Günter Grass
Waarom zwijg ik, verzwijg ik te lang
wat overduidelijk is en in oefeningen
werd doorgespeeld, aan het einde waarvan als overlevenden
wij hooguit voetnoten zijn.
Het is het beweerde recht op de eerste aanval
die het door een praatjesmaker onderworpen
en tot georganiseerd gejuich geleide
Iraanse volk zou kunnen uitwissen,
omdat op hun gebied de bouw
van een atoombom wordt vermoed.
Toch waarom sta ik mij niet toe
dat andere land te noemen
waarin sinds jaren -al wordt het geheim gehouden-
een groeiend nucleair potentieel beschikbaar,
maar niet controleerbaar is,
omdat er niemand toezicht op houdt?
Het algemene zwijgen over dit feit,
waar zich mijn zwijgen aan heeft ondergeschikt,
voel ik als een belastende leugen
en als dwang, die straf in het vooruitzicht stelt
zodra hij niet wordt geaccepteerd;
het oordeel van het „antisemitisme“ is bekend.
Maar nu, omdat uit mijn land
dat van hoogsteigen misdaden,
die met niets te vergelijken zijn,
keer op keer ingehaald en beticht wordt,
alweer en puur zakelijk, zij het
genereus als „Wiedergutmachung“ gedeclareerd,
nog een onderzeeër aan Israël
zal worden geleverd, die vooral geschikt is
om alles vernietigende explosieven
daarheen te kunnen sturen, waar het bestaan
van een enkele atoombom niet is bewezen,
maar als vrees voldoende bewijs wil zijn,
zeg ik wat gezegd moet worden.
Maar waarom heb ik tot nu toe gezwegen?
Omdat ik dacht dat mijn afkomst,
die altijd besmet zal blijven,
verbiedt, dit feit als uitgesproken waarheid
het land Israël aan te doen,
waar ik een band mee heb
en dat wil blijven houden.