Regen? Staatsteun!

Wie meent dat dit kabinet lak heeft aan welk solidariteitsprincipe dan ook, heeft het mis. Festivals die dreigen om te vallen door storm en tegenwind, worden gered door minister Bussemaker. Ze heeft het aanzienlijke bedrag van 500.000 euro in het 'Slecht Weer Fonds' gestort. Festivalorganisaties die door slecht weer ten onder dreigen te gaan, kunnen subsidie uit dat fonds krijgen. Zoals dat bij staatssteun hoort, dienen de getroffen organisaties de hulp terug te betalen zodra ze zichzelf weer kunnen bedruipen. Misschien een goed voorbeeld voor andere ministeries. Minister Kamp kan een fonds volstorten ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf, voor ondernemers die dreigen te verzuipen als braderieën worden afgelast.  Minister Schippers kan sportverenigingen helpen die bij elke wolkbreuk toernooien moeten stopzetten. Gezamenlijk kunnen de ministeries een Deltaplan tegen regeldruk regendruk opstellen. Want wie wordt er nou niet op kosten gejaagd door slecht weer?

Door: Foto: Annelogue (cc)

Iedere vmbo’er een havist

Bussemaker en Dekker werken al een tijdje aan hun plan om iedere VMBO’er het recht te geven om door te stromen naar de HAVO.Maar helaas, de scholen zien er niets in.

Ik blijf het elke keer verbazingwekkend vinden hoe het maakbaarheidsdenken toch zo hardnekkig is bij politici. Scholen als LTS vonden we niet leuk klinken en te laag, dus dat schaften we af. Vervolgens vonden we MAVO niet leuk klinken en schaften we dat af, dat werd VMBO. En nu vinden we dat weer te negatief klinken, dus moet iedereen de HAVO kunnen doen. En kunnen doen wordt natuurlijk uiteindelijk moeten doen.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: SP (cc)

Kwaliteit van hoger onderwijs (7) – slechte doelstellingen, slechte voorstellen, slechter toezicht

ACHTERGROND - Lees ook deel één, twee, drie, vier, vijf en zes.

Het ministerie van onderwijs werkt aan een nieuw systeem voor het toezicht op de kwaliteit van het hoger onderwijs, onder de noemer ‘accreditatie 3.0’. Zoals besproken in de vorige twee stukken zijn enkele doelstellingen die aan die wijziging ten grondslag liggen twijfelachtig. En als de doelstellingen niet deugen, dan deugen de nieuwe regels natuurlijk ook niet. In dit artikel een opsomming van een aantal vreemde wendingen die de minister wil maken.*

Eén van de voorstellen is om voortaan toe te staan dat opleidingen worden gekeurd door medewerkers van de eigen instelling. Zolang het niet de opleiding is waar ze zelf aan verbonden zijn. Zo iemand komt in een onmogelijke positie, als het oordeel richting een onvoldoende zou gaan. Een (mogelijke) sluiting van een opleiding zal hem of haar niet in dank worden afgenomen door de collega’s daar, en ook niet door leidinggevenden. Ook in het panel van experts leidt het tot een ongemakkelijke positie. Stel: de expert die verbonden is aan de instelling waarvan een opleiding gekeurd wordt, is positiever dan de andere panelleden. Dat kan onmiddellijk wantrouwen oproepen: hoe onafhankelijk is dit panellid? Uiteraard komt dit alles ook niet ten goede aan het maatschappelijk vertrouwen in ons hoger onderwijs.

Foto: Andrew Black (cc)

Kwaliteit van hoger onderwijs (5) – Onverdiend vertrouwen

ACHTERGROND - Lees ook deel één, twee, drie en vier.

In de afgelopen vier artikelen is aan bod gekomen hoe de overheid de kwaliteit van ons hoger onderwijs probeert te garanderen, en waar het de afgelopen jaren mis ging. Vanaf dit stuk wordt (eindelijk) besproken wat ten grondslag ligt aan deze reeks: de door de minister voorgestelde wijziging van wetten en regels.

Het meest opvallende aan de nieuwe voorstellen is dat ze een vrij verregaande versoepeling van het stelsel inhouden. De jarenlange lobby van de vereniging van universiteiten (VSNU) lijkt eindelijk zijn vruchten af te werpen. Want, naast andere maatregelen die de controle op kwaliteit afzwakken, komt er een experiment waarbij niet langer opleidingen gecontroleerd worden, maar onderwijsinstellingen. De minister wil een soepelere controle op de kwaliteit van het onderwijs.

