Geen grammetje vet!

Kijkend naar de fantastische Netflix-serie Wild Wild Country, over het wedervaren van de Bhagwan-beweging in de jaren ’70 en ’80, viel me ineens iets op: wat waren die mensen slank! Niet alleen de aanhangers van de goeroe met de appelwangetjes, wier tengerheid wellicht valt toe te schrijven aan een ascetischer leefstijl, nee: vrijwel iedereen op de historische beelden in de serie, was ronduit slank. De dorpsbewoners van Antelope, de passanten in Portland, de advocaten, de boeren, de burgemeester, de politie, de journalisten – bijna allemaal waren ze aanzienlijk slanker dan de mensen die je nu ziet. We worden allemaal langzamerhand dikker, al een halve eeuw lang. En zoals bijvoorbeeld wetenschapsjournalist Gary Taubes betoogt: het probleem zit ’m vrijwel zeker niet in de klassieke inname- en verbruikstheorie. Die theorie zegt: we eten tegenwoordig te veel en bewegen te weinig; willen we weer afvallen, dan is het derhalve zaak om meer te bewegen en minder calorieën te eten.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Van die dingen | Plaatje

COLUMN - Het kookboek beloofde mij de hemel. Het een zag er nog mooier uit dan het ander en ik zag al dat lekkers hier al op tafel staan. Rijen vol schalen met prachtige gerechten, kleurrijk en zowel qua smaak als kleur mooi bij elkaar passend. Vlees, vis, soepen en toetjes met druipende sauzen, alles om je vingers bij op te vreten. Goede wijn erbij, karaffen met water op tafel. We zouden zo aan de tafel kunnen schuiven die we in het kookboek voorgeschoteld kregen. Ik hoefde het plaatje alleen nog maar eventjes na te maken…

Uiteindelijk smaakt het natuurlijk wel. De smaak is niet waar het misgaat. Het ziet er bij mij gewoon niet uit. Dan heb ik het niet alleen over stoofpotjes, kleurrijke eenpansgerechten of goedgevulde gebonden sauzen. Vlees en vis, kleurrijke salades of romige desserts, ik kan het er allemaal moeiteloos uit laten zien als kattenvoer. Zo smaakt het niet, maar zo ziet het er wel uit. Ik weet niet wat er misgaat. Ik verdenk de foodfotografen van verregaande manipulatie en fotoshopgedrag, want het kan natuurlijk nooit aan mijn kookkunsten liggen. Dat lijkt me logisch.

Na wat googlen blijkt dat wat je op het plaatje ziet, niet is wat je eet. Het ligt dus niet aan mij. Diepe zucht van opluchting. Siroop of chocoladesaus blijkt motorolie, want dat is dikker en druipt mooier uit. Eten wordt aan elkaar geplakt en vastgestoken met satéprikkers, plastic fruit en groenten worden toegevoegd. IJs wordt van aardappelpuree met kleurstoffen gemaakt, anders smelt het onder de lampen. Vlees wordt bijgekleurd met schoenpoets, glanzend fruit druipt van de haarlak. Smakelijk kan ik het niet noemen. Daarna gaat er nog een stevige portie fotoshop overheen. Geen wonder dat ik het niet op tafel krijg zoals het in het boekje staat.

Foto: Voedingscentrum (cc)

Gezonde schoolkantine

Sinds Jamie Oliver een nationale campagne begon in de UK om schoolkantines gezonder voedsel te laten serveren, lijkt het onderwerp in Nederland ook aan populariteit te winnen. Vooral het beeld van ouders die door het hek “fish and chips” aan hun kinderen gaven, omdat ze het gezonde menu van Oliver zo zielig vonden voor hun kroost, is een klassieker. Het geeft ook direct aan dat scholen en ouders een gedeelde verantwoordelijkheid hebben.

