Den Haag: de internationale stad van vrede en recht

Den Haag is de internationale stad van vrede en recht met de hashtag: #peacejustice. “Tienduizenden mensen werken [daar] elke dag samen aan een vrediger, rechtvaardiger en veiliger wereld. In zo’n 160 organisaties, honderden bedrijven en kenniscentra. Ook in het Vredespaleis, al meer dan 100 jaar het symbool voor internationale gerechtigheid.” Deze tekst komt van een website die een initiatief is van de gemeente Den Haag en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Buiten Den Haag werken er nog vele juristen, gewetensvolle non-profit mensen en academici (filosofen, sociale wetenschappers, juristen, enz.) aan internationale gerechtigheid. In Nederland is er uit gemeenschapsgelden een hele intellectuele infrastructuur van leerstoelen en onderzoeksinstituten opgebouwd om mensenrechten te bestuderen en te helpen verankeren. Er wordt, al met al, in Nederland goed verdiend aan het internationaal recht. (Echt waar: een van de links op die website, waar The Hague Security Delta en Toeristische informatie Den Haag naast elkaar staan,  is naar Doing Business in the Hague.)

Foto: Jason Rogers (cc)

Grote maatschappelijke problemen: niet zonder de ethiek!

OPINIE - Vorige week maandag hadden wij de eer om aan te schuiven als tafelwetenschappers bij de Avond voor Wetenschap en Maatschappij. Dat is een jaarlijks terugkerende avond in de Ridderzaal aan het Binnenhof in Den Haag, waarvoor wetenschappers en de elite van Nederland uitgenodigd worden om over het belang van de wetenschap voor de samenleving te praten. Per tafel zitten er zo’n 12 tafelgasten uit de politiek, het bestuur, bedrijfsleven, media, cultuur en wetenschap. Twee tafelwetenschappers – doorgaans een hoogleraar die dan een energieke en getalenteerde promovendus mag meebrengen (charmant betiteld als “side-kick”), krijgen 10 minuten de tijd om een stelling te verdedigen, waarna de tafelgasten er over kunnen discussiëren.

De vraag die we gevraagd werden te beantwoorden, was welke grote vraag ons vakgebied de komende 20 jaar zal beantwoorden? Ons antwoord op deze vraag is dat er niet zo’n vraag bestaat, maar dat heeft ons er niet van weerhouden om een direct hieraan gerelateerde stelling te verdedigen. Wie ons verhaal wil horen, leze verder!

Wat zijn de grote uitdagingen waar de mensheid nu mee geconfronteerd wordt, en waar de wetenschappen misschien een rol kunnen spelen in het zoeken naar oplossingen?

Waarschijnlijk hebben we allemaal een andere top tien van meest urgente problemen, maar toch zullen er een aantal uitdagingen bij velen van ons bovenaan staan. Een eerste maatschappelijke uitdaging is de vraag hoe we de aarde leefbaar kunnen houden in een context van de uitputting van niet-hernieuwbare grondstoffen en een groeiende wereldbevolking (minstens 11 miljard mensen tegen het einde van deze eeuw). We hebben het dan over uitdagingen op het raakvlak van ecologische duurzaamheid, klimaatsverandering, energietransitie, consumptiepatronen, mondiale ongelijkheden, en demografische veranderingen. Een tweede maatschappelijke vraag gaat over hoe we conflicten tussen groepen zoveel mogelijk kunnen vermijden, voorkomen en oplossen, gegeven de botsende religies en ideologieën die verschillende groepen aanhangen, en de rechten die ze op basis daarvan menen te hebben. Nog een andere vraag is hoe we de wereld zo kunnen inrichten dat de zwaksten maximaal beschermd worden. En ten slotte, is de huidige vorm van het kapitalisme het best denkbare en haalbare economische systeem dat mensen kunnen realiseren?

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Oxfam International (cc)

Pauselijke Encycliek ziet klimaatverandering als ethisch-moreel issue

ACHTERGROND - Op zijn blog Klimaatverandering stelt Bart Verheggen dat de paus met Laudato Si volkomen terecht een moreel issue aansnijdt, onder andere omdat klimaat en armoede op verschillende manieren op elkaar ingrijpen. Hier een deel uit zijn artikel.

Met de Encycliek Laudato Si heeft Paus Franciscus klimaatverandering duidelijk als een moreel issue gepresenteerd. En terecht: In de kern gaat de maatschappelijke discussie niet over hockeysticks of over andere details van de wetenschap, maar vooral over ethische vragen en andere aspecten van iemands wereldbeeld. Welke waarde hecht je aan de toekomst in relatie tot het heden? Hoe kunnen we het beste de natuurlijke hulpbronnen, de ‘commons’, verdelen onder de mensen die vandaag leven, en delen met toekomstige generaties? Dit zijn de fundamentele vragen die onder de onenigheid over klimaatverandering verborgen zitten, en die meer expliciet bediscussieerd zouden moeten worden. De encycliek zou daar best eens een belangrijke impuls voor kunnen betekenen.

