De lidstaten van de Europese Unie moeten op één lijn een krachtiger energiebeleid voeren om de levering van olie & gas te diversifiëren en een vrije markt te verzekeren. In die strekking staat vandaag een essay van Ministers Verhagen van buitenlandse zaken en van der Hoeven van economische zaken in het financieele dagblad. In hun oproep stellen de bewindslieden dat energie een groot geopolitiek spel is. Daarin staat steeds meer het belang van afzonderlijke naties voorop wat het fundament van de wereldeconomie, de vrije markt, zou bedreigen.
De realiteit begint in te zinken bij de Nederlandse politiek dat er een wedloop gaande is om gas- en oliestromen. Die wordt gevoerd vanuit consumerende landen om energielevering te verzekeren, en vanuit producerende landen met genationaliseerde energiemaatschappijen om de winst te maximaliseren. In dit probleem kiezen de ministers ervoor om de nadruk te leggen op “het bevorderen van marktwerking, rechtsbescherming en de diversificatie van bronnen”. Die insteek zal weinig vruchten afwerpen omdat de EU zeer weinig mogelijkheden heeft om wat aan de energiewedloop te doen. De inzet op het voorzetten van onze verslaving aan olie- en gas binnen de EU met meer en meer import is de verkeerde.
Zo heeft de politieke elite in de meeste olie & gaslanden teveel baat bij bilaterale energiehandel. Daar is veel meer politiek & economisch voordeel voor henzelf uit te halen. Afrikaanse landen zullen geneigd zijn handel te drijven met China omdat dat land puur zakelijk te werk gaat. Ze oefent geen tot weinig druk uit om de problematiek van corruptie en mensenrechten aan te pakken.