Closing Time | Dominique

https://www.youtube.com/watch?v=Un_P5dyRfrY Soeur Sourire, dat betekent De Glimlachende Zuster. Onthoudt u dat even. Van de week was ik bij mijn dementerende moeder en de communicatie tussen ons verloopt nu anders dan vroeger. De ziekte heeft veel uitgebeten, weggewist, aangetast. En woorden schijnen in willekeurige volgorde in mijn moeders brein gevormd te worden, en schijnbaar zonder onderling verband. En zo komen ze ook in de wereld. En in mijn oren. Onnavolgbaar. Jazz met woorden zeg maar, een grote improvisatie. Maar ik probeer er altijd wat van te maken. Ik bedoel, ik deins niet terug voor Lucebert, Van Ostaijen of Apollinaire, dus hier maak ik ook wel wat van. Op oude muziek komt er nog altijd een sterke, logische reactie. Dan blijkt het brein de tekst feilloos te kunnen reproduceren. Ook een tekst in het Frans. En dan blijf ik juist weer achter, want mijn Frans was nooit zo goed, zeg maar slecht. Maar mijn moeder zingt Dominique mee, van begin tot eind. Artiesten die succes hebben, en waarmee het later slecht gaat. Waarmee het niet goed afloopt. Drugs, drank, foute managers – het is een bekend verhaal in de popmuziek. Maar ook Soeur Sourire, of Jeannine Dekkers, zoals ze eigenlijk heette, wachtte dit lot. Jeannine trad op betrekkelijk jonge leeftijd het Dominicanenklooster in, (ze was 26 jaar), in Fichermont, Belgie. Jeanine had een talent, ze speelde gitaar, componeerde liedjes en ze zong. Eén van die liedjes was Dominique. Dat werd in 1963 opgepikt door een platenmaatschappij en op single uitgebracht. Het werd nummer 1 in Amerika, de zingende non. Onwaarschijnlijk maar waar. Hollywood maakte zelfs een film over haar. Jeanine wilde, nadat zij het uit het klooster was getreden, verder gaan met haar muzikale carrière. Maar toen begonnen de problemen. Het klooster claimde de naam Soeur Sourire . Die mocht ze dus niet gebruiken. Toch trad ze op en ging ze verder met muziek maken. Maar zonder veel succes. Op wiki lees ik dat ze in 1982 nog een discoversie van haar grote succes opnam. Het werd geen succes. (Ik heb er niet naar durven luisteren). De comeback waarop ze hoopte, kwam niet, lukte niet. Ze was eigenlijk een one hit wonder. Soeur Sourire schilderde ook en probeerde via exposities haar werk te verkopen, maar ook dat was geen succes. En dan waren er nog financiële  problemen. De belasting wilde geld van haar. En de advocaat die haar geld had beheerd in de tijd dat ze in het klooster zat, had dat slecht gedaan. Ze zat aan de grond. Samen met haar vriendin (ze hadden een liefdesrelatie, wiki is daar wat omfloerst over) knoopten ze de eindjes aan elkaar. Terwijl het geestelijk ook niet goed met haar ging, ze belandde in een crisis, ze bezocht voor die problematiek een psychiater. Haar vriendin zou binnenkort ook nog haar baan kwijtraken. In 1985 pleegde ze samen met haar geliefde suïcide. Ze was nog maar 51 jaar. Haar artiestennaam Soeur Sourire staat gegraveerd in haar grafsteen. Er was een afscheidsbrief. Daarin stond dat de beide vrouwen financieel en geestelijk kapot waren. En dat ze allebei het gevoel hadden dat ze diep wegzonken in het zwart van een depressie.

Door: Foto: Ted (cc)

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Closing Time | | Strange, I’ve Seen That Face Before (Libertango)  

In de reeks Sargasso’s Zomerklassiekers vandaag Grace Jones, met haar uitvoering van Strange, I’ve Seen That Face Before. Het origineel is geschreven door de bandeonspeler Astor Piazzolla als tango.

Bij de  eerste tonen hoor je het al: drummer Sly Dunbar en bassist Robbie Shakespeare, onmiskenbaar. Dat kalme lome, hypnotiserende, pulserende ritme is het fundament van deze reggaeversie. Grace Jones schakelt moeiteloos van Engels naar Frans, als was het een chanson, en tussendoor speelt ze ook nog even op haar accordeon.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Closing Time | Je suis venue te dire que je m’en vais

Dat kon toen allemaal gewoon: rare kleren dragen bij een televisie-optreden. En dat je haren in je ogen hingen. En je liedje zingen met je handen in je zakken. Dat je verder geen danspasjes had, en gewoon op je plek bleef staan. Andere Tijden.  Jo Lemaire had in 1981 een hit met dit liedje van Serge Gainsbourg. Een chanson over een voorbije liefde waarin een dichtregel van Paul Verlaine geciteerd wordt.

Closing Time | Tombe La Neige

Hagel in mei heb ik wel gezien, verleden week was dat. Het roffelde ineens tegen de ramen. Blijft toch een sensatie zo’n fenomeen, dat je grasveldje ineens groen/wit is. Sneeuw heb ik nog niet gezien. Wel zag ik de bloesems van de bomen door de lucht wervelen toen het zo waaide. Het wordt dan zo’n plakkerige kledderdrab op de stoep, niets sierlijks meer aan, toch net als echte sneeuw. Waar wou ik ook alweer heen, o ja, naar Adamo die Tombe La Neige zingt. Over echte sneeuw die valt. Een witte wereld terwijl zijn hart zwart is (het zal een keer niet over een vrouw gaan die er niet is). En dan doet Adamo parlando. En hij praat over kou en gemis, wanhoop en eenzaamheid. En de sneeuw die maar blijft vallen.

Closing Time | Tous les garçons et les filles

In de Closing Time van gisteren werd al naar haar verwezen: Françoise Hardy. En Tous les garçons et les filles is natuurlijk een enorme nostalgische kneiter, een romantische klassieker van jewelste. De chanson heeft na bijna 60 jaar nog niets van zijn aantrekkelijkheid verloren. Een lief zoet wiegend weemoedig stemmend zomers walsje. Ik zit hier als vanzelf zachtjes meedeinend achter het toetsenbord. En ja we worden ouder, we laten de jeugd achter ons, we worden sterfelijk. En Françoise Hardy is nu ziek. Klik je nu een artikel over haar aan, dan is het eerste dat je leest: kanker en euthanasie. Dat is wel een erg bruut slotakkoord.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Volgende