Recensie: De gespleten samenleving
Zo af en toe krijg je een uitdaging voor de voeten geworpen en kan je het gewoon niet laten er op in te gaan. Anderhalf jaar geleden heb ik zo het boek “De verweesde samenleving” van Pim Fortuyn gelezen. Recent werd me weer zo’n stuk voor de voeten geworpen. Ditmaal gaat het om “De gespleten samenleving” van Duns Ouray van HetVrijeVolk.com. Dat krijg je er van als je wat harder aan gaat trappen tegen “rechts“.
Dus het stuk twee keer gelezen. Eerst voor een globale indruk, dan om het van commentaar te kunnen voorzien.
Laat ik beginnen met de samenvatting. Socialisme is de schuld van de huidige maatschappelijke ramp en conservatisme is de enige manier om de wereld te redden.
Goed, dan in detail ingaan op het stuk dat een verwarrende opbouw heeft.
Als eerste worden er drie basisbeginselen meegegeven over de menselijke natuur. De mens is een utilitarisch wezen, de mens heeft een geweten en de mens heeft vrije wil.
Veel van wat volgt wordt hier aan opgehangen. Maar zonder duidelijke bewijsvoering. De discussie over de mens als utilitarisch wezen is nog lang niet afgelopen. En in mijn visie kan een mens slechts beperkt utilitarisch zijn omdat hij niet in staat is ver genoeg in de toekomst te kijken of alle effecten van zijn handelen te overzien.
Dat een mens een geweten heeft, wil ik wel aannemen. Maar in het stuk wordt vervolgens uitgegaan van duidelijke scheidslijnen tussen goed en slecht. En daar kan ik dan weer wat moeilijker mee overweg. Zo is werken “goed” en niet werken “slecht”. Ja, dat maakt de wereld verklaren wel een stuk eenvoudiger.
Dat is trouwens een van de grote tekortkomingen van het stuk. Net zoals Pim Fortuyn te pas en te onpas schermde met “normen en waarden” zonder deze te specificeren (behalve dat de MAN leiding moest geven), schermt dit stuk met goed en slecht zonder hard te maken waarom iets beter is of slechter. Verder bestaat de indruk dat goed en slecht moeten overeenkomen met het wereldbeeld van de schrijver, niet noodzakelijk met objectieve gegevens.
De generalisaties op dit vlak zijn overigens ook niet van de lucht. De beste quote hiervoor is: “Wat iedereen goed gedrag noemt, wordt bestraft. En wat wij allemaal beschouwen als slecht gedrag, wordt toch beloond.”
Het grootste deel van de onderbouwing voor waarom het “slechte” beloond wordt, stoelt op een verhaal over de sociale zekerheid. Die sociale zekerheid werkt fraude in de hand, zorgt ervoor dat mensen er baat bij hebben op partijen te stemmen die de uitkeringen hoog houden en maakt iedere opvolgende generatie nog zwakker omdat ze de afhankelijk bij hun ouders beloond zien worden.
Nu ga ik niet ontkennen dat een deel van het sociale vangnet misbruikt wordt. Maar zijn redenering is verder erg zwak. Als hij namelijk gelijk zou hebben, zou het aantal steuntrekkers (en ambtenaren, want die vallen ook onder het sociale vangnet kennelijk) in de loop van de decennia alleen maar zijn gegroeid. En dat wordt dan weer niet aangetoond. Extra spijtig is dan misschien ook voor de schrijver dat net deze week bekend werd dat het aantal bijstandsuitkeringen nu het laagst is sinds 1981. En dat is dan alleen nog maar in absolute getallen.
Verder worden alleen de uitkeringstrekkers beticht van verschillende vormen van fraude (uitkering hebben en zwart werken) maar wordt niet ingegaan op bijvoorbeeld de bouwvakkers die in het weekend nog even zwart wat extra bijverdienen. In mijn ogen is fraude een zwakte van de mens en zijn uitkeringen (of het sociale vangnet) echt niet iets dat fraude in het bijzonder in de hand werkt. Dit alles weer even los van het feit dat je natuurlijk op moet passen dat je misbruik niet te makkelijk maakt binnen een stelsel.
Vervolgens wordt er nog een brug geslagen tussen de verzorgingsstaat en allerlei andere problemen:
“Echter, zelfs de producten van de verzorgingsstaat kunnen hun geweten niet uitschakelen. Hoezeer de socialistische media ook propageren dat ze slechts gebruik maken van hun ‘rechten’, hun geweten vertelt hen dat ze slecht zijn. Dit zorgt voor een vervreemding die weer de basis vormt voor drugsgebruik, asociaal gedrag of gewoon een algehele apathie.”
Voor iemand die elders in het stuk de sociale wetenschappen afkraakt, geeft hij hier nu toch een fraai stukje sociologie van de koude grond. En wederom zonder harde onderbouwing te geven.