Protesten tegen China moeten doorgaan
Als de voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité (IOC) zegt dat het Westen moet stoppen met protesteren tegen de mensenrechtensituatie in China – omdat je met ‘een luide stem niks bereikt in China’ – dan weet je één ding zeker: hij vindt ook dat er iets mis is met de mensrechtensituatie.
Meedoen is belangrijker dan winnen?
Je hoeft maar een beetje op internet te surfen en je vindt genoeg plekken waar je informatie kan vinden over de mensenrechtensituatie in het land waar in augustus 2008 de Olympische Spelen plaatsvinden. De vraag is dan vervolgens: moet je met zoveel bewijs in handen jezelf laten gijzelen door de voorzitter van het IOC of de kans grijpen om de Olympische gedachte kracht bij te zetten?
De Olympische gedachte is simpel: meedoen is belangrijker dan winnen. Het is dan een wrange gedachte dat mensen in China alleen mee mogen doen als ze zéggen wat de overheid vindt, als ze dénken wat de overheid vindt en als ze dóen wat de overheid vindt dat ze moeten doen. Om over de situatie in Tibet maar te zwijgen.
Protesteren is belangrijker dan meedoen!
Om terug te keren naar Jacques Rogger, voorzitter van het IOC: het is knap voor een beweging die altijd zegt sport en politiek te willen scheiden, om zich op deze manier in de discussie te mengen. Hij zegt met zoveel woorden: regeringen van de wereld, als u maar naar mij luistert dan komt het goed met de mensenrechtensituatie in China.