Gevoeligheden

Het valt me steeds meer op dat Nederland het land van de lange tenen is. Het land van de gevoeligheden, het land van het eeuwige stilstaan bij verdriet. Dat we pas onlangs in een vuilcontainer fotografisch bewijs hebben opgedoken van het lijden van anderen onder onze laars, en dat we daar nog geen seconde bij hebben stilgestaan, bewijst hoe selectief wij onze lange tenen uitsteken. Het opdat we niet vergeten leidt tot de bizarre situatie waarbij ophef ontstaat over een tram met het nummer acht in Amsterdam, rond Dodenherdenking. Lijn 8 is door de Duitse bezetter in 1942 afgeschaft; het traject is daarna vooral ‘s nachts gebruikt om joodse Amsterdammers naar Centraal Station te rijden – en van daaruit naar de hel van de kampen.

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 10-11-2022

Quote du Jour | Legally speaking, I am innocent

His dreams often end in screams. The screams turn into thunder, the thunder into humming and the humming into silence. They are the sounds of death from the gas chambers.

Gröning, though, didn’t kill anyone. He didn’t pour Zyklon B into the shafts or burn the piles of dead. He watched. He stood there, shocked at first, then indifferent. It became a routine.

Oskar Gröning was boekhouder in Auschwitz. Hij telde het geld dat de Joden in moesten leveren bij aankomst in het kamp. Hij zag de gruwelen, de gaskamers, de lijkverbranding. Hij is een van de weinige SS-ers die nog in leven zijn.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

4 mei 2009

Amsterdam, Kinkerstraat, het verkeerslicht voor de Nassaukade. Het is 4 mei 2009, het is acht uur. Voetgangers en fietsers staan op de trottoirs stil. Een wat oudere dame zet de motor van haar kleine blauwe auto af. Misschien niet op de handigste plaats: voor een stoplicht.

Als het op groen springt, blijft ze stil staan. Dat is niet naar de zin van de chauffeur van de zwarte auto achter haar: de stilte wordt verstoord met luid getoeter. Het licht wordt rood, het licht wordt opnieuw groen, wederom getoeter. Een man uit de zwarte auto gooit zijn portier open en beent op het dametje af.

Wat hij haar toevoegt, valt van de plaats waar ik sta niet te horen, maar zijn driftige gebaren verraden dat hij boos is. De vrouw in de blauwe auto lijkt te gebaren dat ze met rust wil worden gelaten. Juist op het moment dat ik denk dat de man zijn geduld zal verliezen en ik ooggetuige zal zijn van de mishandeling van een bejaarde, begint ergens het Wilhelmus te spelen, springt het licht op groen en trekt de bestuurster van de blauwe auto op.

De behoefte aan moralisme

Het Nationaal Comité 4 en 5 mei komt op het idee een jongen van vijftien een gedicht te laten voordragen bij de Dodenherdenking, waarin hij erop wijst dat zijn oudoom, als SS-er, een foute en onomkeerbare keuze heeft gemaakt. Ook die oudoom mocht niet worden vergeten. Misschien was het kortzichtig van het genoemde comité om dit gedicht te laten voordragen, want het vervolg was voorspelbaar. Er klonken protesten van het CIDI en het Auschwitzcomité, die vinden dat de Dodenherdenking eigenlijk een slachtofferherdenking moet zijn. Het resultaat is bekend: het gedicht werd teruggenomen.

Het relletje bewijst, om te beginnen, dat we nog steeds onze schouders niet ophalen over de gebeurtenissen, zelfs al liggen ze inmiddels zo’n zeventig jaar achter ons. Het is ook goed dat niemand de jonge dichter ook maar iets kwalijk neemt – de discussie gaat niet over hem of zijn gevoelens, die door alle partijen worden gerespecteerd. Dat is eigenlijk allemaal goed nieuws.

Wat me verder opvalt, is dat, zo gauw het CIDI en het Auschwitzcomité hun verontwaardiging hadden geuit, de discussie verliep volgens het door hen gebruikte sjabloon: een tegenstelling tussen daders en slachtoffers. Nu zijn er uiteraard groepen die uitsluitend daders waren en groepen die uitsluitend slachtoffers waren. Maar in de realiteit waren de grenzen niet zo scherp. Althans, dat heb ik gelezen; ik heb het immers niet meegemaakt.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Nationaal Comite 4 en 5 mei in de fout

Een gastbijdrage van Kees Mattijsen.

De nivellering van de Nationale Herdenking op 4 mei moet ongedaan worden gemaakt. Een pleidooi om de herdenking van de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog in ere te herstellen.

Op de website van het Nationaal Comité 4 en 5 mei is te lezen en telkens opnieuw op de Dam te beluisteren: “Tijdens de Nationale Herdenking herdenken we allen – burgers en militairen – die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in oorlogssituaties en bij vredesoperaties.” (Officieel memorandum).

