Intimidatie

Vervloekt zij de mensen die ministers en parlementsleden op straat belagen, omdat ze het niet eens zijn met hun beleid. Die hen de vrije doorgang belemmeren, of hen lukraak beschuldigen van massaal kindermisbruik (wat serieuze pogingen om misbruik van kinderen bloot te leggen overigens in diskrediet brengt). Vervloekt zijn de viruswaanzinnigen, die medewerkers van verpleegtehuizen en zorgcentra de dood toewensten. Vervloekt zij de mensen die afgelopen week de schilderingen op het gebouw van The Black Archives in Amsterdam vernielden door er de stupide leus ‘Roetveegpiet is genocide’ overheen te kladden. (Is er ooit – ergens, waar of wanneer dan ook – iemand gestorven vanwege de verschijning of het handelen van een roetveegpiet? En toch kom je aanzetten met genocide, de moedwillige en doelgerichte uitroeiing van een complete bevolkingsgroep?)

Door: Foto: Essem W (cc)
Foto: copyright ok. Gecheckt 08-09-2022

De man die benen maakte

Er was eens een man, een coureur, die besloot benen te maken voor mensen die dat nodig hadden. Uiteindelijk kreeg hij een heus ballet.

Ik ben altijd jaloers geweest op schrijvers die verwondering kunnen scheppen uit de dagelijkse dingen. Karin Spaink – die ook op Sargasso blogt (en nee dit is geen superobjectief verhaal) – slaagt daar vaak goed in. In de kleine XS4ALL-publicatie Wie is U? schreef ze een boeiende geschiedenis over de telefoon. Daarin liet ze zien dat naar mate de telefoon kleiner en draadlozer werd, bellen steeds meer een privé-aangelegenheid werd. Totdat er een ommekeer kwam met de mobiele telefoon, waarmee de privésfeer juist weer uitdrukkelijk in de publieke ruimte werd gebracht.

Spaink toont zich weer een goed verteller in haar nieuwe boek De Benenwagen: het succesverhaal van de Canta. Canta’s zijn die vaak rode gehandicaptenwagentjes die zo normaal zijn in ons straatbeeld, dat je ze niet eens meer ziet. Het aardige is echter dat deze Canta’s een typisch Hollands fenomeen zijn. Ze worden gemaakt door ‘s-Neerlands grootste autoproducent Waaijenberg, het bedrijf van oud-coureur Dick Waaijenberg.

Spaink rijdt zelf in zo’n wagen. Voor haar was de Canta niet minder dan een bevrijding. Ze had weer benen. Dat is de rode draad in het boekje: hoe een innovatief idee van een betrokken coureur zoveel mensen hun vrijheid teruggaf. Voor Spaink zelfs de vrijheid om in het wagentje naar Berlijn te crossen met haar vriend.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 22-04-2022

Op slipcursus met je Canta

Karin Spaink is helemaal into de Canta – het bekende rode mindervalide-autootje (dat overigens ook door veel ‘validen’ wordt gebruikt). Hieronder een registratie van een Canta-slipcursus. Hier vind je het hele verhaal.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

Canta Ballet

Dat ik ‘t de laatste tijd zo vaak over de Canta heb, komt niet alleen omdat ik bezig ben met een boek over dit autootje. Mijn boek, De Benenwagen, is namelijk onderdeel van een veel groter project waaraan ik met een aantal mensen al anderhalf jaar lang werk, en dat langzamerhand vorm krijgt. We gaan een groot Canta ballet organiseren.

Stel je voor: vijftig rode Canta’s die synchroon bewegingen uitvoeren, een beetje zoals Esther Williams aan synchroon zwemmen deed. Naar voren rijden, naar achteren rijden, in rondjes achter elkaar, allemaal tegelijkertijd de deuren open doen en weer dicht. Die vijftig Canta’s, dat wordt ons corps de ballet: het corps de Canta.

