Tour de France
Wat een verrassing! Dopinggebruik, en dat in de Tour de France! In Duitsland, waar ze sinds Ullrich allemaal wielergek zijn, heeft de publieke omroep zijn handen van de sport afgetrokken, uit ‘journalistieke overwegingen’.
Onzin natuurlijk, want sportjournalistiek is een contradictio in terminis. Ook in andere sporten gaan de stimulerende middelen in hoge mate rond, maar dat is allemaal best.
Bovendien is, als je er objectief naar kijkt, dopinggebruiken ook een sport. Zoveel mogelijk gebruiken en toch onder de radar van de controle blijven, dat is een prestatie!
Formule 1 racen is ook sport. Daar draait het niet alleen om hoe goed de coureur is, maar ook om het hele team eromheen. De beste auto, de snelste pomp om een halve seconde te winnen bij het tanken, de allerzachtste banden waarmee de kar nog net niet uit de bocht vliegt: een optimale integratie van sportief en technisch kunnen.
Daar moeten we met de Tour ook heen. Alles open gooien: team 1 kiest voor een innovatieve mix van Epo en pijnstillers, team 2 gokt juist op spierversterkende middelen en groeihormonen, en dat is dan waar de ‘journalisten’ over kunnen lullen als er even niet iets heel spannends op de baan gebeurt – vrijwel continu, dus.