Overheidssturing in een netwerksamenleving

Hoe kan de overheid in de huidige netwerksamenleving beleid maken dat werkt? Door te kiezen voor netwerksturing, zou je zeggen. Maar de spanning die dan ontstaat met hiërarchische sturing laat zich niet eenvoudig oplossen. Hoe valt het best met die spanning om te gaan, vragen Mark van Twist en Martijn van der Steen van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur zich af. De hedendaagse samenleving kenmerkt zich door maatschappelijke arrangementen die de vorm hebben van verbonden netwerken. Filosoof Gilles Deleuze spreekt in dit verband over een rizoom: ‘een niet-hiërarchisch en niet-betekenisdragend systeem dat uitsluitend wordt bepaald door een circulatie van toestanden, zonder Generaal, zonder een organiserend geheugen of centrale automaat.’ Voorbeeld bij uitstek is het internet – geen centrum, geen centrale leiding, geen overzicht, geen afbakening en geen eenduidigheid. In de beleidstaal van de de overheid is de omgang met het maatschappelijk rizoom enigszins misleidend ‘vermaatschappelijking’ gaan heten; alsof het een beleidskeuze betreft die van overheidswege maakbaar is. In de praktijk is vermaatschappelijking, in de zin van burgers en bedrijven of instellingen die ruimte claimen in het publieke domein, publieke taken ter hand nemen en publieke verantwoordelijkheden naar zich toe trekken, geen beleidsoptie of overheidskeuze, maar iets wat die maatschappelijke partijen vanzelf doen – deels daartoe uitgelokt door beleidsmakers, maar zeker ook deels ongestuurd en ongevraagd, op eigen initiatief en ingegeven door eigen ambities.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

WW: Machteloosheid maakt dom

De woensdagmiddag is op GeenCommentaar Wondere Woensdagmiddag. Met extra aandacht voor de nieuwste ontwikkelingen in Wetenschap- en Techniekland.

Noord-Korea: dom door onderdrukking? (Foto: Flickr/Jeroen020)

Slecht nieuws voor het kabinet Balkenende: de dubbele doelstellingen van het tot braaf gehoorzamende modelburgers betuttelen van de Nederlander en het opzetten van een concurrerende kenniseconomie blijken niet goed verenigbaar. Onderzoek aan de Radboud Universiteit Nijmegen laat zien dat mensen die zich machteloos voelen mentaal slechter presteren.

Pamela Smith splitste honderd vrijwilligers op in twee groepen: één van ondergeschikten en één van opzichters. Beide groepen moest een geheugenspelletje doen. De opzichters zouden een vast bedrag krijgen, voor de ondergeschikten hing de beloning af van de beoordeling door de opzichters. Nadat dit was uitgelegd en de groepen waren gemaakt, mochten de deelnemers een keer oefenen. Tenminste, dat dachten ze. Dit was namelijk het echte experiment. De ondergeschikten bleken het slechter te doen dan de opzichters.

Om zeker te zijn dat het niet de zenuwen over de aanstaande evaluatie waren die de ‘ondergeschikte’ groep slechter liet presteren, deed Smith nog controle experimenten. Bij één moesten de proefpersonen eerst door elkaar gehusselde woorden die bij macht of onmacht hoorden ontcijferen en vervolgens een Stroop-test doen, bij een ander schreven de proefpersonen eerst over een gebeurtenis waarbij ze macht over iemand hadden of juist iemand macht over hen had en werd ze vervolgens gevraagd de Torens van Hanoi puzzel op te lossen. Ook in die gevallen maakten de proefpersonen die weinig macht hadden meer fouten.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.