COLUMN - De Amsterdamse VVD wil de volgende raadsperiode graag de woningportefeuille hebben. Maar als één partij bewezen heeft volkomen onverantwoordelijk met de huizenmarkt om te gaan, dan is het wel de VVD.
Eén ding kan de VVD niet verweten worden: gebrek aan lef. Eric van der Burg en Eric Wiebes, het komisch duo dat in Amsterdam de lijst respectievelijk trekt en duwt, schreven deze week in Het Parool dat de woningmarkt in Amsterdam maar beter een VVD’er aan het roer kan hebben. De Amsterdamse woningmarkt zit volledig op slot, en als oplossing stellen de beide Erics voor om een kwart van alle sociale huurwoningen te verkopen.
Even recapituleren. Voor een sociale huurwoning in Amsterdam staan mensen vijf tot vijftien jaar op een wachtlijst. En net als in de rest van Nederland raken ook in Amsterdam veel mensen hun koophuis niet kwijt.
En dat willen de beide Erics op gaan lossen door nog meer woningen op de markt te gooien?
Soms vraag je je af in welke wereld VVD’ers leven. De woningmarkt zit inderdaad potdicht, daarin hebben ze gelijk. Maar dat komt niet door de sociale huur.
De reden waarom er geen huurder meer verhuist, zijn de huurverhogingen in de sociale sector. In het vorig jaar gesloten woonakkoord heeft de VVD het voor elkaar gebakken de huren nog sneller te laten stijgen dan ze al deden. De partij maakt er immers een punt van de crisis te laten betalen door werklozen, gehandicapten en huurders. Enfin, de huren van zittende huurders stijgen veel minder snel dan de huren van vrijkomende woningen. Daardoor verhuist er natuurlijk geen hond meer, en zit de sociale woningmarkt in Amsterdam het komende decennium op slot.