Misleidend taalgebruik over Europa
OPINIE - Nederlandse politici voeden anti-EU stemming met misleidend taalgebruik en onvolledige voorstellingen
Nederland moet een groot aantal bevoegdheden terughalen uit Brussel, vindt CDA-leider Van Haersma Buma. Maar waar staat ‘Brussel’ nu eigenlijk voor in deze claim? Brussel is de plaats waar 27 landen met ministers en ambtenaren bijeenkomen om gezamenlijk besluiten te nemen over regels voor de oplossing van gemeenschappelijke problemen. Nederland zit in Brussel aan tafel. Alles wat uit Brussel komt is Den Haag gepasseerd. Het CDA heeft de afgelopen jaren als regeringspartner flinke invloed gehad op de Nederlandse stem in Brussel. Talloze ‘Brusselse’ besluiten zijn met instemming Den Haag en het CDA genomen. Buma zegt nu dus eigenlijk: ik wil nu niet meer wat ik vroeger wel wilde. Is dat een manier om het vertrouwen van burgers in de politiek terug te winnen?
Het debat over “de macht van Europa” is in Nederland van een bedroevend niveau en zit vol met clichés en misleidende voorstellingen. De verdeling van bevoegdheden tussen de nationale staat en de Europese Unie wordt terecht geagendeerd. Daar bestaan veel onduidelijkheden over die het draagvlak voor de Europese samenwerking nadelig beïnvloeden. Maar de vraag moet niet zijn: Nederland of Brussel, maar wat kunnen we beter zelf doen en wat moeten we samen met de andere lidstaten doen om het beste resultaat te bereiken? Als je niet verder komt dan de vraag waar over een bepaald onderwerp besloten moet worden, laat je de discussie over wat de beste oplossing is, waar de meeste voordelen zijn te behalen, en wat het meest effectief is, liggen. De simpele vraag ‘Den Haag of Brussel’ past alleen in Wilders’ anti-Europese frame. Hij zal in een debat over de machtsverdeling altijd uitkomen bij zijn stelling dat Nederland de EU moet verlaten. De andere partijen zullen zich gedwongen voelen de EU te verdedigen. En dat verliezen ze. Want ondertussen komen de eigenlijke vragen over de beste oplossingen voor allerlei vraagstukken op het gebied van economie, energie, sociale zaken, milieu niet meer aan bod.