Duurzame December

Een van onze redacteuren had een ‘december-challenge’ geopperd: geen onnodige en onduurzame cadeaus kopen in deze maand, geen geld besteden aan kerstkleding of kerstversiering. Moeder Aarde gaat al rap genoeg naar de kloten, dus we hoeven haar echt niet daarbij een extra handje te helpen. Dat was zo’n beetje het idee daarachter, er wordt al genoeg verspild, dus wat extra waakzaamheid, juist in de feestmaand, kan geen kwaad. Immers, er zijn nogal wat feestdagen c.q. gelduitgeef windows in deze maand: Sinterklaas, Eerste- en Tweede Kerstdag en Oudjaarsavond en -nacht. En dan hebben we ook nog een WK-Voetbaltoernooi, wat kost dat aan kaasblokjes, bier, oranje-attributen en kleding? Voordat er geteld en gemeten gaat worden, is het natuurlijk wel belangrijk om een nulmeting te doen: wie ben ik, hoe is mijn uitgavenpatroon normaal, wat geef ik waar uit? Wij zijn samen, om te beginnen, anderhalf modaal, geen kinderen. Dat scheelt al met Sinterklaas: geen extra uitgaven op 5 december. De vaste bonnetjes die elke week in het digitale kasboek belanden zijn van Dirk, Jumbo, de regionale groenteboer op de zaterdagmarkt, en de Turkse kruidenier hier om de hoek, de echte bakker (een heel Waldkorn is nu 3 euro 85) en het Kruidvat. Afwijkende uitgaven in winkels zijn dan een flesje contactlensvloeistof, een volle benzinetank, de Syrische kledinghersteller en de vrijdagse NRC (voor de boekenbijlage), een loodgieter die langs moet komen voor een verstopping, concertbezoek, collectes aan de deur en een fietsreparatie. Wat er altijd wel is, is de tuin. Wat je daar wel niet aan kunt uitgeven aan planten en bloemetjes. De bijen krijg je er dan wel weer gratis bij. In december kost een tuin, op een zakje voer voor de musjes en de mezen na, niets. En een aardige kostenpost die op verschillende tijden in het jaar opduikt zijn de (korte) vakanties. Maar aan wintersport heb ik nooit gedaan: ik heb nooit geskied, dus ik denk dat ik dat niet kan. De vaste lasten is weer een ander variabel rijtje. De hypotheek, de zorgverzekeraar, het krantenabonnement, de kosten van het cv-onderhoud – en dan zijn er de energiekosten. Het gas dat ons huis instroomt en dat we verstoken voor de verwarming en voor het warme water in de badkamer en keuken. (Ons gasverbruik hebben we de afgelopen 15 jaar wekelijks bijgehouden). Nou heb ik, toevallig, net in november, geld besteed aan kleding. Dat mocht ook wel vond ik, want op foto’s van 10 jaar geleden zag je mij staan in dezelfde winterjas (PeakPerformance, duurzaam productje hoor, m’n complimenten), als nu. Dus kocht ik een nieuwe jas. En een dik fleecejack voor in huis: kan de cv tenminste twee graden naar beneden. Dus dit maakt Duurzame December wel iets makkelijker voor mij, kom ik er lekker gunstig vanaf. Omdat we deze Duurzame December serieus aanpakken, wilden we ook theoretisch beslagen ten ijs komen. Dus lazen we ‘Een simpel leven’ van Roderick Nieuwenhuis. Een prikkelend, intelligent en vlot geschreven boek. En geestig. Dat laatste vermeld ik maar even, want schrijven over idealisme, dat mondt nog wel ‘ns uit in serieuze uiteenzettingen of iets anders’ saais. ‘Eenvoud en minimalisme komen vaak voort uit schaamte. Mensen schamen zich voor de privileges die zij hebben ten opzichte van minderbedeelden. Door minder van hun voorrechten gebruik te maken, hopen ze van dit nare gevoel af te komen.’ (Uit een interview met de auteur in Trouw). En op blz. 67 van Een simpel leven, de filosofe Hanna Ahrendt:’Consumeren maakt de mens ondergeschikt aan zijn primaire behoeften. De mens moet twee unieke eigenschappen inzetten om een prettige gemeenschappelijke wereld te creëren: creativiteit en solidariteit.’ Eenvoudig leven, zonder overbodige luxe, is niet zo gemakkelijk, het is complexer dan je denkt. Roderick brengt het allemaal in kaart: het ontspullen van Marie Kondo, de Tiny Houses, de historie: Walden, Thoreau, de romantici die dweepten met het teruggaan naar de natuur. En welke drama’s dat soms opleverde, soms de dood: Chris McCandless bijvoorbeeld. Hij heeft zijn zoektocht, zijn ideaal niet overleefd. Tragisch, ik heb de film gezien. In december zullen er extra uitgaven zijn. Er moet een kerstboom gekocht. Ik schat ‘m dit jaar op 30 euro. De ballen die erin hangen, komen allemaal van de kringloopwinkel. Er zal met de Kerst wat heen en weer gereden worden, voor (familie-)bezoek, met de Renault Clio die op benzine loopt. Dat zal in totaal ongeveer 200 kilometer zijn. Een liter benzine kost 1,85 euro. De trein/bus is voor deze plaatsen geen optie. Komende Oudjaarsnacht werk ik. Dat zal voor mij geen extra uitgaven betekenen: geen drank, geen festiviteiten, geen vuurwerk, hooguit een oliebol. Een duurzaam uiteinde van December dus. (Ja, ongezellig kun je het ook noemen). Er is alleen nog wel één specifiek ding in deze duurzame decembermaand dat ik nog moet melden: ik ben jarig, en wel met Kerstmis. (Mag ik even een kleine anekdote tussendoor vertellen? In het gezin waarin ik opgroeide was er de traditie dat de jarige mocht zeggen wat hij/zij wilde eten op die feestdag. Mijn lievelingskostje als kind was: zuurkool met worst. Dus bestond de feestdis bij mijn ouders jarenlang op Eerste Kerstdag uit zuurkool met worst.) Ik vier deze gebeurtenis thuis, we gaan niet naar een restaurant, we huren geen zaaltje af, we gaan niet naar een musical, een festiviteit, ook niet naar een kerkdienst trouwens, er is geen feestje, dus het is low key  Maar. Ik heb geen invloed op cadeaus die mij gegeven worden. Is het een boek? Een tegoedbon voor het isoleren van het dak? Of van de spouwmuren? Voor het vervangen van het dubbelglas in de woonkamer? O, keep it simple.

