Kunst op Zondag | Antiek glas

Een van de oudejaarsvragen betrof antiek glas: viel er iets te zeggen de wijze waarop het werd vervaardigd en kunnen we het namaken? De tweede vraag is makkelijk te beantwoorden: ja, dat kunnen we. Er zijn diverse ateliers, zoals dit, en u kunt de producten kopen in de meeste museumwinkels. De vraag hoe ze het in de Oudheid maakten, is lastiger. Er gaat namelijk een andere vraag aan vooraf: wat is glas eigenlijk? Het is feitelijk vloeibaar gemaakt en daardoor bewerkbaar silica. Dat valt te winnen uit gewoon zand, maar voor de glasmaker aan het werk kan, moet hij twee problemen oplossen. De eerste moeilijkheid is dat hij het smeltpunt van silica moet verlagen van rond de 2000°C tot 1200°C. Daarom voegt de glasmaker soda (natriumcarbonaat) toe, dat valt te winnen uit planten. Dit creëert een nieuwe complicatie, namelijk dat het product zo oplosbaar wordt. Daarom voegt hij ongebluste kalk (calciumoxide) toe. Zo wordt het mengsel weer harder en kunnen we, om eens iets te noemen, water drinken uit een glas. De verhouding tussen de drie bestanddelen varieert rond de 70% silica, 25% soda en 5% calciumoxide.   Babylonische instructie voor de glasmaker (Pergamonmuseum, Berlijn) Het oudste glas Het procedé was rond 2500 v.Chr. al bekend in Egypte en Mesopotamië, en is vermoedelijk ontdekt als bijproduct van de productie van faience. De natuurlijke kleur van glas is licht blauwgroen, zoals te zien op foto bovenaan dit blogje. Onzuivere ingrediënten kunnen de kleur wat meer blauw of wat geler maken. In het Uluburun-wrak uit de veertiende eeuw v.Chr. is diepblauw glas gevonden, waarover ik het al eens heb gehad. Daar was kobalt aan toegevoegd. Glasbaren uit het Uluburunwrak (Museum voor onderwaterarcheologie, Bodrum) De eerste echte glazen voorwerpen zijn gemaakt in het Egypte van de Achttiende Dynastie, laten we zeggen vanaf de tijd van koning Toetmoses III (r.1479-1425). Het gaat om kleine flesjes. Die maakte men door eerst wat organisch materiaal te wikkelen rond een staafje, daar dan met een spatel gesmolten glas omheen te rollen en het geheel te laten afkoelen. Daarna verwijderde men het organische materiaal en het staafje. Zo ontstond een langwerpig kruikje. Later zou men ook mallen gaan gebruiken om glas in vorm te drukken. Fenicisch glazen kruikje (Kunsthistorisch museum, Boedapest) De eerste experimenten met kleur vonden ook plaats in Egypte. Het was niet ongebruikelijk om lijntjes in verschillende kleuren toe te voegen, om zo albast te imiteren. Zo’n kruikje heette nog eeuwenlang een alabastron. Een andere ontdekking was dat je glas reflecterend kon maken door loodoxide toe te voegen. Zo kon men spiegels maken. Over de vraag wat er is veranderd in het menselijk zelfbeeld sinds de uitvinding van de spiegel, kunnen we alleen speculeren, maar het Griekse verhaal over Narkissos, die verliefd was op zijn spiegelbeeld, is suggestief. Blank glas, in een mal gevormd (Musée Grand Curtius, Luik) Fenicië en Italië De volgende innovatie vond plaats in de Vroege IJzertijd, rond 1000 v.Chr., in Fenicië. In de havensteden Sidon en Tyrus ontdekten glasmakers dat ze glas transparanter konden maken door antimoon toe te voegen. Eeuwen lang bleef glas een luxeproduct, dat bij de IJzertijdelites extreem populair was. U kent het uit de musea, die meestal concentreren op hellenistisch Griekenland en Rome. Glazen armbanden zijn echter ook in Keltische graven gevonden. De hele antieke wereld was er verliefd op. Glazen armbanden (Keltenmuseum, Manching) Een massaproduct is het nooit geweest, maar het werd wel een gangbaarder product toen de Feniciërs in de eerste eeuw v.Chr. de blaaspijp uitvonden, waardoor de productie eenvoudiger werd. (Het oudst bekende atelier is in Jeruzalem.) Het was nu makkelijker glas te produceren in grote hoeveelheden. Dat maakte het wat goedkoper. Karhaags glazen hoofdje (Louvre, Parijs) Een derde fase in de glasproductie voltrok zich in Italië. In de loop van de Keizertijd verving glas, inmiddels een relatief goedkoop product, het traditionele luxeaardewerk terra sigillata. Romeins glas is overal gevonden tussen de Atlantische Oceaan tot Baktrië en via de Zijderoute tot in China en zelfs Japan. Millefioriglaswerk (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden) Nieuwe toepassingen De prijs van onversierd glaswerk was afhankelijk van het gewicht van het object. Versierd glaswerk was uiteraard duurder. Mooie voorbeelden zijn millefiori-glaswerk en het type beker dat bekend staat als vasa diatreta. Vasa diatreta (Museo Civico Archeologico, Milaan) Uiteraard bestaat er naast serviesgoed ook zoiets als vensterglas. Dit lijkt tijdens de regering van keizer Nero (r.54-68 na Chr.) aan populariteit te hebben gewonnen. Het bleef echter zeldzaam, want het is niet makkelijk grote ruiten te maken. Het halfdoorzichtige seleniet was een alternatief. Het is nog te zien in de kerk van Santa Sabina op de Aventijn in Rome. Vis van veelkleurig glas (Archeologisch museum, Zagreb) De Romeinen waardeerden vooral veelkleurig glas. Zoals ik al zei konden kleine toevoegingen het product, dat van zichzelf blauwgroen is, geler of blauwer maken. Glasmakers ontdekten echter nieuwe kleuren. Lichtbruin – zeg maar barnsteenkleurig – glas valt te maken door toevoeging van zwavel en ijzer. Blauw glas bevat kobalt. Kleine hoeveelheden lood en koper maken glas rood en mangaan maakt het paars. Groen glas is gemaakt door koper en lood of ijzer toe te voegen. Wat zwart glas wordt genoemd, is in feite mica of heel donkergroen, paars of bruin glas. Parthische rhyton (Nationaal museum, Teheran) Avaarse drinkhoorn (Nationaal museum, Boedapest) Glazen urn (Archeologisch museum, Cádiz) Glasportret van Agrippina (Museum Carlisle) Glazen portretje (Museum Hannover) Glazen schaal (RMO, Leiden) Vasa dietra (Landesmuseum, Trier) Boksers (Vaticaanse Musea, Rome) Sassanidische dromedaris (Institut du monde arabe, Parijs) Ik noem nog even dat glas bruikbaar is om mozaïeken mee te maken. Een wondermooi voorbeeld zag ik in het museum van Isthmia. Daarover schreef ik eerder hier. Ik rond af met de opmerking dat de beste museale collectie glas, antiek en recent, is te bewonderen in het Musée Grand Curtius in Luik. Glasmozaïek uit Kenchreai (museum van Isthmia)  