Die laatste zinsnede vanaf “sinds” en verder, steekt mij en vele anderen al jaren. Vandaar dat ik met instemming het interview van 20 januari j.l. in De Pers las “WOII moet weer een centrale plek krijgen.” Aan het woord was mevrouw Schwegman, directeur van het NIOD (Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies).

De nivellering of het gladstrijken in goed Nederlands, waarover zij spreekt, is in feite al direct na de oorlog in gang gezet. Dat kwam namelijk alle naoorlogse regeringen uitermate goed uit. Een greep: de smerige oorlog, in versluierende termen “missie” of “politionele actie” genoemd tegen ‘ons’ Indië, deelname aan overzeese oorlogen bijv. in Korea – met behulp van Nederlandse ex-SSers… de West-Duitse herbewapening kwam eraan en moest erdoor, de koude oorlog werd van harte aangemoedigd en gestimuleerd. Vrijlating van zware en zwaarste oorlogsmisdadigers en veel meer. Het historische beeld van WOII moest toen én vandaag worden ontkracht en bijgesteld.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De Nationalistische Dodenherdenking?

Alhoewel de nadruk nog immer op de Tweede Wereldoorlog ligt, herdenken we vandaag niet alleen de slachtoffers uit die oorlog, maar ook de Nederlanders die zijn omgekomen bij andere gewapende conflicten en vredesoperaties, waar dan ook ter wereld. Uiteraard, de Tweede Wereldoorlog heeft in onze moderne geschiedenis de meeste impact en dus is het niet zo vreemd dat hier dan ook de meeste aandacht naar uitgaat. Maar we staan tegenwoordig ook stil bij al die andere slachtoffers, militairen en burgers, en de nabestaanden, ongeacht hun leeftijd, status, huidskleur, culturele herkomst, religieuze overtuiging of politieke voorkeur.

In dit opzicht heeft de oproep van Mei Li Vos om de PVV te weren bij de dodenherdenking iets potsierlijks. We herdenken namelijk al een tijdje niet meer alleen de slachtoffers van de nazi’s, maar ook degenen die in Libanon, Bosnië of Afghanistan zijn omgekomen in conflicten met partijen van verschillende politieke pluimage. Centraal in haar betoog stond het zogenaamde ‘woordgrapje’ uit het verkiezingsprogramma van de PVV “de slachtoffers van het (nationaal)socialisme”. Omdat de PVV, als geijkte socialistenhaters, blijkbaar iets anders zou herdenken dan de meeste mensen, zouden zij geen acte de presence mogen geven. Doch, in feite heeft het socialisme ook de nodige slachtoffers gemaakt. Tijdens de Koreaanse Oorlog sneuvelden bijvoorbeeld 120 Nederlanders door communistisch vuur. Ook zij worden vandaag herdacht. Het Nationaal Comité 4 en 5 Mei heeft formeel gezien volledig gelijk door te stellen dat PVV’ers gewoon welkom zijn, net als ieder ander.

Maar wie zijn die slachtoffers van het ‘(nationaal)socialisme’ nu precies? En wat wordt met dat woordgrapje bedoeld? Dit is ook voor meerdere uitleg vatbaar. De meest gehanteerde definitie is die van Martin Bosma, die de geschiedschrijving danig wil vervalsen door vast te stellen dat Hitler een socialist was en daarmee alle hedendaagse partijen die enigszins op socialistische leest geschoeid zijn medeverantwoordelijk maken voor de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. De PvdA, De SP, dat zijn de hedendaagse nazi’s, zo lijkt Bosma te willen zeggen. Daarmee gaat hij voorbij aan het gegeven dat als je het xenofobe en nationalistische sausje uit het PVV-program elimineert, de PVV niets meer is dan een slap aftreksel van de SP. Een andere uitleg is dat we ook de Nederlanders herdenken die in de Tweede Wereldoorlog zich hadden aangesloten bij de Waffen-SS en aan het oostfront zijn gesneuveld door Russische kogels. We weten inmiddels dat die jonge frontsoldaten zich lang niet allemaal uit ideologie aansloten bij de Waffen-SS, maar dat velen van hen niet meer waren dan gelukszoekers die hierin puur een mogelijkheid zagen om zichzelf te kunnen ontworstelen aan de sociale onderkant van de samenleving. Ze wisten niet beter dan dat ze een betere toekomst in het vooruitzicht gesteld werden. Doelt de PVV op hen? Een derde uitleg is dat de uitdrukking ‘(nationaal)socialisme’ simpelweg niets meer is dan een ongefundeerde provocatieve en populistische sneer naar de linksige partijen. En dat lijkt me de meest plausibele uitleg. Niets meer en niets minder.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Vorige Volgende