Wolfstijd

‘Zonder wrok of haat aan de dag te leggen, moet het gedrag van de Amerikanen kille vijandigheid en afkeuring uitdrukken. De Duitsers moet duidelijk worden gemaakt dat zij verantwoordelijk zijn voor de Tweede Wereldoorlog, en dat het hen niet vergeven dat ze andere volkeren onder hun heerschappij afschuwelijk hebben onderdrukt.’ Aldus een richtlijn voor Amerikaans militair personeel, even voor het einde van de oorlog. Verbroedering tussen de overwinnaars en de verslagen Duitsers moest te allen tijde voorkomen worden. Dat was de gulden regel. Een hand geven, snoep uitdelen, gezamenlijk feest vieren – het was allemaal verboden. Want álle Duitsers waren in principe schuldig aan de oorlog. Ze waren militaristisch en autoritair; ze hadden allemaal achter de Führer aangelopen en waren allemaal door het nazisysteem gehersenspoeld.

Door: Foto: Deutsche Fotothek‎, CC BY-SA 3.0 DE creativecommons.org licenses by-sa 3.0 de, via Wikimedia Commons
Foto: MANYBITS (cc)

Kunst op Zondag | La condition humaine

‘La condition humaine’, Frans voor ‘the human condition’, Engels voor ‘Het menselijk tekort’, het lot der mensheid, de toestand der mensen.

Te vinden in een roman, een filosofisch boek, een filmserie, een paar schilderijen en nog zo wat kunstuitingen. Meestal wordt er de (al dan niet innerlijke) worsteling van de mensen met hun goed en kwaad mee bedoeld.

De een meent dat goed en kwaad zo vanzelfsprekend tot de menselijke natuur behoren dat er geen leven zonder kwaad denkbaar is. Een ander beweert dat zelfs als een mens tot louter goed in staat is, anderen (of omstandigheden waar hij/zij in terecht kan komen) hem/haar dwingen tot moord en doodslag. Kortom: de mens als dader én slachtoffer, als beul én gevangene, als wolf en schaap. Het is van een noodlottigheid waar een mens niet vrolijker van wordt. Helpt kunst een beetje?

Bij de surrealist René Magritte is alles niet wat het lijkt en dat is dan ook precies wat het werkelijk is.

Een schildersezel met daarop een schilderij dat zo te zien af is, belemmert het uitzicht naar buiten. We schuiven de ezel opzij, want we willen wel wat meer van de wereld zien. En wat zien we?

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: NIOD BeeldbankWO2 bevrijding rijckholt september 1944 copyright ok. Gecheckt 06-11-2022

Voorsorteren in het bevrijde zuiden

ACHTERGROND - Nederland viert dit jaar 75 jaar bevrijding. Nog altijd komt er nieuwe informatie vrij over hoe het er in die tijd in Nederland toeging. Zo geeft het onlangs gepubliceerde Dagboek van de katholieke politicus Jan de Quay een interessant beeld van de onzekere politieke situatie in het reeds bevrijde deel van Nederland in de winter van 1944/1945. Hieronder een selectie van fragmenten die laten zien hoe De Quay in deze periode probeerde invloed te krijgen in het politieke leven direct na afloop van de bezettingstijd.

Het zuiden van Nederland is in het najaar van 1944 geleidelijk bevrijd door Amerikaanse, Canadese, Britse en Poolse troepen (foto boven: bevrijding Zuid-Limburg, september 1944). De Operatie Market Garden bij Arnhem mislukte echter waardoor het noorden van Nederland pas in het voorjaar van 1945 kon worden bevrijd. In afwachting daarvan ontstond in het zuiden een onduidelijke, onzekere en tamelijk chaotische situatie. “Door de omvangrijke schade, door tekorten aan voedsel, onderdak, brandstof, vervoer, bouwmaterialen en nog veel meer, door gebrek aan informatie en onduidelijke gezagsverhoudingen waren grote delen van het Zuiden volkomen ontredderd.”

In deze situatie probeerden verschillende groepen en individuen zich voor te bereiden op de terugkeer naar normale verhoudingen en het herstel van de Nederlandse staat. Het Militair Gezag onder leiding van generaal Kruls was formeel het bestuur in de bevrijde gebieden. Vanuit Londen probeerde de Nederlandse regering en koningin Wilhelmina invloed uit te oefenen. Verder waren er nog de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) onder leiding van Prins Bernhard, voortgekomen uit  de bundeling van verschillende verzetsgroepen. Leiders en vertegenwoordigers van tijdens de bezetting verboden of ontbonden organisaties, politieke partijen, kerkelijke instellingen en vakbonden lieten direct na de bevrijding ook weer van zich horen. Sommigen met een duidelijk vernieuwende boodschap, terwijl anderen zich meer behoudend opstelden.