Armoede is ook een belangrijk thema in de Encycliek. Klimaatverandering heeft een disproportioneel groot effect op arme gebieden.

Daarom is emissiereductie vooral voor de arme landen van belang. Maar het cynische is dat de rijke landen juist een veel groter aandeel hebben in het veroorzaken van klimaatverandering. Oftewel, de gevolgen van het probleem worden voor een aanzienlijk deel gedragen door anderen dan die het probleem hebben veroorzaakt. Door Lomborg en anderen van zijn denkschool wordt wel eens beweerd dat beleidsvoorstellen om emissies te reduceren de armoede zullen verergeren. Dat klinkt echter een beetje hol. Andrew Adams zei daarover:

Foto: DLR German Aerospace Center (cc)

De toekomst is nu

COLUMN - Wat gebeurt er wanneer computers slimmer worden, en een zelfstandige vorm van intelligentie ontwikkelen? Hoeveel vrijheid houden wij mensen dan over? Willen ze ons dan overheersen of ons juist dienen? Heeft kunstmatige intelligentie (KI) het beste met ons voor, of zullen ze ons beschouwen als grondstof voor hun eigen plannen?

Tussen die twee uitersten beweegt het debat over KI zich ongeveer. Enerzijds de waarschuwers die stellen dat we met zulke slimme computers vrijwel krachten losmaken die we niet kunnen beheersen, die mogelijk onze ondergang inluiden. Anderzijds de optimisten die verwachten dat computers met intelligentie ook een besef van ethiek en moraal zullen ontwikkelen, en dat ze mogelijk zelfs fijner besnaard zullen raken dan onszelf ooit is gelukt. In dat geval zou KI juist onze redding betekenen.

Het is een heerlijk debat – vooral omdat het zo hopeloos futiel is. Alsof het ontwerp en het coderen van technologie een soort waardenvrije kern heeft, die even makkelijk linksom als rechtsom kan uitpakken. De crux met technologie is dat die nooit neutraal is: het gaat altijd om de vraag hoe die technologie is gestructureerd en ingebed, met welk doel hij wordt ingezet, en hoeveel waarde we aan de aldus vergaarde informatie toekennen.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: Muzaffar Bukhari (cc)

Een onheilspellend experiment

Het al dan niet opzettelijk negeren van alle kennis over klimaatverandering is weinig meer dan een onverantwoord en onheilspellend experiment.

‘De mensheid voert een onbedoeld en ongecontroleerd experiment uit, waarvan de uiteindelijke gevolgen alleen vergelijkbaar zullen zijn met een wereldwijde nucleaire oorlog.’ Deze klare taal werd gesproken in 1988 gesproken op de Conferentie voor Klimaatverandering in Toronto.

Sindsdien is de kwestie van klimaatverandering steeds urgenter geworden, maar de aanpak van het probleem lijkt er niet makkelijker op te worden. De klimaatonderhandelingen in Kopenhagen van 2009 liepen uit op een teleurstelling. Afgelopen maandag (31 maart) verscheen het laatste rapport van het klimaatpanel IPCC, waarin werd geconcludeerd dat we de klimaatverandering nu toch echt op alle fronten beginnen te merken.

Overkoepelend perspectief

De mens is dan ook architect van de eigen ondergang. Dat stelt filosoof prof. dr. Herman Philipse in de eerste lezing van de reeks Klimaatverandering.

Maar wat heeft een filosoof eigenlijk aan dit debat toe te voegen? Weten astronomen, chemici, fysici, meteorologen, geografen, economen, sociologen niet veel meer over klimaatverandering?

Philipse legt uit dat elk van deze onderzoeksgebieden essentieel is voor de studie van het vraagstuk. Maar als afzonderlijke wetenschappers slechts over hun eigen vakgebied praten, bestaat er geen enkel overzicht. Als filosoof beschouwt Philipse het probleem vanuit de ethiek. Zo probeert hij als het ware een overkoepelend verslag te geven.

Foto: Moyan Brenn (cc)

Ethische kwestie #3: waarom anderen respecteren?

Het lijkt zo logisch: natúúrlijk respecteer je anderen, ken je hen waardigheid toe. Natúúrlijk neem je het leven of de belangen van anderen in ieder geval tot op zekere hoogte mee in je morele overwegingen. Maar waarom? Wat is er de reden van dat we anderen bepaalde rechten toekennen? En wie zijn dat, ‘anderen’? Tijdens mijn filosofische veldwerk sprak ik met Alex, die zei: ‘Je moet er naar streven om andere mensen, andere dieren, andere wezens niet bewust te laten lijden.’ Dit werpt de vraag op: wat is de basis van moreel respect? Is er daarbij een verschil tussen mensen en andere dieren?