Het Voedingscentrum liet onderzoek doen onder ruim 1.300 ouders. Ruim tweederde van de ouders van mbo- en vo-leerlingen vindt dat scholen en ouders samen moeten werken aan een gezond aanbod in de kantine en automaten. Een op de twee ouders wil zelf meehelpen.
65% van de ouders geeft aan dat ze graag meedenken met de school over het gezonder maken van het aanbod. Vaders geven net iets vaker aan dat ze willen praten met de schoolleiding; over het schoolbeleid of door overleg met de ouderraad. Op dit moment heeft nog maar 26% van de ouders het idee dat ze invloed hebben op het aanbod op school. Het ziet er dus naar uit dat scholen veel meer hulp van ouders kunnen krijgen dan ze tot nu toe vragen, zo stelt het Voedingscentrum.

Foto: Auswandern Malaysia (cc)

Voedsel in Nederland goedkoop in Europees perspectief

DATA - In Nederland kunnen we in vergelijking met andere Europese landen redelijk goedkoop melk, kaas, eieren, brood en alcohol kopen. Alleen voor tabak en vlees betalen we meer dan het EU-gemiddelde.

Voor een boodschappenmandje met eten en niet-alcoholische dranken betaal je in het ene Europese land bijna twee keer zoveel als in het andere, blijkt uit cijfers die Eurostat (pdf) afgelopen weekend publiceerde. In Denemarken betaalden consumenten voor voedsel en niet-alcoholische dranken 143 procent van het Europees gemiddelde, in Litouwen 77 procent.

De grootste prijsverschillen tussen landen zijn te vinden bij tabak. Rokers betalen in Hongarije (52%), Litouwen (55%) en Bulgarije (57%) veel minder voor pakje sigaretten dan rokers in Noorwegen (270%), Ierland (199%) en het Verenigd Koninkrijk (194%). Nederland staat op nummer 9 van duurste landen voor tabakgebruikers, met 108 procent.

In onderstaande grafiek is de gemiddelde prijs voor een product in de 27 EU-landen op 100 procent gezet. De prijzen voor de betreffende producten zijn per land in verhouding gezet tot die gemiddelde EU-prijs.

Nederlanders zijn goedkoper uit dan het EU-gemiddelde als het gaat om brood en ontbijtwaren, melk, kaas, eieren en alcohol. Zoals gezegd zijn rokers en vleeseters hier wel duurder uit. Dat laatste is wel belangrijk: vlees is een van de grootste kostenposten voor huishoudens als het om de uitgaven voor voedsel gaat. Gemiddeld wordt 25 procent van het geld dat naar eten gaat, uitgegeven aan vleeswaren.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: Peter Wassenaar (cc)

Stengelseizoen

COLUMN - Eten met de seizoenen, het valt niet mee. Van sommige gewassen hebben de telers bepaald dat het seizoen op een specifieke dag begint en eindigt. Eerder en later zijn ze er niet. Of mogen ze er in elk geval niet zijn. Asperges, bijvoorbeeld. Die zijn er vanaf de derde donderdag van april tot de voorlaatste vrijdag van juni.

Nu is er één ding vervelend: dat we elk jaar maar weer opnieuw vergeten de natuur een kalendertje te sturen. Die gooit dus ook met grote regelmaat roet in allerlei eten. In 2011 hadden we een uitzonderlijk zacht voorjaar en waren de asperges ruim een week te vroeg, hoewel dat halsstarrig werd ontkend door de aspergepropagandamachine (nee, niet zeggen dat dat een mooi Scrabblewoord is want het past niet op het bord). Nu, na een winter die uitzonderlijk lastig te verjagen viel, zijn ze er officieel alweer twee weken, maar geen boer heeft ze al van de koude grond. Alle asperges die nu verkrijgbaar zijn, komen uit kassen of van onder tunnels.
Die andere stengels, die zijn er al wel. Ik doel op de rabarber, ook altijd zo’n fijne lentebode al blijken er hele volksstammen te zijn die ervan gruwen. Mocht dat komen doordat je er ruwe tanden van krijgt (want dat is zo: rabarber bevat nog meer oxaalzuur dan spinazie die dat effect ook heeft), weet dan dat het helpt om wat zuivel en/of een eierdooier door de moes te roeren. Die gaat dat effect tegen en in het geval van een eierdooier krijg je ook nog een mooie binding. Wel heel goed roeren zodat je geen stukjes eigeel krijgt. Ziezo, toch nog iets praktisch in dit stukje.

