De paarse eeuwigheid
ANALYSE - In een politiek landschap met twee grote partijen, geen drie, zou de toekomst er wel eens heel erg paars uit kunnen zien.
Goed, een regeerakkoord ligt er nog niet (dat duurt nog rustig één of twee maanden), maar de verhoudingen tussen “coalitie” en “oppositie” in de Tweede Kamer zijn deze week onmiskenbaar duidelijk geworden. PvdA en VVD kunnen bogen op een solide meerderheid van 79 zetels, geen gedoogkaartenhuis. Zolang zij het eens zijn – en dat zijn ze, waar zijn die onderhandelingen anders voor – maken ze samen de dienst uit, al doet de oppositie nog zoveel ‘briljante voorstellen’.
Bovendien, wat is die oppositie nou helemaal? Twee populistische schreeuwlelijken op de flanken: SP en PVV. Twee getuigenispartijen op vestzakformaat: SGP en Partij voor de Dieren. En dan de eens in de zoveel tijd terugkerende ouderenpartij, 50Plus heet-ie deze keer. Van deze clubs vallen weinig ‘briljante voorstellen’ te verwachten – ze zullen vooral hun inmiddels bekende riedeltjes afdraaien: minder marktwerking, weg met de EU, prijs de Heer, lief zijn voor de dieren en kom vooral niet aan de pensioenen. Gaap.
Blijft over de serieuze oppositie: CDA, D66, ChristenUnie en GroenLinks. De coalitie van het Lenteakkoord, minus de VVD. Dit vrolijke viertal heeft een amendement ingediend op het Herfstakkoord, maar veel kans van slagen heeft het niet. Rekent u maar even mee: dertien zetels van het CDA, plus twaalf van D66, vijf van de Christenunie en vier van GroenLinks is… 34 zetels. Al zal deze “kernoppositie” waarschijnlijk nog wel vaker gaan samenwerken, dit is geen blok dat een vuist kan maken. Zeker niet als je bedenkt dat GroenLinks en het CDA hun wonden nog aan het likken zijn na dramatische nederlagen.