Als we Alex’ theorie verder uitwerken, dan wordt pijn het criterium op basis waarvan een wezen morele overweging verdient. Kan iets pijn hebben? Dan moet je dat in ogenschouw nemen en ernaar streven de totale pijn die voortvloeit uit je handeling zo klein mogelijk te maken. Kan iets geen pijn hebben? Dan hoef je er in morele zin geen rekening mee te houden. Op basis van deze theorie kan je inderdaad zeggen, zoals Alex doet: ‘Dieren zijn onze zwakzinnige broertjes. Er is geen fundamenteel onderscheid tussen mensen en andere dieren.’

Deze trant van redeneren vinden we rechtstreeks terug bij Peter Singer, die een utilistische morele theorie neerzet. Het morele gehalte van een handeling is af te meten aan de hoeveelheid pijn (of genot) die eruit voortvloeit. Ook Singer wijst een strikt onderscheid tussen mensen en dieren resoluut van de hand. Zijn theorie speelt daarom een belangrijke rol in het ethische debat over dierenrechten.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Christian (cc)

Ethische kwestie #1: zwart/wit of grijze zone?

INTERVIEW - Wanneer en onder welke omstandigheden mag je afwijken van je principes?

Principes. Waarschijnlijk heeft iedereen er wel een paar, zeker als je er even een moment op reflecteert. De eerste drie deelnemers aan mijn filosofische veldwerk in ieder geval wel.

In alle drie de gesprekken kwam op een gegeven moment een variant op de Kantiaanse categorische imperatief voorbij, beter bekend als: ‘Wat u niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.’ Ook al speelde dit principe voor alle drie mijn gesprekspartners een rol, op de vraag hoe absoluut deze rol moet zijn, kwam geen eenduidig antwoord. De kwestie: onder welke omstandigheden mag je je principes inruilen voor pragmatiek?

John poneerde een uit zijn eigen leven gegrepen dilemma: ‘Ik heb een half jaar in een oorlog in Libanon gezeten. Daar gebeuren verschrikkelijke dingen. Je komt daar zelf ook aan de grenzen van je moraliteit. Als je dorst hebt en er rijdt en tankwagen met water langs die niet voor jou is bedoeld, dan ben je toch geneigd om ‘m tegen te houden. […] De tankwagen had echt, nou, ik denk wel 20.000 liter bij zich en wij hadden een ton van, zeg, 100 liter. We hebben die man aangehouden en we hebben gevraagd wat een druppeltje water kostte. Hij zei: “Niks.” Toen hebben we gezegd: “Druppel deze dan maar vol.” En ja, doe dat met verbaal en fysiek geweld en met dreiging van wapens en die man moet dat dan gewoon doen. Dat is niet netjes, maar het is wel een oorlog; het is hij of ik. Je komt dan vanzelf aan de grenzen van wat acceptabel is. Ik dacht: “Ja, één zo’n tonnetje uit zo’n hele grote ketel… Het is stelen, maar ja, ik moet ook vijftien man in leven houden en wij hebben ook water nodig.” […] Ik vond het moeilijk. Ik heb er heel erg over ingezeten.’

Foto: Hans Mestrum (cc)

Te nauwe banden tussen publiek en privaat zijn een ongrijpbare plaag

OPINIE - Afgelopen zaterdag plaatste de Volkskrant een artikel over het gebrekkige geheugen van minister Schultz van Haegen. Haar echtgenoot was als adviseur verbonden aan het bedrijf Kiwa dat door de overheid is gemandateerd om allerlei certificeringen te verzorgen. Het bedrijf is nauw verbonden aan het ministerie van Infrastructuur en Milieu. De echtgenoot van minister Schultz van Haegen heeft keurig afstand gedaan van zijn adviserende rol bij het bedrijf alvorens de minister werd beëdigd in het huidige kabinet, maar de minister vergat te melden dat haar echtgenoot nog wel een aanzienlijk aandelenpakket in het bedrijf bezat.

Volgens de minister was haar vergeetachtigheid geheel niet in strijd met de ethische normen zoals deze in het handboek voor aantredende bewindspersonen uiteen zijn gezet. Daarin staat weliswaar dat ‘de kandidaat in het gesprek met de formateur volledig en waarheidsgetrouw alle relevante feiten dient te melden,’ maar dat geldt slechts voor gevallen waarin de kandidaat ‘zeggenschapsrechten heeft inzake relevante financiële of zakelijke belangen.’ De zeggenschapsrechten die voortvloeien uit de aandelen van de echtgenoot van Schultz van Haegen kunnen dankzij een juridische constructie slechts indirect aan hem gekoppeld worden. Bovendien is het echtpaar Schultz van Haegen niet in gemeenschap van goederen getrouwd. Politiek gezien wordt dat eventueel nog even billenknijpen, maar van de rechter heeft ze weinig te vrezen.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Vorige Volgende