Door: Foto: Maria Willems (cc)

Duurzaam gedrag is niet mannelijk

Vrouwen vertonen duurzamer gedrag dan mannen:

Compared to men, women litter less, recycle more, and leave a smaller carbon footprint.

Want het is niet mannlijk:

Men may shun eco-friendly behavior because of what it conveys about their masculinity. It’s not that men don’t care about the environment. But they also tend to want to feel macho, and they worry that eco-friendly behaviors might brand them as feminine.

Foto: Hindrik Sijens (cc)

Vertrouwen en samenwerking essentieel voor duurzame innovatie

OPINIE - In de gemeente Barneveld werd vorige week een kleinschalige biomassavergasser in gebruik genomen. Jan Paul van Soest gaf een toespraak bij de feestelijke opening.

In het dorp waar ik woon is een supermarkt. Dat is niet bijzonder. Wel bijzonder is dat de winkelwagens geen onderpandmuntje hebben. En dat ze desondanks altijd netjes worden teruggebracht. Niemand zal het in zijn hoofd halen ze zomaar ergens te laten slingeren, of zelfs mee te nemen, wat in de steden zou gebeuren als er geen onderpandmuntstukken zouden worden geheven.

De winkelwagentjes staan symbool voor vertrouwen, dat in een kleine gemeenschap nog volop aanwezig is.

U denkt dat dit niets met een innovatieve biomassavergasser te maken heeft? Mis. Voor innovatie is vertrouwen een cruciale factor. Dat zeg ik niet, dat zegt professor Bart Nooteboom, en die kan het weten. Hij was hoogleraar innovatiewetenschappen aan de universiteiten van Groningen, Rotterdam en Tilburg, en lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Hij is econoom van origine, dus u voelt wel: als een econoom tot de conclusie komt dat vertrouwen van onschatbare waarde is, dan is er iets bijzonders aan de hand.

Dat geldt voor veel innovaties, denk aan de samenwerking tussen Philips en Douwe Egberts, die samen de Senseo ontwikkelden. Of de koffie eruit ook lekker is laat ik maar in het midden, maar een interessant voorbeeld van een vernieuwend innovatieproces is het wel. Samenwerking als sleutelfactor geldt nog veel meer voor innovaties voor het nut van het algemeen, for the common good, oftewel voor het behoud van onze gemeenschappelijke natuurlijke hulpbronnen, ons natuurlijk kapitaal. Denk aan een stabiel holoceenklimaat, behoud van de productiviteit van ecosystemen zoals oceanen, denk aan aantrekkelijke landschappen, denk aan de ozonlaag die ons tegen UV-straling beschermt, en zo meer.

