GC heeft ruimte voor gastloggers. Vandaag onze maandelijkse gast, P.J. Cokema, met samenvatting van een reeks artikelen over de gemeenteraadsverkiezingen, eerder gepubliceerd op zijn eigen weblog.
Met de lokale verkiezingen in zicht, zijn er altijd mensen die zich zorgen maken om de opkomstcijfers. Met wat meer tam-tam of andersoortige campagnes zou daar misschien wat aan te doen zijn. De traditioneel wat lage opkomstcijfers zouden een teken zijn van de lauwe belangstelling voor de gemeenteraadsverkiezingen. Willen politici de opkomst vergroten, dan moeten ze het consumentenvertrouwen manipuleren.
De consument, tevens burger, annex kiezer, verheft zijn democratische luie reet alleen als het vertrouwen in politici diep is gezonken. Als de burger zeer naar zijn zin consumeert, dan is dat een blijk van goedkeuring en vindt men het niet nodig massaal de stembussen te bestormen. Consumentenvertrouwen is de graadmeter.
Of de campagnevoerende kandidaten nu folderen, twitteren of verkiezingsspam in je mailbox dumpen, het maakt niet uit, Het maakt ook niet uit of de vermeende kloof tussen burger en politiek een gapend gat of slechts een stoeprand breed is. De opkomst zal op 3 maart hoe dan ook rond de 60% komen te liggen. Zo?n 1,4% hoger dan bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen.
Flauwekul, zullen deskundigen meteen roepen. De opkomstcijfers zijn, bij alle soorten verkiezingen, vanaf 1970 vooral gedaald, terwijl het consumentenvertrouwen als een jojo op en neer ging. Maar in dit exceldocument kun je zien dat mijn stelling slechts bij 13 van de laatste 36 verkiezingen niet opgaat. Laten we de verkiezingen voor het Europees Parlement buiten beschouwing dan zijn er zelfs maar 8 uitzonderingen op 32 verkiezingen. Kijk maar eens naar de historische opkomstcijfers en die van het consumentenvertrouwen.