Snoeien is goed, maar dan wel met liefde
Een gastbijdrage van Arjo Klamer, hoogleraar Culturele Economie.
Deze week bleek dat de bezuinigingen op kunst en cultuur gewoon doorgaan. Daar zitten goede kanten aan. Een tuin bloeit als je zo nu en dan goed snoeit. De culturele sector is nu te afhankelijk van de overheid en wordt nu eindelijk gedwongen om zich veel zelfbewuster te richten op ons, potentiële liefhebbers. Maar snoeien op manier van staatssecretaris Zijlstra is onzorgvuldig en ronduit schadelijk voor de noodzakelijke aanwas. Ook het dedain waarmee de regering over de culturele sector spreekt, is schadelijk. Een goede tuinman heeft toch liefde voor zijn tuin?
In de podiumkunsten en in de beeldende kunsten is het aanbod te groot en de belangstelling te gering. De sector is ook te afhankelijk geworden van de financiering van de overheden. Typerend voor die afhankelijkheid zijn klagende reacties over een overheid die geen waardering heeft voor al het moois dat wordt gemaakt en die te weinig steun verleent. Dit zijn de reacties van het miskende kind. Ik wijzig de metafoor iets. De overheid wordt de ouder die moet zorgen voor het wel en wee van zijn kroost. De ouder moet zijn kroost waarderen, belonen en steunen. Maar de overheid is geen mens. De overheid kan niet waarderen. Als deze staatssecretaris zijn waardering uitspreekt, doet hij dat functioneel. Persoonlijk zal het hem een worst zijn wat de kunstensector doet. De overheid is een afstandelijk doorgeefluik. Je hoeft de overheid niet te bedanken voor haar steun. Voor een warme waardering is het beter om zelfbewust en zeker van het waardevolle van jouw kunsten af te stappen op ons, potentiële liefhebbers, om onze waardering te krijgen en om ons betrokken te maken. Onze waardering is per slot van rekening echt.