En dat is ook niet gek, wanneer je bekijkt wat de doelstellingen* van de nieuwe regels zijn. Eén van de doestellingen is ‘meer vertrouwen geven’, en een ander is ‘de ervaren lasten substantieel verminderen’. Dat deze uitgangspunten zijn zoals ze zijn, dat is wél heel gek.

Dit artikel gaat over het geven van meer vertrouwen. Zoals hier al is toegelicht, bestaat eigenlijk pas sinds 2011 een situatie waarin de visitatiepanels die de controles uitvoeren zich veilig voelen om een bestaande, bekostigde opleiding een onvoldoende te geven. Immers, voor deze tijd was er geen mogelijkheid tot herstel (een onvoldoende leidde tot directe sluiting van de opleiding) en ontbrak een duidelijke norm op basis waarvan het panel kon zeggen dat het eindniveau onvoldoende was. Nadat deze situatie wijzigde, bleek zeven à acht procent van onze opleidingen onder de maat.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Andrew Black (cc)

Kwaliteit van hoger onderwijs (1) – een introductie

ACHTERGROND - Kwaliteit van hoger onderwijs (1) – een introductie

De kwaliteit van het hoger onderwijs is niet in orde, diploma’s worden weggegeven, op onze hogescholen en universiteiten wordt gefraudeerd. Reden voor paniek, blinde paniek, en grote ophef! Althans, verhalen van deze strekking komen af en toe in de media. Soms is er dan inderdaad iets mis met de kwaliteit van diploma’s. En dat is dan vrijwel de enige keer dat u iets zult lezen over hoe de kwaliteit van ons hoger onderwijs wordt gewaarborgd. Misschien terecht, want het is een saai onderwerp, over kwaliteitskaders, controlemechanismen en accreditatie.*

Nog niet afgehaakt? Gelukkig, want het onderwerp is wel belangrijk. Wat voor zich spreekt, omdat de kwaliteit van ons hoger onderwijs ontzettend belangrijk is. Die bepaalt immers de kwaliteit van het hoger opgeleide deel van onze beroepsbevolking, zoals docenten en medici. Het is daarom jammer dat de vraag ‘hoe garanderen we eigenlijk dat de kwaliteit van dat onderwijs in orde is?’ alleen in de media komt als er ergens iets mis gaat of ergens een schandaaltje is.

Daarom een serie artikelen met aandacht voor dit onderwerp. Het is actueel, want binnenkort gaat de discussie over deze wetgeving spelen in ‘Den Haag’.

Foto: Partij van de Arbeid (cc)

Bussemakers banenmachine

ANALYSE - Minister Bussemaker belooft 4000 banen voor docenten in het hoger onderwijs. En we trappen er allemaal in.

“Geld studiebeurs naar 4.000 extra banen hoger onderwijs” kopte de Volkskrant gisteren, waarna het ‘nieuws’ door andere media vrolijk werd overgenomen. “Het overgrote deel van het geld dat vrijkomt door de invoering van het leenstelsel voor studenten, wordt geïnvesteerd in extra docenten op hogescholen en universiteiten. Het onderwijs kan zo kleinschaliger en intensiever worden. Op den duur kunnen er meer dan vierduizend nieuwe docenten worden aangetrokken.” Prachtig natuurlijk!

Maar… klopt dit wel?

Allereerst over de strategische agenda: het meerjarenplan van minister Bussemaker voor het hoger onderwijs. Control+F wijst uit dat het getal 4000 vier keer voorkomt, in combinatie met prachtige ‘als… dan-redenaties’ : “Wanneer structureel 60% van de middelen studievoorschot door instellingen wordt besteed aan het aannemen van extra docenten, kunnen oplopend naar 2025 bijna 4000 extra docenten worden aangenomen.”[1] En even verderop  “…daarom wil ik het mogelijk maken voor instellingen om structureel ca. 4000 meer docenten aan te nemen.”

Behalve dat de minister haar belofte heel wat vrijblijvender opschrijft dan de Volkskrant en de andere volgzame media, slaat het natuurlijk nergens op. Hoezo ‘het mogelijk maken?’ instellingen zijn al vrij om extra docenten aan te nemen. Graag zelfs! Bovendien weet Bussemaker zelf ook dat zij er weinig over te zeggen heeft. Het onderwijs kent namelijk een lumpsumfinanciering: een bak met geld die vanuit de Hoftoren wordt overgemaakt op de rekening van onderwijsinstellingen. En die mogen ermee doen wat ze willen. Slechts een klein deel van de bekostiging hangt af van prestatieafspraken: afspraken tussen de instellingen en het ministerie. Ironisch genoeg willen de hogescholen en universiteiten, alsmede een groot deel van de Tweede Kamer, daar juist vanaf.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Berufsverbot

Paul Frissen, de hoogleraar bestuurskunde van de Katholieke Universiteit Brabant hoeft niet te worden ontslagen vanwege zijn vergelijking van Geert Wilders politieke stijl met fascisme in een radio interview. De PVV had dat geëist, minister Bussemaker weigert.

