Ach, de wil van het volk
De kiezer heeft gezond verstand genoeg en heeft altijd gelijk. Het is een troostrijke gedachte als je de politici hoort kakelen. Maar is het waar? Hebben Henk en Ingrid een goed oordeel over van alles en nog wat? Of Joe the plumber?
Belangrijker nog is de vraag die dan volgt: wat is de relatie tussen de opvattingen van de kiezer en het politieke proces op basis daarvan? Politiek is meer dan marketing, de effectiefste politicus heeft niet de beste marktonderzoeker. Het volk hoeft niet altijd gelijk te krijgen, want in een representatieve democratie loopt de politiek wel eens voor de troepen uit. Zelfs Reve mompelde ooit: “Wat wil het volk? Niet veel goeds, dat staat wel vast.” Ik bedoel: politici moeten ook wel eens de leiding durven nemen.
In Amerika liep de spanning onlangs hoog op toen de discussie over de limiet op de staatsschuld werd gebruikt voor een politieke shoot-out tussen Democraten en Republikeinen. Geen zinnige argumentatie werd gewisseld, veel onderbuikgevoel en onzinnige idelogie. Het resultaat dreigt dat de fatsoenlijkste en intelligentste president die Amerika in decennia heeft gehad, moet vrezen voor zijn herverkiezing. Ik schreef eerst ‘gevolg’ in plaats van resultaat, maar Obama draagt natuurlijk zelf ook wel bij aan zijn neergang: hij is wat erg secundair, in een omgeving waar men wel graag een beetje leiding wil.