WW: Chimera’s

De woensdagmiddag is op GeenCommentaar Wondere Woensdagmiddag. Met extra aandacht voor de nieuwste ontwikkelingen in Wetenschap- en Techniekland. In de Ilias beschrijft beschrijft Homerus de Chimera, het fabeldier dat de held Bellerophon dient te doden als volgt: Van goddelijk geslacht, een fabeldier, Van voren leeuw, van achtren slang, een geit Daartussen, ademend een felle gloed Van vlammend vuur. [...] De chimera komt nog een paar keer vaker voor in Griekse en Latijnse mythologie meestal als een combinatie tussen leeuw-slang-geit. De chimera is niet het enige fabel-mengdier dat we kennen, maar biologen hebben gekozen voor de term chimerisme om de in de echte wereld voorkomende mengvorm tussen twee soorten of individuen te beschrijven. Er is sprake van biologisch chimerisme indien er in een individu cellen te vinden zijn van meer dan één zygoot. Dit geval ontstaat bijvoorbeel als er twee embryos in de baarmoeder versmelten (in dat geval is er waarschijnlijk sprake van 1 set ouders). Door chimerisme kunnen ook bijzondere sexe-situaties opduiken, wanneer één van de celtypen mannelijk en de andere vrouwelijk is. Er is dan sprake van een 'ware hermafrodiet'. Zo is er een beschrijving van een zebravink waarbij de geslachtskenmerken precies verdeeld waren over de linker- en rechterkant van het beestje. Links had het beestje testikels, rechts eierstokken.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Genetica in de volgende versnelling

Een bijdrage van Eva Teuling van Sciencepalooza.

Tien jaar na de publicatie van het humane genoom is de “erfelijkheidsleer”, of Genetica, nog lang niet af. Bij de afdeling Genetica van het UMCG zijn er recent een hoogleraar klinische genetica en een hoogleraar genoomanalyse bijgekomen, die zich gaan bezighouden met het toepassen van nieuwe technieken in de dagelijkse praktijk van het ziekenhuis om de genetica op volle snelheid te brengen. En dit is meer dan welkom.

De klinische genetica onderzoekt families met erfelijke ziektes en geeft voorlichting aan patiënten en families. Dit gebeurt al sinds de jaren ‘60, toen het mogelijk werd chromosomen onder de microscoop zichtbaar te maken. Mensen hebben twee sets van 23 chromosomen, die al onze erfelijke informatie bevatten. Het bekendste voorbeeld van een chromosomale afwijking is het syndroom van Down, waarbij drie keer chromosoom 21 voorkomt (zie plaatje). Grote chromosomale veranderingen, zoals missende of extra stukjes, zijn ook te zien onder de microscoop, maar kleinere veranderingen kunnen niet zo gedetecteerd worden. Maar met DNA-onderzoek kan gericht gezocht worden naar kleinere veranderingen in de individuele bouwstenen van onze erfelijke informatie, het DNA. Dit is genoomdiagnostiek.

Een genoom is “het geheel van alle genen op alle chromosomen van een individu”, oftewel: al ons DNA, de in totaal 6 miljard DNA-bouwstenen, waarvan1-2% zich bevindt in de genen, de functionele eenheden van ons erfelijk materiaal. Sinds in 2000 de totale DNA-volgorde van de mens bekend is, worden steeds meer fouten en varianten in het DNA ontdekt die gekoppeld zijn aan allerlei ziektes. Sommigen van deze ontdekkingen worden al toegepast in de geneeskunde – bij bijvoorbeeld borstkanker, waarbij in families waar deze vorm van kanker veel voorkomt, specifiek gezocht wordt naar DNA-fouten om zo de ziekte in een vroeg stadium te ontdekken en vrouwen gericht te behandelen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

WW: Optogenetica werpt licht op het brein

De woensdagmiddag is op GeenCommentaar Wondere Woensdagmiddag. Met extra aandacht voor de nieuwste ontwikkelingen in Wetenschap- en Techniekland.

