De stiefzusters der geschiedenis

Clio's stiefzusters, zo heet de essaybundel van Peter Rietbergen. De hiërarchie is daarmee in één klap duidelijk. Je hebt Clio, de muze van de geschiedenis; je hebt de andere muzen, beschermvrouwen van de andere kunsten, en dan heeft Clio blijkbaar nog een stelletje stiefzusters. Zij personifiëren de al te vrije verbeelding van de geschiedenis. Van beeldende kunst tot historische romans, van film tot re-enactors die Waterloo naspelen – het zijn volgens Rietbergen 'verledenverbeeldingen voorbij de geschiedenis'. En dan 'voorbij' en niet 'naast', zo legt hij uit, omdat deze stiefzusters van alles oppikken van de wetenschap, en niet andersom. Maar daar valt wel het nodige op af te dingen. Die stiefzusters worden door vakhistorici over het algemeen met minachting bekeken. Rietbergen is dat niet van plan. Films, schilderijen, opera's en ga zo maar door worden immers niet gemaakt om de geschiedwetenschap te dienen. De makers hebben andere intenties en een eigen publiek, en dienen dus volgens niet-wetenschappelijke criteria beoordeeld te worden.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.