Foto: Charles Roffey (cc)

Vrij en verbonden

COLUMN - Wat een geweldig idee om Keti Koti tot nationale feestdag te verheffen. Niet alleen voor zwarte mensen is 1 juli het vieren meer dan waard: Nederland schafte op die dag in 1863 de slavernij af. Dat onze voorouders, zij het als laatsten in Europa, alsnog tot het inzicht kwamen dat het gruwelijk is om mensen te kapen, te verschepen en vervolgens als slaaf te verkopen, is dat evenzeer: want daarmee zetten de handelaars de eerste stap om zich van hun monsterlijkheid te bevrijden.

Juist omdat we hier gewoonlijk meer leren over de tulpen- en specerijenhandel dan over onze mensenhandel, zou het voor Nederland goed zijn om te beseffen dat onze rijkheid indertijd – waarvan we nu nog steeds profiteren – niet uit de lucht kwam vallen: daar hebben anderen met hun bloed en hun leven voor betaald. De geschiedenis van de slavernij hoort voorgoed bij Nederland, en die heeft witte en zwarte mensen gemaakt tot wie ze nu zijn: twee verbonden maar ogenschijnlijk gescheiden groepen.

Keti Koti tot nationale feestdag maken, zou helpen die banden zichtbaarder te maken en zodoende de verbintenis weer te beklemtonen. Want tot verzoening, toenadering, begrip en acceptatie kom je niet wanneer de ene partij routineus zijn neus hooghartig in de lucht steekt, en tegen de andere partij snibt: ‘Allemaal passé, hoor. Oude koek, heb ik niets meer mee te maken.’ Want nee: jij hebt daar inderdaad geen schuld aan, maar zij al helemaal niet – en toch is het hun voorouders overkomen, en die geschiedenis dragen we allemaal met ons mee, of we willen of niet. Problemen verdwijnen niet wanneer je ze ontkent: integendeel, ze vreten zich dan alleen meer in.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Rechtsblog Jalta besmeurt nagedachtenis Marokkaanse WOII-strijders

In twee artikelen zet Bart Schut de Marokkaanse strijders die meevochten aan de kant van de geallieerden weg als groepsverkrachters. In Freudenstadt zouden zij zich vergrepen hebben aan 600 vrouwen.

Schuts uiteindelijke bron blijkt echter een overtuigde nazi-gynaecologe, die de massaverkrachting uit haar duim heeft gezogen:

De dan 76-jarige arts zit op haar praatstoel en ontsteekt in een monoloog van extremiteiten. Ze vertelt dat slechts zelden een vrouw haar echt vertelde verkracht te zijn, ze vermoedde het slechts op basis van hun houding en ging dan over tot de voorgeschreven preventieve spoelingen. Ze pleegde inderdaad abortussen, maar dat deed ze tijdens de oorlog ook en bleef dat nog jaren doen.

Ze draagt een, door Schut onvermelde, oorzaak aan voor het feit dat er nooit slachtoffers zijn gaan spreken over wat hen is aangedaan. Niet alleen zou er sprake zijn van schaamte maar ook werd er gezwegen omdat volgens haar de vrouwen gewoon simpele wezens waren. De herinneringen aan de groepsverkrachting zouden ondergesneeuwd zijn geraakt in de rest van de rottigheid in hun levens, zoals huiselijk geweld, meent ze.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Bud Baldwin uit Pomeroy, WA

COLUMN - Marvin A. Baldwin – “Bud” – werd in 1912 geboren, waarschijnlijk in hetzelfde dorp waar hij in 1940 nog woont, ongehuwd, bij zijn oom en tante: Pomeroy, een plaatsje van destijds zo’n 1600 inwoners in de bergen van de staat Washington. U mag Pomeroy in 1912 zien als een stadje uit een Westernfilm: bestrating van de hoofdstraat kwam pas in 1916.

baldwin-mIn februari 1943 tekent Bud Baldwin voor het Amerikaanse leger: Enlistment for the duration of the War or other emergency, plus six months. Hij is inmiddels getrouwd en we leren dat hij één jaar middelbare school heeft gehad en als beroep ‘ongeschoold productiewerk in een graanmolen’ heeft. Het is wellicht niet vreemd dat de dan dertigjarige man tekent voor dienst bij het leger voor de duur van de oorlog. Hij komt uiteindelijk terecht bij wat we in Nederland de pantserinfanterie noemen: het 38th Armored Infantry Battalion van de 7th Armored Division.

Het lijkt erop dat de ongeschoolde graanmolenarbeider Bud Baldwin in het leger zijn plek heeft gevonden: hij schopt het tot Staff Sergeant – sergeant 1e klasse – en is squad leader, groepscommandant met de leiding over twee teams van vier geweerschutters.