Foto: copyright ok. Gecheckt 13-10-2022

Een tweedehands spijkerbroek en kadetjes met melkeiwit

VERSLAG - Een voedingspatroon zonder dierlijke producten is moeilijker dan je denkt. Ook in biologische chocopasta zit melkeiwit. Maar een tweedehands spijkerbroek is zo gevonden.

Op een zondagavond eind november maakte ik met een groepje vrienden het begin van een set leefafspraken: wat willen we wel en niet eten, kopen, doen? We willen ons losmaken van passief consumentisme. Het experiment loopt inmiddels drie weken. Tijd om u bij te praten: hoe sta ik ervoor?

De afgelopen weken kwam met enige regelmaat de opmerking ‘ach, wat doe je jezelf aan?’ voorbij. Die kan alleen maar voortkomen uit het voorstellingsvermogen van degenen die die uitspraak deden, want ik lijd bij mijn weten niet onder dit project. Sterker nog, ik voel me regelmatig bijzonder tevreden over onze afspraken.

Zo kopen we liefst onze kleding tweedehands. Toen ik vorige week toe was aan een nieuwe spijkerbroek, ging ik dus naar marktplaats.nl. In een mum van tijd had ik een broek gevonden op nog geen kilometer afstand van mijn huis. Die broek kostte bovendien maar vijf euro en was exact hetzelfde als de broek die kapot was gegaan. Binnen een kwartier had ik antwoord op mijn mail en een half uur later was ik weer thuis met mijn nieuwe broek. Op zondagavond. Daar kan geen winkel aan tippen.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: cermivelli (cc)

Grassroots of kunstgras: energievoorziening in de media

ANALYSE - Al dan niet geënsceneerde protesten in de media hebben veel invloed op de besluitvorming rond onze energievoorziening, constateert Jurgen Ganzevles.

Groepen mensen die zich druk maken over maatschappelijke kwesties worden ook wel grassrootsbewegingen genoemd. Kunstgrasgroeperingen zijn minder bekend. De Amerikaanse senator Lloyd Bentsen gebruikte het woord astroturfing voor het eerst, in 1985. Dit nieuw uitgevonden werkwoord verwijst naar een merk kunstgras. Het ging hem om het ensceneren van publiek protest, als tegenhanger van spontane betrokkenheid. Historische voorbeelden van kunstgrasbewegingen zijn aangewakkerde demonstraties uit de tijd van de Joegoslavische dictator Milošević en Amerikaanse pro-rokencampagnes, waarvan de banden met de tabaksindustrie zijn aangetoond.

Publieke meningsvorming begrijpen is een vak apart. In de energiewereld speelt het een rol in de discussies over windmolenparken, biomassa, kernenergie, CO2-opslag en schaliegaswinning. Het zijn ingewikkelde dossiers. Vragen over economie, technologie, duurzaamheid, veiligheid en de ruimtelijke inpassing lopen dwars door elkaar heen. Feit versmelt met fictie. Waarden en emoties zijn niet los te zien van belangen.

Op de rem

Het woud aan onzekerheden als het gaat om duurzame energievoorziening leidt tot een snelle opkomst van maatschappelijk protest. Partijen die niet overtuigd zijn, nemen het zekere voor het onzekere en trappen hard op de rem. Neem schaliegaswinning als voorbeeld. In 2010 wakkerde de documentaire Gasland de discussie over grootschalige schaliegaswinning in Amerika stevig aan. In 2011 bracht vooral de geplande proefboring in het Brabantse Boxtel het debat naar Nederland. Anno 2012 hebben niet minder dan 37 gemeentes te kennen gegeven dat zij substantiële bezwaren zien tegen winning van schaliegas in hun grondgebied.

Foto: copyright ok. Gecheckt 13-10-2022

Niet langer een passieve consument

OPINIE - We leven in een consumptiemaatschappij waarbij elke prikkel om stil te staan en na te denken bij ons voedsel, kleding en leefstijl wordt weggewerkt. Kan dat anders? 

Stelt u zich voor: een supermarkt. U weet wel, zo’n winkel waar je allerhande spullen kunt kopen, veelal etenswaren. Van veel producten bestaan minstens vijf varianten, oplopend tot misschien wel vijftig verschillende soorten. Alles keurig verpakt in plastic zakken. Of plastic bakken, verpakt in plastic zakken. Of zakjes, verpakt in kartonnen dozen.

