Ideale bruggenbouwer?
De meningen over het gedwongen vertrek van bruggenbouwer Tariq Ramadan zijn in twee kampen te verdelen. Het ‘pro-Ramadan’ kamp roemt zijn ‘bruggenbouwers kwaliteiten’. De contra’s vinden hem een wolf in schaapskleren. Volgens de contra’s zou Ramadan voor een Westers publiek een liberale Islam voorstaan, maar voor eigen (Arabische) parochie heel anders preken. Zo zou hij antivrouw, antihomo en antidemocratisch zijn. De pro’s denken hier uiteraard heel anders over: Ramadan zou moslims willen helpen samen te leven in een Westerse democratie. Directe aanleiding om Ramadan te ontslaan is zijn bijdrage aan de door het Iraanse regime gesteunde en gefinancierde Press TV. Ramadan zou volgens de contra’s met geen woord over de demonstraties hebben gerept, de pro’s, u raadt het al, denken daar anders over. Wie heeft er nu gelijk in deze verbale moddergooiwedstrijd? Is Ramadan nu wel of niet terecht ontslagen?
Beeldspraak
Zowel de pro’s als de contra’s gebruiken voor de hand liggende beeldspraak om hun betoog kracht bij te zetten. Eerst maar de pro’s. In een artikel van de Volkskrant van gisteren, met als kop “Alle bruggen van Ramadan verpulverd”, roemen Mohammed Benzakour en een trits hoogleraren de kwaliteiten van Ramadan. Dat Ramadan met dubbele tong zou spreken is volgens hen pure laster: er zou geen enkel bewijs voor zijn. Ramadan is dé perfecte bruggenbouwer en staat een democratische, gematigde islam voor. Het artikel heeft iets weg van een eigentijdse hagiografie. Men eindigt de lofzang als volgt: “Hoe het lot van een briljante, prikkelende en originele Nietzschekenner en debater (in twee jaar tijd nam Ramadan deel aan 74 lezingen en debatten) werd bezegeld door een paar lokale brekebeentjes”. Bij het lezen van zoveel loftuitingen bekruipt mij een sceptisch onderbuikgevoel. Is Ramadan werkelijk deze geniale heilige? Is hij werkelijk ontslagen, na een racistische lastercampagne?