Een schoon internet
ANALYSE - Grote internetbedrijven schuwen een open debat over de grenzen van de uitingsvrijheid.
Dagelijks zijn zo’n honderdduizend mensen beroepshalve bezig om aanstootgevende filmpjes, foto’s en tekst te verwijderen van het internet. Ze werken voor Facebook, Twitter en andere social media waar mensen alles kwijt kunnen wat er maar in hen opkomt, en dat is dus ook veel rottigheid. Veel van dat werk wordt uitbesteed aan lage lonen landen, zoals de Filippijnen. Zoals dat vaker gebeurt in de ICT-wereld. Maar dan gaat het vaak om routineklussen en je kunt je afvragen of het beoordelen van porno en geweld als routinewerk beschouwd kan worden. Op den duur eist het zijn tol van de content moderators, schrijft Adrian Chen in Wired. Veel mensen haken na verloop van tijd af. Ze worden nog lang achtervolgd door de afgrijselijke beelden waarmee zij geconfronteerd zijn. Over wat zij te zien krijgen, wat hun afwegingen zijn, wat ze verwijderen en wat ze door laten hoort de buitenwereld niets. Ze krijgen hun opdrachten en mogen er, zelfs met hun collega’s, niet over praten. Voor een discussie over de grenzen van de uitingsvrijheid is geen tijd. De content moderators moeten voor hun schamel loon duizenden beelden per dag verwerken en in seconden beslissen of iets door mag of niet. Gezien de overvloed aan rottigheid op het internet lijkt er geen alternatief te zijn voor deze particuliere bewaking van de fatsoensgrenzen.