Cynisch, cynischer, PRI
Mexico is een land dat lijdt onder geweld tegen vrouwen. En dan hebben we het niet alleen over de beruchte zaken in Ciudad Juárez, in de noordelijke grensstaat Chihuahua. Ook Estado de México, die als een hoefijzer rond de hoofdstad ligt geklemd, registreerde dit jaar een schrikbarend hoog aantal moorden op vrouwen. Tijd voor een onderzoek? Mis! Het SNPASEVM, een orgaan dat door verschillende bestuurslagen wordt gevormd, besloot dat er geen onderzoek hoeft te komen naar geweld tegen vrouwen in Estado de México, de meest bevolkte deelstaat van Mexico. Met dank aan het onvoorstelbare cynisme van de PRI.
Jaarlijks worden in Mexico op een bevolking van 112 miljoen gemiddeld 2500 vrouwen vermoord, een ijzingwekkend hoog aantal. Ondergesneeuwd door de lawine aan nieuwsberichten over de drugsoorlog legt dat cijfer een bijzonder nare ontwikkeling bloot, of liever gezegd een gebrek aan ontwikkeling: sinds de beruchte vrouwenmoorden van de jaren negentig in Ciudad Juárez is er blijkbaar heel weinig veranderd. Nog steeds zijn vrouwen een makkelijk doelwit van geweld, of dat nu binnen een huiselijke context is, in het bredere verhaal van de drugsoorlog of om wat voor andere reden dan ook.
Behalve het geweld is de immer etterende straffeloosheid in Mexico, waar minder dan tien procent van de misdaden adequaat wordt onderzocht en een nog veel minder hoog percentage tot een veroordeling in de rechtbank leidt, een groot probleem. In het geval van vrouwenmoorden leidt slechts drie procent van de zaken daadwerkelijk tot een rechterlijke uitspraak, zo meent Teresa Incháustegui Romero, die namens de linkse oppositiepartij PRD de federale Kamercommissie Vrouwenmoorden leidt. “En dan weten we bovendien niet om wat voor veroordelingen het gaat,” zei ze in november. “Oftewel of het om veroordelingen of vrijspraak gaat. Daarbij weten we dat in sommige van die zaken familieleden in hoger beroep zijn gegaan.”