Stel je daarbij voor: acht Canta’s die tegen die achtergrond ingewikkelde dingen doen. Een pas de deux, een solo. Dat zijn onze prima donnas, oftewel de prima Canta’s.

Stel je daar bovendien bij voor: acht dansers van Het Nationale Ballet die met de Canta’s dansen. Zoals de Canta’s verlengstukken van mensen met een handicap zijn, worden deze professionele balletdansers het verlengstuk – en de danspartners – van de autootjes.

Het ballet wordt op 28 juni 2012 uitgevoerd. Daaraan voorafgaand zendt de NTR een documentaireserie uit van vier afleveringen, gemaakt door Maartje Nevejan. Ze volgt de Cantarijders en de balletdansers, die op het eerste gezicht weinig gemeen lijken te hebben. Maar in werkelijkheid moeten ze allemaal woekeren met hun lichaam. Intussen werkt Bert Kommerij aan een radiodocumentaire waarin de ontstaansgeschiedenis en totstandkoming van het project wordt vastgelegd. Ernst Meisner, grand sujet bij Het Nationaal Ballet, maakt de choreografie.

Foto: copyright ok. Gecheckt 28-09-2022

De benenwagen

Wie als schrijver onbekend terrein wil verkennen, kan soms ergens ‘writer in residence’ worden. Dat is een chique manier om te zeggen dat je bij wijze van studie een fantastische logeerpartij voor jezelf organiseert, waar je met mazzel nog een mooi boek uit kunt kneden ook. Deze week ben ik zo’n writer in residence: ik logeer in een fabriek. (Nou ja, overdag dan. ‘s Avonds slaap ik in een hotel.)

De fabriek in kwestie staat in Veenendaal. Ze maken er auto’s. En ze doen dat met de hand. Uit honderden onderdelen, afkomstig uit tientallen landen, worden elke week drie tot vijf autootjes in elkaar geschroefd en gekit. Zowat alles moeten ze van de grond af aan assembleren, omdat niemand exact maakt wat zij nodig hebben. Van elk autootje weten ze bovendien voor wie ‘ie is bestemd, en veel autootjes zijn precies op die ene klant toegesneden.

Want Waaijenberg maakt speciale auto’s. Het bedrijf is de maker van de Canta, uweetwel, die kleine – vaak rode – opdondertjes voor gehandicapten.

Het is een bijzonder bedrijf. Niet alleen omdat ze een beperkte en toch uiterst diverse doelgroep hebben, maar ook omdat Waaijenberg eigenlijk nog de enige volbloed Nederlandse autoproducent is. Hun inrij-Canta – een auto waar je met rolstoel en al in gaat – is zo bijzonder dat buitenlanders soms smeken of ze er alsjeblieft ook een mogen kopen. Zowel in Griekenland, Portugal als Amerika rijden ze inmiddels rond.

Wat me trof waren alle tegenstellingen. Op de onderzoeksafdeling boven worden technische hoogstandjes ontwikkeld, zoals volledige joystickbesturing. Beneden op de werkvloer wordt intussen alles onverdroten ambachtelijk in elkaar geklust, auto voor auto, onderdeel voor onderdeel. Handwerk en hi-tech gaan hier gelijk op; wat alle Cantamakers bindt, is de oneindige trots op hun werk.

En is het niet bijzonder dat dit Nederlandse invalidenwagentje nota bene is ontworpen door een racewagencoureur annex -monteur, iemand die twintig jaar heeft lesgegeven op het circuit van Zandvoort? Zoiets verzin je toch niet?

Intussen denk ik maar steeds aan al die Cantarijders die ik ken: stuk voor stuk mensen die hun bewegingsvrijheid te danken hebben aan dit autootje. Waaijenbergs motto is: wat je ook hebt, wij zetten er wielen onder en we maken je weer mobiel. Ze maken er waarlijk een benenwagen.

Writer in residence zijn is geweldig bij zo’n bedrijf. De enige vraag is hoe ik Waaijenbergs liefde straks in woorden kan vangen.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.