Spanje haalt banden met Marokko aan
De Spaanse regering kwam gisteren met een forse delegatie op bezoek bij de collega’s in Rabat. Premier Pedro Sanchez en twaalf van zijn ministers maakten de oversteek naar hun zuiderbuur om er twintig overeenkomsten te ondertekenen. Bevordering van de wederzijdse handel is een belangrijk doel. Daarnaast gaat het over migratie. Spanje is afhankelijk van Marokko bij het terugdringen van het groeiend aantal migranten dat de Spaanse exclaves Melilla en Ceuta in Noord-Afrika probeert te bereiken. Beide landen zijn sinds vorig jaar weer on speaking terms nadat Spanje de claim van Marokko op de West-Sahara had erkend.
Spanje heeft zich altijd verzet tegen de Marokkaanse zeggenschap over de Westelijke Sahara, een voormalige Spaanse kolonie. Madrid pleitte lange tijd voor een referendum onder de lokale bevolking over de toekomst van de regio. De kwestie leidde tot een aanhoudende ruzie tussen de twee landen. In maart vorig jaar stelde premier Sanchez zich achter het Marokkaanse plan voor een zekere autonomie van de regio. Dat plan wordt bestreden door de Saharaanse verzetsbeweging Polisario die de Spaanse stap ziet als het zwichten voor de chantage en de angstpolitiek van Marokko. Spanje is overstag gegaan onder druk van de Europese migratiecrisis, volgens Polisario. Afgelopen zomer leidde het Spaans-Marokkaanse akoord tot een ware veldslag bij Melilla die aan vijf migranten het leven kostte. Na Spanje heeft ook Nederland de Marokkaanse claim erkend, wat heeft geleid tot een aanzienlijke verbetering van de betrekkingen met Marokko. Belangrijk onderdeel van de onderhandelingen tussen Nederland en Marokko was de mogelijkheid voor het terugsturen van uitgeprocedeerde asielzoekers.
Het vorige kabinet had ambitieuze doelstellingen voorgenomen voor CO2-reductie: 30 procent minder CO2-uitstoot in 2020 (ten opzichte van 1990) en 20 procent duurzame energie. Het nieuwe huidige kabinet heeft die doelstelling naar beneden bijgesteld naar 20% reductie in CO2-uitstoot en 14% duurzame energie. Echter, zonder daadkrachtige overheid zal het moeilijk zijn om zelfs die doelstelling te halen. Natuurlijk, we draaien tegenwoordig allemaal een spaarlampje in de fitting, we letten wat meer op of de stekkers ’s nachts uit het stopcontact liggen en we draaien de was op 30° in plaats van 60°. En het bedrijfsleven doet hier en daar ook zijn best om energie te besparen, maar zet dit nu echt zoden aan de dijk? Het blijven uiteindelijk kleine beetjes. Kan dat niet wat voortvarender? Even wat cijfers ter illustratie.
De mondiale vraag naar energie zal in het jaar 2035 met 36% zijn gestegen, dat komt neer op een groei van 1,2% per jaar. Fossiele energiebronnen blijven dominant, maar duurzame energie groeit wel van 7% naar 14%. Het leeuwendeel van de groeiende vraag naar energie: 93% komt voor rekening van sterk groeiende niet-OECD landen, China, Brazilië, India u kent ze wel. In het jaar 2035 heeft de wereld 18% meer olie nodig dan ze nu al verbruikt. Maar de productie van conventionele fossiele olie zal al in 2020 minder dan 69 miljoen vaten per dag zijn (nu 84). De rest komt uit onconventionele bronnen: met name vloeibaar aardgas