Minister Ploumen moet aftreden
COLUMN - Tijdens een grote conferentie over de evaluatie van ontwikkelingsprogramma’s vorige week in Berlijn was Nederland als donorland onderwerp van verbijstering. Een zeer negatief, binnenkort te verschijnen rapport van de Inspectie (IOB) over hoe Nederland 15 landen in de steek had gelaten, was daarvoor mede de aanleiding. Moet minister Ploumen nu niet aftreden, vraagt Paul Hoebink zich af.
Er zullen zelden landen zijn geweest die sneller hun reputatie hebben verspeeld als Nederland. Bekend als een progressieve donor, die voorop liep in de dialoog met hulpontvangende landen, in het gebruik van nieuwe hulpinstrumenten, in het doen van gezamenlijke evaluaties, met een hoge kwaliteit van hulp in de gezondheidszorg en de watersector. Binnen amper drie-vier jaar heeft Nederland die reputatie geheel verspeeld. Dat bleek op de conferentie vorige week in Berlijn over de evaluatie van ontwikkelingsprogramma’s, waar de experts in dit veld met verbijstering keken hoe Nederland op allerlei vlakken is afgegleden.
Indruisen tegen beloftes
Schokkend waren bijvoorbeeld de resultaten van een evaluatie over de wijze waarop Nederland 15 landen in de steek heeft gelaten, toen het het aantal landen waarop het hulp wilde geven van 33 naar 18 bracht. Dat is natuurlijk ingezet onder staatssecretaris Knapen, maar minister Ploumen heeft dit beleid voortgezet op een manier die totaal indruist tegen beloftes hierover die de Nederlandse regering eerder heeft gedaan.