Anatomie tekening van het brein uit 1802 (Foto: Flickr/brain_blogger)

Eén van de Heilige Gralen van de wetenschap is uit te vinden hoe het brein werkt. Maar de onderzoeksvraag stellen blijkt toch keer op keer stukken makkelijker dan hem te beantwoorden. Sterker nog, over de manier waarop gezocht moet worden naar antwoorden zijn veel vragen. Behaviourisme, Cognitieve Pychologie, Neurobiologie, het zijn allemaal paradigma’s om een deel van de puzzel die ons brein is op te lossen.

Eén van de nieuwste onderzoeksgebieden is die van de optogenetica. Hierbij worden zenuwen van kleine dieren met licht getriggerd om te vuren en de effecten bestudeerd. Om ervoor te zorgen dat bepaalde zenuwen lichtgevoelig worden (wat ze meestal niet zijn), word bijvoorbeeld genetische manipulatie gebruikt om de zenuwcellen te veranderen. Door vervolgens gerichte lichtpulsen toe te dienen kan gedrag van de dieren aangestuurd worden. Deze Dr. Frankenstein methode geeft vervolgens inzicht in de rol van bepaalde zenuwcellen.

Gero Miesenboeck, één van de vooraanstaande onderzoekers in dit veld, legt in een helder en bij vlagen komisch TED-praatje uit hoe en waarom licht gebruikt word om fruitvliegjes (met of zonder hoofd) te laten dansen.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Eindeloos typende apen

Typende chimpansee (Foto: Wikimedia Commons)

Wanneer je een oneindig aantal apen eindeloos laat typen, komt er ooit een dag dat ze Shakespeares Hamlet hebben getypt. Foutloos. Zo luidt de prikkelende gedachtengang die vooral bekend werd onder de Engelse naam Infinite Monkey Theorem. De typemachine is uiteraard een 20e eeuwse toevoeging, maar het is een eeuwenoude klassieker. Je vind het idee onder meer terug in het werk van Aristoteles en in Cicero’s De Natura Deorum. Het Theorema van de Eindeloos Typende Apen appelleert aan de intuïtieve overtuiging van velen dat eindeloze reeksen van intrinsiek toevallige handelingen of mutaties onvermijdelijk leiden tot betekenisvolle uitkomsten.

Je eerste gevoel is in dit geval misschien toch tamelijk misleidend: de statistiek is onverbiddelijk. Wanneer je voor het gemak spaties, interpunctie en hoofdletters negeert, blijven er nog altijd 26 letters over. Een aap die op een speciaal geprepareerde typemachine elke keer een willekeurige toets aanslaat, heeft een kans van 1 op 26 om de eerste letter van Hamlet – de tekst begint met Barnardo die zegt “Who’s there?” (Oh no, it’s Typo Monkey!) – te typen. De kans dat onze chimpansee na de eerste letter W een H typt is 1/26 x 1/26 = 1 op 676. De kans om de eerste 20 letters foutloos te typen vrijwel verwaarloosbaar, namelijk 1 op 2620 , wat neer komt op 1 op 19.928.148.895.209.409.152.340.197.376 ofwel bijna 1 op 20 quadriljard.

Uitgaande van een tekst met ruim 130.000 letters die allemaal foutloos achter elkaar moeten worden getypt, kom je uit op een kansberekening die elk voorstellingsvermogen te boven gaat. De waarschijnlijkheid dat een aap heel Hamlet foutloos achterelkaar intypt, bedraagt namelijk 1 op 3.4 × 10183.946.  Ook al zet je een miljard apen miljard jaar lang aan het werk, met een maniakale 1000 aanslagen per minuut, dan kom je nog niet verder dan 109 x 109 x 525.960.000 = zo’n 5,26 x 1026.  Zelfs vergeken met het aantal atomen in het zichtbare universum dat conservatief geschat wordt op 3 ×1079 is de kans op een perfecte kopie van Shakespeares meesterwerk een getal van een totaal andere orde. Geheel terzijde: het aantal atomen in het universum is op zijn beurt trouwens significant lager dan het aantal unieke bordstellingen dat mogelijk is tijdens een schaakpartij van gemiddeld 80 zetten. De Amerikaanse wiskundige Claude Shannon berekende daarvoor tot wel 10123 variaties.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Vorige Volgende