Het bizarre van het verhaal is dat Paul Frissen zijn vergelijking maakte onder de titel “politiek filosoof Paul Frissen”. Tot twee keer toe werd hij als de persoon Paul Frissen aangesproken in het interview op de zender L1. Hij zat daar als burger en niet als hoogleraar.

Foto: Guido van Nispen (cc)

Een leven lang leren

ANALYSE - De column van Han van der Horst die afgelopen zaterdag op Joop.nl verscheen is mij uit het hart gegrepen. Hij benoemt dit stuk een aantal punten die ik dermate belangrijk vind dat ik ze graag nog even op rij zet.

Het opheffen van de democratie in de besluitvorming op de universiteiten heeft volgens hem geleid tot een onverantwoordelijk rendementsdenken dat keer op keer leidt tot mislukkingen:

(…) megalomane egotrippers konden op topposities ongeremd hun gang gaan, raden van toezicht en colleges van bestuur jutten elkaar op in plaats van dat er sprake was van een gezonde controle. Dat  leidde tot onberaden bezuinigingen, fusiegolven in het hbo en het in de markt zetten van allerlei nieuwmodische opleidingen – Europese Studies, vrijetijdsmanagement et cetera – die als multidisciplinair werden gepresenteerd maar in feite studenten op heel breed gebied alleen maar oppervlakkigheden boden. Naast de onberaden bezuinigingen zag men even onberaden investeringen. Tot in derivaten toe. De werkvloer werd ondertussen aan een groeiende hoeveelheid administratieve controles onderworpen.

Wat klinkt dat toch allemaal treurig herkenbaar. Niet voor niets wordt in het stuk de universiteit vergeleken met “woningbouwverenigingen, de zorginstellingen en voormalige overheidsbedrijven”. Er is een hoop stukgemaakt in de jaren 90. Het is zo jammer dat veel politieke partijen (VVD, D66) daar nog steeds niet van geleerd hebben.

Maar goed, terug naar de universiteit. Opvallend is van der Horsts hekel  aan multidisciplinaire studies, als stuk voor stuk mislukte pogingen om op die veranderende arbeidsmarkt in te spelen. Om op een continu veranderende arbeidsmarkt en samenleving voorbereid te zijn, moet je volgens van der Horst juist een studie volgen die verdieping geeft, die studenten leert dat er meer is dan de waan van de dag. Weg met ‘Europese studies’, ga Deens studeren. Om in de media te gaan werken ga je geen ‘Mediastudies’ of ‘Communicatieleer’ studeren, maar Psychologie. Ik kon het tot zover niet méér met van der Horst eens zijn.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Politiek Kwartier | De vrouw als man

COLUMN - Het moderne feminisme heeft last van penisnijd en verliest daarmee belangrijke waarden uit het oog.

Eén ding moeten we Sunny Bergman meegeven: ze weet hoe ze een discussie aan moet zwengelen. De blogjes naar aanleiding van haar documentaire en boek ‘sletvrees‘ waren ontelbaar dit jaar.

Maar hoe nuttig haar pleidooi voor het accepteren van de vrouw als seksueel vrij wezen in meerdere opzichten ook mag zijn, wat mij opvalt aan dit zogeheten ‘feminisme 3.0’ is dat het zo weinig politiek is, en al helemaal niet economisch.

Waar 3.0-feministen als Simone van Saarloos zich uitputten in gemiep over het vrouwelijke seksleven, maakte het feminisme 2.0 zich nog druk om de carrière van vrouwen. Maar gelukkig is er nog Asha ten Broeke. In tuinbroek gestoken zet zij zich af tegen stereotypering. Overigens niet alleen van vrouwen, maar van alle minderheden. Ergens is dat een mooie strijd, want stereotypering is in veel gevallen nadelig voor kwetsbare mensen. Stereotypen dwingen hen en hun omgeving in een rollenpatroon dat nadelig kan zijn voor hun keuzevrijheid.

Toch lijkt Asha’s queeste op te gaan in muggenzifterij. Een andere kleur voor zwarte Piet gaat de discriminatie op de arbeidsmarkt en door de politie echt niet oplossen, en vrouwen krijgen helaas nog geen hogere zelfstandigheid door een andere folder van Bart Smit. Het streeft zijn doel nogal voorbij.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Volgende