Geencommentaar heeft ruimte voor gastloggers. Onderstaand stuk is van Jaap Olsthoorn en verscheen eerder op de cultuursite CultuurBewust.
Al sinds tijden word ik geplaagd door de vraag: waarom vallen games niet onder kunst? In de muziek, film en literatuur is het bijna onmogelijk om een grens te trekken tussen vermaak en kunst. Ook bij beeldende kunst voelt het voor mij alsof elk schilderij, als er maar een idee achter zit, ook kunst is. Belangrijk om te weten is dan wat de definitie van kunst is.
Consensus daarover is er niet. Toch zijn er een aantal voorwaarden waaraan kunst vaak voldoet. Zo moet niet iedereen het na kunnen maken, of is het de eerste of enige in zijn soort. Soms vertelt het een verhaal, maakt het emoties in je los of zet het je aan het denken. Er is een medium dat aan al deze voorwaarden tegelijk kan voldoen: games, ofwel computerspelletjes. Toch is de wereld er nog niet klaar voor om games van simpel entertainment tot kunstvorm te verheffen. Waarom is dat eigenlijk?
Het is maar een spelletje
De eerste, meest voor de hand liggende reden is nog wel de naam: games, computerspelletjes. Hoe kan een spelletje nou kunst zijn? De term games komt nog uit de tijd van [i]Pong[/i], [i]Tetris[/i], [i]Centipede[/i] en [i]Digger[/i], toen het enige doel ‘een zo hoog mogelijke score behalen’ was. Er was geen sprake van een verhaal, geen verklaring van motieven en geen introductie van karakters. De enorme werken van vandaag, met vaak tot 40 uur speeltijd en soms uren aan filmmateriaal ([i]Metal Gear Solid 4[/i]) vallen eigenlijk niet meer onder dezelfde noemer. ‘Interactive virtual drama/horror/adventure’ zou meer op zijn plaats zijn, maar ja, dat is ook zo’n mond vol. In de schrijfkunst hebben ze een onderverdeling weten te maken tussen literatuur en lectuur, in de filmwereld tussen de ‘A-film’ en de ‘B-film’, maar in de gamewereld vallen alle uitingen onder dezelfde noemer: games.