Weekendcollege | Illusies van de tijd

Een bijdrage van Miriam Rasch van Studium Generale Utrecht over een lezing van wetenschapsfilosoof Victor Gijsbers. ‘Mijn doel met deze lezing is filosofisch: ik wil dat jullie aan het eind minder begrijpen van tijd dan aan het begin.’ Victor Gijsbers is wetenschapsfilosoof en natuurkundige en dat is ook te merken aan zijn behandeling van het begrip tijd. Tijd is hier niet het element dat betekenis geeft aan het menselijk bestaan of een klok ingebed in het brein. Natuurkundige tijd als de vierde dimensie heeft niets, maar dan ook helemaal niets van doen met de mens. Een opvatting die wel degelijk invloed kan hebben op hoe wij mensen, over tijd nadenken. Het eerste deel van Gijsbers lezing gaat over de asymmetrie van tijd. Waarom loopt tijd vooruit en niet achteruit? Waarom wordt iedereen altijd ouder en nooit jonger? Dat lijken triviale vragen, maar stelt niet iedereen zich die wel eens? Het zou mooi zijn als de wetenschap een verklaring hiervoor kon geven – wie weet zou dat ook de deur openen naar verandering. Helaas is de natuurkunde hier nog niet over uit. Want wat blijkt: geen enkele natuurwet zegt dat iedereen altijd ouder móet worden in plaats van jonger. Natuurwetten zijn juist allemaal tijdsymmetrisch. Hoe zit het dan? Het heeft te maken met entropie. In een helder betoog legt Gijsbers uit hoe entropie werkt en waarom het als antwoord op deze vraag juist níet werkt. (In plaats van het hier na te vertellen, verwijs ik graag naar de opname.)

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Weekendcollege | Triptiek van de verleden tijd

Vandaag weer een lezing van Studium Generale Utrecht. Dit keer een triptiek van de verleden tijd, uitgesproken door Harry Jansen. De lezing is hier online te zien. Het stuk is geschreven door Miriam Rasch.

Tijd als element van het bestaan; de biologische klok die ons begeleidt van geboorte tot dood. Dat zijn individueel beleefde vormen van tijd – hoe gedeeld menselijk of dierlijk ze ook zijn. In de geschiedenis gaat het om de collectief ervaren tijd. Dr. Harry Jansen beschrijft drie manieren waarop de historicus om kan gaan met het begrip tijd: de golvende, de gefaseerde en de durende tijd.

Rise and Fall
De golvende tijd in de geschiedenis is het duidelijkst in de geliefde historische beschrijving die je kort gezegd ‘Rise and Fall’ kunt noemen. Wereldrijken worden beschreven in hun opkomst, groei en bloei tot aan het onvermijdelijke verval en de ondergang. Tenminste, het wordt gepresenteerd als onvermijdelijk (hoe lang horen we al niet dat de onvermijdelijke ondergang van supermacht Amerika eraan zit te komen?), omdat het zo in het model past. Die golvende beweging blijft echter een presentatie, een van de verschillende manieren om geschiedenis te benaderen.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Veritas odium parit

Dit is een gastbijdrage van classicus Bart Berman. Op zijn blog Demodokos verbindt hij regelmatig een oude Latijnse of Griekse spreuk met het hedendaagse nieuws.

Waarom is men zoveel kwader op WikiLeaks dan op elkaar? Om dat te begrijpen moeten we twee soorten waarheid van elkaar onderscheiden. De ene is draaglijk en de andere niet.

Verplaatst u zich eens in een hooggeplaatste die bekend staat als een een ijdeltuit, een onbetrouwbare partner en een corrupteling.

Het is heel goed mogelijk, dat u het prima vindt om dit te zijn. Dan blijft u natuurlijk kalm en ontkent alle drie de vervelende eigenschappen op superieure wijze. Tja, zegt u er misschien nog bij, het is wel wat saai, maar het is de waarheid: ik ben maar gewoon zoals het hoort. Vervolgens gaat u vrolijk door met ijdel, onbetrouwbaar en corrupt zijn.

