Er is wel degelijk sprake van ontsporingen die een gezond cultureel en wetenschappelijk klimaat in de weg zitten.

Quote du Jour | Diversiteitsdenken als statussymbool

De linkse partijen voeren een verliezersstrategie met die aandacht voor diversiteit. Maar dat hebben ze zelf niet door. Deels is dat diversiteitsdenken oprechte zorg, maar het is ook een middel om jezelf te onderscheiden. Met het aanhangen van bepaalde ideeën over diversiteit, laat je zien tot welke groep je behoort, dat je de taal spreekt van de bovenlaag. Het is status. Vroeger onderscheidde je je met een duur horloge, nu laat je met deze discussie zien dat je bij de culturele bovenlaag behoort.

Foto: D@vidovi© (cc)

Zweedse regeringsvorming in impasse

ELDERS - Zweden krijgt dit jaar misschien wel een witte kerst, maar heeft voorlopig nog geen nieuwe regering.

Andreas Norlen, de Zweedse parlementsvoorzitter, heeft aangekondigd dat hij op 16 januari een nieuwe poging zal doen het parlement een nieuwe premier te laten kiezen. Sinds de verkiezingen van september zit Zweden met een demissionaire regering. Twee eerdere pogingen om een nieuwe regering te vormen zijn mislukt. Rechts en links houden elkaar in evenwicht na de verkiezingen. Ze willen niet samen regeren, en hebben ook een coalitie met de twee na grootste partij, de rechtse Zweden Democraten, uitgesloten.

Na enkele mislukte sonderingspogingen probeerde Norlen de parlementariërs in november te dwingen een keuze te maken. Hij wees Ulf Kristersson, de leider van Moderate, de grootste partij in de rechtse Alliantie, aan als kandidaat-premier. Maar zijn bondgenoten van de Liberalen en de Centrumpartij steunden hem niet omdat een nieuwe (minderheids)regering-Kristersson te veel afhankelijk zou worden van de steun van de Zweden Democraten (SD). Ze wilden elke invloed van de SD op de regering voorkomen.

Vervolgens mocht Stefan Löfven, de demissionaire sociaal-democratische premier proberen bij de Alliantie medewerking te krijgen voor een linkse minderheidsregering. Die poging liep ook stuk op de Centrumpartij van Annie Lööf. Zij vond dat ze niet voldoende toezeggingen kreeg op een aantal punten zoals de huren, lonen en flexibele banen. Het gevolg was dat Löfven vorige week vrijdag ook niet voldoende stemmen kreeg als nieuwe premier.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Het is klasse, suffie, niet identiteit – Ewald Engelen

RECENSIE - door Addie Schulte, redacteur van Boekenstrijd.

© Editie Leesmagazijn cover boek Ewald EngelenIdentiteitspolitiek is tegenwoordig bijna een scheldwoord. Wie aan identiteitspolitiek doet, heeft alleen oog voor de eigen groep en niet voor het algemeen belang. Identiteitspolitiek maakt onterecht onderscheid tussen die groep en anderen, benadrukt onbelangrijke zaken en vergeet essentiële kwesties, zo luidt de aanklacht. Ewald Engelen verwoordt deze beschuldiging met grote felheid. De politieke strijd moet gaan over sociaal-economische kwesties en veel minder over sociaal-culturele kwesties. Maar is die scheiding tussen cultuur en economie wel vol te houden?

Rompertjes

Toen de Britse schrijfster Afua Hirsch in Pakhuis De Zwijger haar boek over ras, identiteit en afkomst in Groot-Brittannië presenteerde, kwam er een vraag uit het publiek. Leidt de nadruk op identiteitskwesties als kleur niet af van de klassenstrijd? De kern van haar antwoord was dat klasse ook een identiteit is. Er is niet zomaar een keuzemogelijkheid tussen klassenpolitiek en identiteitspolitiek.

Ik denk niet dat Ewald Engelen die observatie deelt. Engelen heeft in de hier gebundelde columns en essays in De Groene Amsterdammer uitgehaald naar identiteitspolitiek. Die leidt volgens hem tot onzalige aandacht voor immateriële kwesties rond migratie, multiculturalisme, integratie, hoofddoekjes en ‘genderneutrale rompertjes’. Deze kwesties leiden de aandacht af van sociaal-economische onderwerpen als de ongelijkheid, de arbeidsinkomenquote en de toenemende macht van grote bedrijven.

Quote du jour | Tegen het hokjesdenken

Is our ultimate goal ensuring the compatibility of diversity and democracy? Then promoting the overlapping interests and identifications that enable citizens to become more comfortable with difference and thus more tolerant and trusting, is absolutely necessary.

schrijft Sheri Berman, associate professor of political science at Barnard College, Columbia University, in The Guardian

Volgens Berman levert identiteitspolitiek rechts meer op dan links. Racisme is vooral latent aanwezig en moet ‘getriggerd’ worden voordat het problematisch wordt.  Jonathan Haidt hierover:

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: nathan williams (cc)

Stef en het groepsdenken

COLUMN - Vorige maand deed minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok (VVD) een aantal controversiële uitspraken op een bijeenkomst voor ambtenaren in den vreemde. Naar bekend patroon volgden voorspelbare reacties van zowel links als rechts. Daarnaast verscheen een derde soort reacties.

“De recente uitspraken van Stef Blok, maar ook beweringen van andere politici voeden racistische onderstromen in onze maatschappij.” Zo begint de open brief aan politici op www.degoedezaak.org, de website van een zelfverklaarde “progressieve burgerbeweging.” De brief is afgedrukt in De Volkskrant en inmiddels ondertekend door zo’n 2.500 personen.

Het is een bekend patroon in ons land: klinkt er kritiek op het ideaal van de multiculturele samenleving, dan volgt een ‘debat’ gedomineerd door twee soorten reacties. Enerzijds wordt geschokt gereageerd, wordt uiting gegeven aan verontwaardiging, en wordt spijtbetuiging geëist; anderzijds wordt geroepen dat de kritiek ‘de waarheid’ is die niet verteld mag worden.

Nu ging het in het geval van Blok niet louter om kritiek op multiculturalisme. Althans, Blok haalde er uiterst controversiële zaken bij, zoals opperen dat genetica een rol zou spelen. Ook kreeg hij kritiek omdat hij als minister uit zijn rol viel. Blok reageerde per Kamerbrief: zijn doel was om “te prikkelen” en “een open uitwisseling” over multiculturalisme te stimuleren.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Volgende