Supermarktje spelen
COLUMN - CVS, een Amerikaanse supermarkt-annex-apotheek, doet iets ongekends in de supermarktwereld. Ze verkopen nog dezelfde producten, maar de indeling van de winkel is op de schop genomen. Als je Oreokoekjes wil kopen (hey, je bent in Amerika) moet je behoorlijk goed zoeken; ze liggen achterin de winkel, op de onderste plank. In plaats van suikerrijke snacks liggen er gezondere snacks bij de uitgang.
Die supermarkt is mijn droom. Nog liever zou ik zelf supermarktje spelen en mijn eigen supermarkt inrichten – op zo’n manier dat ik niet elke dag in de verleiding kom om mijn gezonde voornemens teniet te doen. Als ik inkopen doe, wil ik snel klaar zijn, weinig geld uitgeven en geen dingen kopen die ik niet nodig heb. Die wensen stroken niet bepaald met de doelen van de supermarktuitbater. Dat maakt winkelen soms onverwacht leuk: “hee, een nieuwe chipssmaak!”, maar ook lastig.
Marketeers en retailers kunnen ons gedrag veel beter voorspellen en sturen dan wijzelf. En dat gaat verder dan ‘producten op ooghoogte verkopen beter’. Het beste plekje op het schap wordt verkocht aan de hoogste bieder, zoals google de advertentieruimte bij bepaalde zoektermen per opbod verkoopt. Stunten met kiloknallers lokt zoveel extra klanten, dat hun andere uitgaven de kosten van de promotie compenseren. Zelf hebben we als consument weinig zicht op zulke wetmatigheden. Ik betrap mezelf tenminste regelmatig op de gedachte dat ik het systeem mooi te slim af ben, door selectief van aanbiedingen gebruik te maken – hoewel dat net zozeer van zelfoverschatting getuigt als het feit dat 80% van de Nederlanders denkt dat hij beter dan gemiddeld kan autorijden.