Ook is het mogelijk dat het u dwars zit. Dan ontkent u het niet kalm maar heel opgewonden. Vervolgens erkent u de hypothetische mogelijkheid dat het waar zou kunnen zijn als het zo was (u “beraadt zich”). Daarna zegt u dat het waar is maar dat u dat zelf niet wist. Tenslotte biedt u als een eerlijk mens, recht door zee en gelouterd op indrukwekkende wijze uw excuses aan. U komt ten val, of nog net niet. Geweldig. Een koningsdrama.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De filosofische baby

baby op de akropolisMet het krijgen van kinderen komt ook de goede raad. Familie en vrienden vertellen wat je moet doen en laten, waarna je al dat advies beleefd laat verstoffen. Voor de onzekere ouder staat ook een online leger klaar om op alle boertjes-, voeding- en slaapvragen antwoord te verschaffen. Populair zijn ook de hulpboeken, meestal geschreven in een quasi-grappig toontje. Ik heb me ook aan een paar gewaagd, maar na adviezen als ‘vader, zorg dat je genoeg eten in de vriezer hebt, want mama kan voorlopig niet koken’ haakte ik snel af. Uiteraard hebben wij ook het min of meer verplichte Oei Ik Groei in de kast staan, maar eerlijk gezegd word ik niet vrolijk van dat semi-wetenschappelijk geleuter over wat de ‘winkel van gebeurtenissen’ in deze fase weer in de aanbieding heeft.

The philosophical baby: what children’s minds tel lus about truth, love, and the meaning of life van de Amerikaanse neurowetenschapper en filosoof Allison Gopnik is daarom alleen al een verademing: je wordt op volwassen toon toegesproken. In dit boek stelt Gopnik dat we onze baby’s al millennia tekort doen. Baby’s zijn zelden een serieus onderwerp van onderzoek geweest, laat staan van filosofische bespiegelingen. Wat valt er ook te onderzoeken? Je wordt er vaak genoeg aan herinnerd dat baby’s immers niet veel meer doen dan kwijlen, slapen, eten, huilen en poepen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Divitiae sunt causa malorum

Dit is een gastbijdrage van classicus Bart Berman. Op zijn blog Demodokos verbindt hij regelmatig een oude Latijnse of Griekse spreuk met het hedendaagse nieuws.

Een van de rijkste mensen, Warren Buffet, pleit voor hogere belasting van de zeer hoge inkomens (megarijken, in het taalgebruik van mijn onvolprezen bron nu.nl). Ergens anders merkt hij op: “There’s nothing material I want very much”. De Romeinse filosoof Seneca uitte zich in dezelfde geest. Divitiae sunt causa malorum, beweerde hij zelfs, Rijkdom is oorzaak van rampen. Met die rampen bedoelde hij, dat rijkdom afleidde van het streven naar deugd.

Seneca is er financieel niets minder van geworden dat hij deze mentaliteit uitdroeg. Tot aan zijn dood is hij de rijkste mens ter wereld gebleven. Er zijn er die hem dat verwijten, maar dat riekt naar jaloezie op iemand die al tweeduizend jaar dood is. Ook Buffet gunnen we zijn rijkdom. Suum cuique – ieder het zijne. Vooral als hij er zelf zo tactvol over praat.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Groen liberalisme

Uitstoot in de natuur (Foto: Flickr/melancholic optimist)