Foto: Sumanth Garakarajula (cc)

Pensioen ten koste van de allerarmsten

INTERVIEW - Wat doet de financiële sector met ons pensioengeld? Een gesprek met Rens van Tilburg over Nederlandse pensioenfondsen die willens en wetens bijdragen aan stijgende voedselprijzen.

Elke maand bouwen we een stukje pensioen op. Geld waarmee we straks, grijs en achter de geraniums, boodschappen kunnen doen. Althans, dat denken veel mensen. In werkelijkheid staat het geld dat opzij wordt gezet niet vast op een rekening en wordt het later ook niet uitbetaald aan onszelf. Het wordt belegd en vervolgens uitgekeerd aan de huidige generatie ouderen. Klik vooral hier voor een spoedcursus ‘Hoe werkt het Nederlandse pensioenstelsel’. Kort gezegd proberen pensioenfondsen het geldbedrag dat je opzij zet te vergroten door te beleggen of te speculeren. Deze fondsen bevinden zich onder andere op de grondstoffenmarkt, waar wordt gespeculeerd met bijvoorbeeld olie, edelmetalen en graan. Aangezien van graan broodjes worden maakt en het een belangrijke voedselbron is voor een groot deel van de wereldbevolking, wordt voor dit fenomeen ook wel de term ‘voedselspeculatie’ gebruikt.

Maar hoe gaat dat speculeren eigenlijk in zijn werk? En wat hebben de investeringen van pensioenfondsen voor effect op ons en op de Afrikaan?

Ik spreek erover met Rens van Tilburg, onderzoeker bij SOMO, een organisatie die onderzoek doet naar de maatschappelijke gevolgen van de activiteiten van multinationale ondernemingen. Daarnaast is hij lid van de Sustainable Finance Lab, het clubje onder leiding van Herman Wijffels dat zich bezighoudt met de toekomst van de financiële sector.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Gerard Stolk (cc)

Paarden eten

OPINIE - De paardenvleeshysterie is nergens goed voor, behalve misschien dat er weer nieuwsgierigheid is naar hoe paardenvlees ook alweer smaakt.

Het was groot nieuws, onder meer bij PowNews, in de Volkskrant en Het Parool: het beroemde hoofdstedelijke biefstukrestaurant Piet de Leeuw zou paardenbiefstuk serveren. Volgens de jongste berichten zou eigenaar Loek van Thiel dat inmiddels ook “bekend” (sic!) hebben.

Wat nou nieuws? In een boekje dat op 3 februari 2007 werd gepubliceerd bij het 30-jarige bestaan van een andere Amsterdamse biefstukbakker, Café Loetje, stond het al. Is er toen ophef over geweest? Natuurlijk niet. Er is ook niks mis met paardenbiefstuk. Mijn oma at het bij voorkeur en in het Belgische stadje Vilvoorde wil men van oudsher van niks anders dan pjerrenbuufstek weten.
Het is wat met dat paardenvlees. In de supermarkten Plus, Coöp, Boni en Nettorama ligt lasagne van het merk Primafrost. Omdat importeur Lensing niet kan garanderen dat daar niet stiekem paardenvlees in is verwerkt (dat het erin zit, is dus nog niet eens zeker), heeft de nVWA deze supermarkten gesommeerd de lasagne ter plekke te vernietigen.

Kijk, dat vind ik nu pas echt pervers. Dat er paardenvlees in lasagne zit hoort uiteraard op het etiket te staan, geen twijfel aan. Maar met paardenvlees is dus niks mis en die lasagne is prima eetbaar. Er zijn in Nederland mensen die van de voedselbank afhankelijk zijn en nog los daarvan is het vernietigen van voedsel vanuit een oogpunt van duurzaamheid niet meer van deze tijd. De nVWA zou zich op dit punt de ogen uit de kop moeten schamen.

Volgende