Een tijdje geleden stelde VVD-fractievoorzitter Stef Blok het aantal Kamervragen aan de orde. Hij vond dat het allemaal wel een beetje minder kon met de vragen waarmee de Tweede Kamer het ambtelijk apparaat belast. Ook vond hij dat het aantal aangevraagde debatten wel wat naar beneden kon. Blok noemde het ‘een gezamenlijk probleem’ waar meer op gelet zou moeten worden.
Kwaliteit van Kamervragen
Jolande Sap was er als eerste bij om het idee te bekritiseren. Want het gaat toch niet om het aantal vragen, aldus Sap, maar om de transparantie, openheid en controle. Als de kwaliteit van de Kamervragen achteruit zou gaan, dat zou pas een probleem zijn, maar daar zei Blok niks over. Vervolgens probeerde Pechtold zijn gehoor wijs te maken dat de grondrechten van Kamerleden met het voorstel van Blok werden aangetast.
Maar niemand zei natuurlijk dat Kamerleden geen Kamervragen meer mogen stellen, alleen dat het misschien soms wat minder kan. Bijvoorbeeld niet meer over de lunch bij het ministerie van EL&I, over een probleem van een paar scholieren in Amsterdam, binnenlands beleid van Griekenland zonder gevolgen voor Nederland of kwesties waarbij de politiek nauwelijks kan sturen. Met die kwaliteit valt het vies tegen, had het antwoord aan Sap kunnen zijn.
Niveau valt tegen
Pechtold verweet Blok dat hij de suggestie wekte dat Kamerleden misbruik maken van hun recht op Kamervragen. Tja, wat is misbruik? Niemand legt Kamerleden een strobreed in de weg om overal vragen over te stellen. Formeel is dat geen misbruik, nee. Maar veel vragen zijn wel onzinnig. Bijvoorbeeld vragen naar informatie die online gewoon beschikbaar is of vragen naar natuurlijke verschijnselen zoals slangen die niet op commando vegetarisch worden. Misbruik is het niet, maar erg veel niveau hebben die vragen natuurlijk ook niet, had Blok kunnen zeggen.