Wat kunnen toekomstige generaties van ons eisen? En hoe kunnen we zulke eisen rechtvaardigen? Deze vragen spelen een centrale rol in groene politieke filosofie, onder het label intergenerationele rechtvaardigheid. Vaak wordt gesteld, bijvoorbeeld door de Leidse filosoof Marius de Geus, dat de liberale traditie onvoldoende in staat is om rekening te houden met eisen van toekomstige generaties. Immers liberalen richten zich met name op het beschermen van de rechten, in het bijzonder het recht op bezit, van toekomstige generaties. Vanuit dit perspectief zijn denkers als Locke en Mill een soort Tea-Party‘ers avant la lettre. Deze filosofen zouden geloven dat iedereen recht heeft op zijn rechtmatig verkregen bezit. Wat jij verdiend hebt, wat jezelf heb geproduceerd daarmee mag jij doen wat je zelf wilt, dat hoef je niet te delen. Dat staat geen herverdeling toe, ook niet tussen generaties.

Daarmee wordt een belangrijk element van theorie van Locke overgeslagen. Locke maakt een onderscheid tussen de rechtvaardigheid van het toe-eigenen van nieuwe grondstoffen en de rechtvaardigheid van het handelen in grondstoffen. En waar het inderdaad zo is dat alle vrijwillige handel in grondstoffen rechtvaardig is, stelt Locke een grens aan hoeveel mensen zich mogen toe-eigenen. In Locke’s tijd waren er grote continenten nog door ‘niemand’ bewoond (Locke trok zich niet zo veel aan van het bestaan van native Americans en aboriginals), en daar groeide allerlei vruchtbare natuur, lagen allerlei waardevolle grondstoffen in en vloeide allerlei zoet water door heen. Volgens Locke mocht iedereen die daar appels plukt, die daar erts opgraaft of daar water drinkt dat houden. Als hij zich aan een aantal simpele regels hield.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

A Darwinian theory of beauty

Filosoof Dennis Dutton betoogt dat schoonheid een functie heeft. Wij vinden die dingen mooi die in het verleden de overleving van onze soort hebben gediend, zoals een bepaald type landschap, bepaalde smaken van voedsel, bepaalde klanken, vaardigheden en bepaalde aspecten van het menselijk uiterlijk. Stof voor discussie, dat is zeker. “Waarom kom je niet mee naar mijn grot, dan kun je mijn vuistbijlen zien?” Zijn verhaal wordt trouwens mooi geïllustreerd. :-)

Meer TED op VideoVolt.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

“Wilders is hedendaags fascist”

Nu hoort u het eens van een ander: “Geert Wilders en zijn beweging zijn het prototype van hedendaags fascisme”. Aan het woord is filosoof Rob Riemen. Vandaag krijgen alle Kamerleden zijn nieuwe boek De eeuwige terugkeer van het fascisme in de post. Volgens Riemen kenmerkt het fascisme zich door de bepaalde techniek waarmee het met politiek omgaat. Het is niet zozeer een specifiek gedachtengoed. Enkele aspecten van de fascistische techniek zijn: populisme om de massa te beheersen, een charismatisch leider, een beweging die an sich niet democratisch georganiseerd is en inspeelt op gevoelens van onrust, wrok, rancune en angst. Ecce Wilders en zijn PVV.

De Pavlovreactie op deze constatering is heel hard “Godwin!” roepen. Maar volgens Riemen is het geen vergelijking met de Tweede Wereldoorlog, het is juist een vergelijking met hoe het fascisme begonnen is. Waar het nu uiteindelijk op uitdraait dat weten we niet zo stelt Riemen.

Maar Wilders bepaalt met met zijn hedendaagse fascisme wel de politieke agenda en ondertussen worden de echte problemen, een economische en ecologische crisis niet aangepakt. Volgens Riemen is dit fascisme een gevolg van “politieke partijen die hun eigen gedachtegoed verloochenen, intellectuelen die een gemakzuchtig nihilisme cultiveren, universiteiten die deze naam niet waardig zijn, de geldzucht van de zakenwereld en de massamedia die liever de buikspreker ván dan een kritische spiegel vóór het volk zijn. Dit zijn de gecorrumpeerde elites die de geestelijke leegte cultiveren waarin het fascisme weer groot kan worden”.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Vorige Volgende