Door: Foto: Joan (cc)
Foto: Roel van Deursen - Spijkenisse / Nissewaard - Nederland (cc)

Kunst op Zondag | In tuinen

Elk jaar weer worden tal van ‘kunsttuinen’ geopend. Behalve in de bekende beeldentuinen van het Kröller-Müller Museum, bij kasteel het Nijenhuis (van museum de Fundatie) en particuliere beeldentuinen zoals die op Landgoed Anningahof, is het in al die andere tuinen en parken bijna paradijselijk toeven tussen het groen en de kunst.

We presenteren er een gedeelte van, als tips voor uw zomerse uitjes en lichten er een paar kunstenaars uit, van wie in meerdere beeldentuinen deze zomer werk te zien zal zijn …….

In Beeldentuin Mariënheem (Overijssel, tot en met 1 oktober geopend): bronzen, stenen en houten beelden, keramiek en glaswerk. Ruim 70 kunstenaars vertegenwoordigd, waaronder…

Else RingnaldaSummertime (2018), brons, 90 x 60 x 30 cm.
© Else Ringnalda Summertime

Donateurs en lezers van Sargasso kunnen een korting op de toegangsprijs krijgen (5 euro i.p.v. 8,50). Vraag de kortingsvoucher aan door te mailen naar kunstopzondag (at) sargasso.nl De korting is strikt persoonlijk.

Ook in Overijssel: Atelier Witharen, tot en met 29 september, werken van 13 kunstenaars.

In Gees (gemeente Coevorden, Drenthe): Beelden in Gees, tot en met 29 september. Een internationale expositie met 37 kunstenaars uit Nederland, België, Duitsland, Frankrijk en Italië. Uit Nederland o.a….

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Kunst op Zondag | Glas

De meest transparante kunstenaars zijn glaskunstenaars. In en rond Neerlands epicentrum der glaskunst zijn een paar leuke tentoonstellingen te bezichtigen.

In Fort Asperen, even onder Leerdam, kun je een kijkje nemen in ‘De wereld van de glasblazer”. Bernard Heesen, glasblazer van de Oude Horn heeft samen met de dichter Arjen Duinker een encyclopedie geschreven, getiteld ‘de wereld van de glasblazer, van Aandacht tot Zwelgen”. Een aantal kunstenaars en vormgevers krijgen elk in het fort een ruimte waar ze geheel naar eigen inzicht elementen uit de encyclopedie verbeelden. Vandaag vroeger werk van een paar van de genodigden.

Hans Bentem, van wie momenteel ook werk te zien is in het Haags Gemeentemuseum, is bekend van groot glas. Vaak ruig werk. In het Eschermuseum in Den Haag hangen een aantal eigenaardige kroonluchters.
Maria Roosen, bekend van opvallende glassculpturen.

In de KOZ-aflevering Voetbalplaatjes ook al hier te zien: Zoro Feigl. Met deze installatie maakt hij “solargraphs”. Via de glazen bollen brant het zonlicht figuren in de houten blokken.

Op de cultuurcampus Vleuterweide bij Utrecht staat de Zingende Toren van glasblazer Bernard Heesen.

De in Japan geboren en in Nederland wonend en werkende Simsa Cho doet met glas de meest uiteenlopende dingen. Hier zijn ‘Techni Shoe’.