Er zijn veel van dat soort winkels in Nederland. Vooral in grote steden vind je er eigenlijk altijd wel een op loopafstand. Meestal hebben ze ruime openingstijden, zodat je nooit van tevoren hoeft te bedenken wanneer je erheen gaat, maar je kunt gaan wanneer het je uitkomt. Of wanneer je ergens zin in hebt. Je hoeft er niets eens over na te denken.

Heb je nog minder tijd om je eetmomenten te plannen, dan kun je ook nog ‘iets halen’. Wederom vooral in grote steden tref je in de meeste straten minstens één koffiebar aan. Ook stations zitten vol met eet- en drinktentjes ‘to go’. Hier kun je croissantjes, koekjes, en koffie of thee in een papieren beker met deksel halen. Dat deksel dient ertoe dat je, al hollend naar je bus/tram/trein, je drinken niet verliest.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: Vincent Lyon-Dalberg-Acton (cc)

Groene borstklopperij

COLUMN - Op de Dag van de Duurzaamheid (afgelopen dinsdag) presenteerde dagblad Trouw de nieuwe Duurzame Top 100. Honderd duurzame Nederlanders worden gefeliciteerd met hun plek op deze nieuwe lijst. Goed voorbeeld doet goed volgen, is de gedachte. Maar wat ongezouten kritiek op deze groene borstklopperij kan geen kwaad, betoogt Henri Bontenbal.

Scherp geformuleerd: de Duurzame Top 100 bestaat opnieuw uit een groot aantal ‘groene goeroes’. Een soort groene BN’ers die bij elke groene conferentie hun kunstje mogen opvoeren en in elk groen tijdschrift dezelfde grijze plaat mogen afdraaien. Deze GBN’ers staan inmiddels zo vaak op het podium van congressen over duurzaamheid dat ze nauwelijks tijd over kunnen hebben om echt aan het werk te zijn. Zij maken van de nood een deugd en noemen hun optredens ‘ook werk’, maar vergeten daarbij dat het publiek dat deze congressen bezoekt vaak allang overtuigd is van de groene boodschap en dezelfde groene congressen bezoekt.

Daarnaast is het niet moeilijk een boegbeeld van duurzaamheid te zijn als je – al dan niet aan het infuus van de overheid of andere geldschieters – de baas bent van een bedrijf, adviesbureau, ngo of stichting die duurzaamheid tot core business heeft gemaakt. Behoort duurzaamheid in die gevallen niet tot het ‘normale’ werk, waarvoor een groen lintje niet nodig is?

Foto: crustmania (cc)

Ontwikkelingssamenwerking moet duurzaam zijn

ANALYSE - Een minister van Internationale Samenwerking zou handelsbelangen en ontwikkelingssamenwerking goed kunnen laten samen gaan, schreef Jeroen van Gerven vorige week op Sargasso. Handel als speerpunt in OS-beleid is echter al lang de ingezette koers. Dat dit ten koste kan gaan van duurzame ontwikkeling, betoogt Suzanne Kröger. Geld dat bedoeld is voor armoedebestrijding, wordt gebruikt om de verduurzaming van multinationals te financieren.

In 2007 sloot toenmalig minister Koenders de Schokland-akkoorden met diverse publieke en private spelers. De traditionele hulprelaties moesten worden omgebogen; het bedrijfsleven kreeg een grotere rol om het bereiken van de millenniumdoelen dichterbij te brengen. Public Private Partnerships werden de manier om de soms wat verstofte OS-clubs te laten samenwerken met het efficiënt opererende bedrijfsleven. Een duidelijke win-win situatie, iedereen was laaiend enthousiast. Een lijn die nog steviger werd doorgezet door het eerste Kabinet-Rutte.

In deze periode werd ook het Initiatief Duurzame Handel (IDH) opgericht. Het doel: de internationale handel van grondstof tot eindproduct verduurzamen. Terwijl de grote ontwikkelingsorganisaties werden gekort, kreeg het IDH een ruim 20 miljoen euro per jaar om samen met multinationals als Akzo Nobel en Unilever de wereldwijde handelsketens groener te maken. ‘Dat draagt bij aan het wereldwijd bestrijden van armoede, bescherming van het milieu, en maakt duurzame handel tot norm’, valt te lezen op de IDH-website.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Volgende