Maar op 29 maart 1945, vlak voor het einde van de oorlog, ligt het 38ste midden in Duitsland voor het plaatsje Kirchhain, zo’n 50 km ten noorden van Frankfurt. De Duitsers geven ook nu nog hun land niet zomaar weg aan onze bevrijders die voor hen immers bezetters zijn. En op 8000 kilometer van huis komt SSgt Marvin A. Baldwin op 32-jarige leeftijd om bij de inname van Kirchhain.

Foto: andres musta (cc) copyright ok. Gecheckt 23-09-2022

Kunst op Zondag | Vrijheid

We hebben Bevrijdingsdag weer achter de rug en worden vandaag in alle vrijheid wakker. Hoewel het in praktijk niet overal het geval is, heet kunst vrij te zijn. Zelfs in ‘vrije landen’ staat de vrijheid van de kunstenaar menigmaal ter discussie, zeker als een werk tot enige opschudding leidt.
Dat zal altijd wel zo blijven. Ook al is de vrijheid van de kunstenaar erg relatief, de kunstenaar moet altijd alle vrijheid nemen die hij of zij nodig acht. Anderen behouden de vrijheid daar over te zeggen wat men wil.

Vandaag in Kunst op Zondag: hoe zien kunstenaars vrijheid? Geen clichés met witte duiven of obligate standbeelden van vrijheidshelden. Maar wel:

They hate us for our freedom. Deze woorden van Bush, na de aanval op de Twin Towers, gebruikte het Franse collectief Claire Fontaine in een vlammende installatie met de bedoeling er op te wijzen dat de een zijn vrijheid, de ander zijn dood kan betekenen.

Niet alleen Claire Fontaine legt een relatie tussen vrijheid en agressiviteit. Shaun O’Connor ziet maar één keuze.

Als vrijheid al niet in verband met geweld wordt gebracht, dan vaak wel met beperkingen. Zoals dit hekwerk van Sean Martindale.

Natuurlijk ontbreken vrijheid van geschreven en gesproken woord niet. Shawn HibmaCronan, beeldhouwer en meubelmaker, maakte de Freedom Press. Een apparaat dat door één mens is te bedienen en het woord ‘freedom’ reproduceert.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

4 mei 2011: Over gedenken, vrijheid en gevaren die de democratie bedreigen

No Swastika/Wiki Media - ZeimusuVandaag – 4 mei – herdenken en morgen – 5 mei – weer feesten. Als inwoner van Wageningen kan ik daar van meepraten. In principe heb ik er niets tegen, maar je raakt er toch wel op uitgekeken als jaar in jaar uit hetzelfde ritueel wordt herhaald. Rituelen gaan een eigen leven leiden en verliezen gaandeweg hun betekenis. Iemand spreekt plechtig een formule, iedereen zwijgt een paar minuten en gaat daarna weer door met wat hij of zij aan het doen was. Het geeft een goed gevoel, maar er verandert niets. Het heeft mij dan ook nooit aangesproken, niet in de kerk, maar ook niet op 4 mei. Begrijp me goed: dat is geen gebrek aan respect voor de mensen die zijn gevallen in 40-45, integendeel. Ik heb groot respect voor het verzet en de bevrijders die ons verlost hebben van juk van het fascisme en de Duitse bezetter. Maar naarmate de jaren verstrijken wordt dat steeds moeilijker: de afstand in de tijd is groter en de mensen worden steeds jonger. Hierdoor neemt het belang voor de huidige tijd – die zo anders is – meer en meer af en daar hoeven we niet rouwig om te zijn.

Wageningen
Een paar jaar geleden hadden de organisatoren van het bevrijdingsfestival in Wageningen een briljant idee: behalve een parade, feesten en veel drank werden ook lezingen georganiseerd. Wageningens professoren zouden lesgeven over zaken die met vrijheid te maken hebben. De details ben ik vergeten, maar wat maakt het uit, eindelijk wat anders dan slenteren door de stad op zoek naar vertier of achter drie rijen mensen kijken naar veteranen die in een stoet voorbij lopen. Ik heb dus alle “colleges” bijgewoond. Een groot succes was het helaas niet. Er waren niet veel mensen en de hoogleraren konden veelal niet overtuigen als docent “vrijheid”. Maar twee sprongen er uit: de (toen nog) Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken FransTimmermans die een pleidooi hield voor Europa – hij is daar een enthousiast voorstander van, iets dat ik tegenwoordig node mis – maar ook Timmersmans sprak voor een bijna lege zaal. De andere spreker trok echter wel een groot publiek en wist zijn gehoor in de uitpuilende zaal een uur lang te boeien: Maarten van Rossum. De officiële reden voor zijn komst was dat hij een echte, geboren Wageningener is, en het bleek dat Professor Van Rossum de enige was van alle leraren die ik die dag heb mogen aanhoren de kwalificatie “hoog” verdiende.